euromast erasmusbrug rotterdam | pixabay door Corinavh (bron: Pixabay)

Podcast: kunnen grote stadsprojecten gebiedsontwikkeling aanjagen?

13 april 2020

2 minuten

Onderzoek TU Delft-onderzoeker Wouter Jan Verheul geeft een mini-college over hoe grote stadsprojecten werken als vliegwiel voor de ontwikkeling van het omliggende gebied.

Een nieuw museum, theater, stadion, of ander iconisch bouwproject: overal zien we stadsbestuurders, ontwerpers en beleidsmakers die hun initiatief aan de stad verkopen als het nieuwe icoon dat zal werken als een vliegwiel voor ontwikkeling van een stedelijk gebied. Maar worden al die beloften wel waargemaakt? Hoe kunnen zogenoemde urban flagship projects als aanjager voor stedelijke gebiedsontwikkeling werken? Wat zijn hun economische en sociale spin-offs in de omliggende wijken, en hoe kunnen we die in kaart brengen?

In de nieuwe podcast van de opleiding Master City Developer geeft TU Delft-onderzoeker Wouter Jan Verheul een mini-college over deze kwesties. Hij baseert zich op onderzoek naar de spin-off-effecten en aanjagende mechanismen van grote stadsprojecten voor hun omgeving. Via praktijkvoorbeelden vertelt Verheul hoe we economische en sociale effecten kunnen bepalen. Succes blijkt niet verzekerd, want voor en na de totstandkoming van een flagship zijn strategieën nodig om de omgeving te laten profiteren. Daarom geeft Verheul ook handelingsperspectieven om grote stadsprojecten daadwerkelijk te laten functioneren als aanjagers voor stedelijke gebiedsontwikkeling.

Het mini-college gaf Verheul eind januari in Hotel New York tijdens een open college van de Master City Developer (MCD), het opleidingsprogramma voor professionals die op strategisch niveau met stedelijke vraagstukken bezig zijn. Tijdens die bijeenkomst sprak ook stedenbouwkundige Riek Bakker.

Cover: Pixabay

Volg online de MCD-opleiding Urban Investment & Finance

Een grote stedelijke ontwikkeling duurt van idee tot realisatie een flink aantal jaren. Dan komt er wel eens een tegenslag op het bord van het projectteam, zoals grote mondiale veranderingen. Dat was zichtbaar in 2008 en nu weer. Wat betekenen grote economische schokken voor projecten en partijen in stedelijke ontwikkeling?

In de online module ‘Urban Investment & Finance’, onder leiding van Jeroen van Haaren, komen praktijkexperts en wetenschappers aan het woord over dit onderwerp. De module start in mei 2020 en gaat in op de impact van macro-economie op stedelijke projecten en het rekenen aan grond en gebieden. Ook behandelt de module de basisbegrippen van investeringsanalyse, het optimaliseren van een grondexploitatie, afwegingskaders van betrokken partijen en het maken van aantrekkelijke proposities. Tevens is er verdieping op de thema’s verduurzaming en meervoudige waardecreatie. 

Kijk voor meer informatie op de website van MCD.


Cover: ‘euromast erasmusbrug rotterdam | pixabay’ door Corinavh (bron: Pixabay) onder CC0 1.0, uitsnede van origineel



Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024