Nieuws Publiek-private samenwerking (PPS) is een kauwgumbegrip. Kenmerk van een echte PPS is dat de publieke partij (zoals de gemeente) en een private partij beide risicodragend investeren of exploiteren.
Het gaat doorgaans om langjarige contracten met een miljoenenomvang. Bij voorbeeld in de grondexploitatie, met het doel een woongebied of een binnenstedelijke transformatie te realiseren.
Naarmate de (her)ontwikkeling en investeringen vorderen, worden de nieuwe gebouwen verkocht aan de nieuwe eigenaar-bewoners, beleggers, corporaties of maatschappelijke instellingen. Het openbaar gebied gaat in eigendom en beheer naar de gemeente.
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu kondigt in de recent verschenen digitale publicatie Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl het einde aan van dit model. Men weet daar kennelijk niet meer wat er in de dagelijkse praktijk omgaat. Want regelmatig worden nieuwe PPS-contracten van deze soort afgesloten.
Merkwaardigerwijs propageert deze publicatie tegelijkertijd een ander type contracten waarin de gebiedsontwikkeling èn exploitatie èn beheer èn energievoorziening èn afvalverwerking allemaal in één contract worden samengebracht. Met het motief dat dan de ’totale kosten van eigendom’ pas goed in beeld komen.
Dit is theoretische flauwekul. Door alles op één hoop te gooien, maak je het uiterst complex. Bovendien is er Nederland geen enkele private partij die zulke overeenkomsten kan en wil afsluiten. Laat staan dat er een financier voor is te vinden.
Wij kennen deze geïntegreerde design-build-finance-maintain-operate (DBFMO-) contracten wel voor de aanleg van infrastructuur en afzonderlijke overheidsgebouwen. Maar langzamerhand komen nadelen aan het licht. Beheer en exploitatie vastleggen voor een periode van dertig jaar miskent de maatschappelijke dynamiek.
Denk bij voorbeeld aan de pijlsnelle ontwikkeling van ICT. Bij elke verandering in de ICT-infrastructuur van het gebouw, moet de gebruiker van het gebouw, bij voorbeeld de gemeente, opnieuw onderhandelen met de private exploitant. Degene die wat wil veranderen, is in het nadeel.
Dus, gemeente, let goed op als je aan een publiek-private samenwerking begint. Breng doelstelling, contractvorm, kansen en risico’s goed in kaart en hoed u voor PPS-voodoo.
Cover: ‘Gemeentehuis van Den Haag’ door Sirozy (bron: Shutterstock)