Persoonlijk In de interviewserie ‘Gebiedsontwikkeling voor alle leeftijden’ bundelen een junior en een senior-expert hun krachten. Liesbet van Zoonen (senior) en Walter Bokern (junior) praten onder leiding van Inge Janse over de rol voor data bij gebiedsontwikkeling.
Beluister via Spotify
Beluister via Apple Podcast
Op basis van data het verhaal van de stad beter vertellen. Zowel senior Liesbet van Zoonen (hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en academisch directeur van het Centre for BOLD Cities) als junior Walter Bokern (Chief Information Officer bij Springco) zijn daar dagelijks mee bezig. Maar waarom spelen data de laatste jaren zo’n prominente rol in gebiedsontwikkeling? Naar het antwoord op die vraag gaat het tweetal op zoek in de vijfde aflevering van de podcastserie Gebiedsontwikkeling voor alle leeftijden. Deze aflevering is gemaakt in samenwerking met de Kring van Adviseurs, het adviesnetwerk van Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG).
Spanningsveld
Bokern snapt de aantrekkingskracht van data op gebiedsontwikkelaars maar al te goed. “Best veel vraagstukken hebben een ruimtelijke component. Sociale crisis, wooncrisis, klimaatcrisis. Er is een grotere noodzaak dan ooit om integraal naar die vraagstukken te kijken. Volgens mij zijn data als geen ander in staat die zaken te verbinden.” Ook de toegankelijkheid van data speelt volgens hem een rol. “Je ziet dat de datarevolutie in andere branches al jaren geleden heeft plaatsgevonden en nu ook naar de gebouwde omgeving komt.”
Als senior heeft Van Zoonen het spanningsveld tussen data en gebiedsontwikkeling de laatste jaren ook zien groeien. “De stad is groot en onbeheersbaar geworden. De verleiding om data te gebruiken wordt veel en veel groter. En real-time data geven de verleiding dat je (als gebiedsontwikkelaar, red.) denkt te pakken te hebben wat er in de stad gebeurt.” Maar, zegt Van Zoonen vanuit haar jarenlange ervaring, dat is lang niet altijd het geval. “Je hebt het idee dat je door de grote hoeveelheid gegevens de hele stad te pakken hebt. Maar je hebt met data maar een deel van de werkelijkheid te pakken, nooit alles. De file staat er wel, maar er gebeurt nog veel meer dat je niet ziet.”
Interessante strijd
De twee zijn het er tijdens het gesprek dan ook al snel over eens dat gebiedsontwikkelaars heel goed moeten weten wat ze met data willen doen voordat ze überhaupt denken aan het inzetten van die data. Ja, erkennen ze, het is als professional in dit vakgebied heel aanlokkelijk om data te gebruiken. Maar die eerdergenoemde verleiding is direct ook een belangrijke valkuil. Want dat je data kan gebruiken, betekent niet dat het ook per se moet.
Bokern: “We doen het mét data of we doen het zonder data. We doen het volledig vanuit de onderbuik op de achterkant van een bierviltje óf we bouwen een digital twin en gaan heel de stad simuleren. Je moet kleur bekennen, je moet een kant kiezen. Terwijl ik denk dat er heel veel toffe dingen in het midden zijn waarbij we op basis van data tot nieuwe ideeën kunnen komen die ons nieuwe opties geven over hoe we de stad zien.”
‘podcastopname’ door Inge Janse (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)
Van Zoonen pleit er ook voor om de inwoners van de stad niet buitenspel te zetten. “Mensen moeten mee kunnen praten over datagebruik in de stad. Dat ze weten waar een experiment met licht gaande is. Dat ze weten waar de luchtkwaliteit wordt gemeten. Zodra mensen dat weten, denken ze: dat kan ik zelf ook en dat kan ik zelf beter. Dan krijg je een hele interessante strijd en zie je dat data politiek worden.”
Toegevoegde waarde
Voor Bokern is het, zelfs als junior, dan ook een uitgemaakte zaak: kwaliteit gaat boven kwantiteit. “Wat ik zie wanneer mensen het over smart cities hebben, is dat het heel snel gaat over dingen aanpakken waar we ook heel veel data over hebben. Luchtkwaliteit is het beste voorbeeld. Met die metingen kan je heel snel heel veel data genereren. Het is niet slecht om naar het verbeteren van de luchtkwaliteit te kijken. Maar het is typisch een voorbeeld van: wat kunnen we met data en dat gaan doen in plaats van: waar hebben we behoefte aan en hoe kunnen data daar van toegevoegde waarde zijn?”
Gebiedsontwikkelaars zijn steeds afhankelijker van data en slimme datatoepassingen. Welke toepassingen zijn er al? En wat vraagt digitalisering van de gebiedsontwikkelaar? De antwoorden daarop deelt de SKG Kring van Adviseurs in haar gratis beschikbare publicatie Data & Gebiedsontwikkeling.
Liesbet van Zoonen is hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast is ze academisch directeur van het Centre for BOLD Cities. Zij kijkt naar de mogelijkheden van data en digitalisering voor steden maar ook naar de bijbehorende ethische en sociale vraagstukken.
Walter Bokern is Chief Information Officer bij Springco, een datagedreven onderzoeksbureau voor stedelijke vraagstukken. Daarnaast is hij lid van de Kring van Adviseurs en schreef hij mee aan de publicatie Data & Gebiedsontwikkeling.
Cover: ‘podcastopname’ door Inge Janse (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)