Verslag Op 11 maart 2015 organiseerde Platform31 een inhoudelijk debat in de aanloop naar de Provinciale Staten Verkiezingen. Onder de bevlogen leiding van Thomas van Zijl, presentator van BNR Nieuwsradio, ontspon er een spannende discussie over de solidariteit van provincies.
Platform31 debat Provinciale Staten Verkiezingen
Belangrijkste conclusies:
- Provincies moeten de regie in handen nemen en projecten ondersteunen met een provinciale visie;
- Duurzame energie realiseren met uitgebreide inspraak. De afstand tussen bestuur en bewoner moet kleiner;
- Door fors in steden te investeren kan Nederland haar internationale concurrentiepositie versterken, wat banen en inkomsten oplevert;
- Investeer in werkgelegenheid voor mensen die moeite hebben op de arbeidsmarkt;
- De regie van de centrale overheid vervaagt, laat de provincie die oppakken.
De thema’s Natuur, Energie & Water, Internationale Concurrentiepositie en Groei & Krimp uit het Jaar van de Ruimte vormde de rode draad in het debat, omdat hier de vraag wie Nederland maakt centraal staat. “Door alle ‘ruimtemakers’ bij elkaar te brengen verbinden we praktijk en beleid. En kunnen we lessen trekken uit al die mooie plannen die de afgelopen 25 jaar zijn gerealiseerd. Zodat we ons kunnen richten op de toekomst van de ruimtelijke inrichting van Nederland. De inhoudelijke rol van de provincies hierin wordt vaak onderschat. De centrale vraag tijdens dit debat is daarom: welke ruimtelijke ontwikkelingen spelen in de provincies en wat zijn specifiek de stippen op die horizon in de context van Nederland”, aldus Hans Leeflang die als mede-initiatiefnemer van het Jaar van de Ruimte de inhoudelijke side kick vormde van Thomas van Zijl. Onze eigen specialisten van Platform31, Ivo Opstelten, Koos van Dijken en Radboud Engbersen, presenteerden hun eigen levendige inleiding op de thema’s en voelden de elf aanwezige politici aan de tand met prikkelende vragen.
Aanpak leegstand
Vervolgens kregen de kandidaten de gelegenheid om hun belangrijkste standpunten uit hun verkiezingsprogramma’s uit de doeken te doen. Fenna Feenstra van SP Friesland noemt het aanpakken van de leegstand als een van de belangrijkste vraagstukken op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. “Bestaand vastgoed verbreden en verdiepen in plaats van meer nieuwbouw. Provincies moeten volgens haar de regie pakken en gemeenten op hun verantwoordelijkheden wijzen. Met een provinciale visie en projectondersteuning.” Dezelfde ruimte wil ze creëren voor het opwekken van duurzame energie. In Friesland is volop ruimte voor zonneweides en windmolens. Al die bestaande technologie en de nieuwe technieken die we ontwikkelen, daar moeten we op inzetten.”
Aanpak fossiele energie
Inzet op duurzame energie is ook een belangrijk speerpunt in het programma van de PvdA in Gelderland. Anna Lena Hedin pleit voor een fossielvrije samenleving. Dit gaat verder dan isolerende woningen en energiebesparende industrie. Vooral het opwekken van duurzame energie heeft haar bijzondere aandacht. “Niet van bovenaf grote windparken opleggen, maar met inspraak van de bevolking. Met andere woorden: democratisering van energie en economie en met oog voor het sociale aspect, zoals betaalbare woningen en werkgelegenheid.” Haar provinciegenoot Michiel Scheffer van D66 Gelderland knikt instemmend. Voor zijn partij zit de uitdaging vooral in de wijze waarop de provincie de energietransitie vormgeeft. En nog belangrijker, hoe zij dat realiseert met draagvlak van haar inwoners. “Desondanks is de opgave van de energietransitie zo urgent, mede vanwege onze afhankelijkheid van Rusland en het Midden Oosten, dat we geneigd zijn om door te pakken. Ook als daar op lokaal niveau soms de draagvlak ontbreekt.” Als het aan de Lokale Partijen Gelderland ligt is de stem van de burger leidend bij de invulling van hun natuurlijke omgeving. “De afstand tussen burger en politiek moet kleiner. Als we voorbij gaan aan de wijze waarop burgers hun natuurlijke omgeving willen inrichten, blijft een stip slechts een stip, maar komt die horizon nooit dichterbij. Dat het betrekken van burgers ook echt werkt, blijkt uit onze regionale aanpak. De laatste jaren gingen we van nul draagvlak voor windenergie naar instemming voor vijftien molens”, aldus Ronald van Meygaarden, lijsttrekker van Lokale Partijen Gelderland.
Bekijk hieronder het eerste debatdeel
Internationale concurrentiepositie
In het tweede blok, dat werd ingeleid door Koos van Dijken, spraken de kandidaten over het belang van de internationale concurrentiepositie van steden en regio’s in ons land. Wat is de betekenis daarvan voor de werkgelegenheid en de aantrekkelijkheid van ons leefklimaat? Zowel Huib van Essen van Groen Links Utrecht en Daniel Tuijnman van de VVD Utrecht zijn er trots op dat hun provincie internationaal te boek staat als topregio. Tuijnman: “Onze provincie biedt hiervoor de juiste randvoorwaarden, zoals ligging, inwoners en de aanwezigheid van bedrijven en instellingen. Die randvoorwaarden moeten we verbeteren. Een begin daarmee maakten we al in 2014 met 43 investeringsprojecten waarvan er 14 succesvol bleken. Vooral bedrijven uit India en China vestigden zich in Utrecht. Dit leverde in het eerste jaar al 17 miljoen euro aan investeringen op en 339 nieuwe banen."
Van Essen voegt daar nog het belang van cultuur aan toe. “Voor veel werknemers en bedrijven is een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor een groot deel afhankelijk van de wijze waarop we omgaan met cultuur.” Ron Hillebrand, PvdA Zuid-Holland: onze belangrijkste prioriteit in het verkiezingsprogramma is zoveel mogelijk werk creëren voor iedereen. Denk aan de Rotterdamse Haven en de greenport. Die leveren jaarlijks 30 miljard euro aan export op. Als het aan de PvdA ligt investeren we daarnaast fors in stedelijke ontwikkeling. 60% van onze inwoners woont in de stad. Vandaar dat jonge innovatieve bedrijven zich juist daar willen vestigen.”
Bekijk hieronder het tweede debatdeel
Groei & Krimp
In het derde en laatste blok ontstond er een levendig gesprek over groei en krimp. Carla Brugman van Groen Links in Limburg: “In onze regio praten we al vijftien jaar over krimp. Toch verstilt die discussie, omdat de krimp stagneert. Vooral in Noord-Limburg ontstaan kansen, bijvoorbeeld in de agrarische sector. In ons programma focussen we daarom op het sterker maken van datgene wat al sterk is en borgen wat niet onderuit mag zakken. Wat ons betreft borgen we in Limburg het kostbare buitengebied. We willen een schoon en gezond Limburg met goed en zoveel mogelijk openbaar vervoer.” Ook Zeeland kampt met krimp. Zowel in demografische opzichten als in de begroting. Frank van Oorschot van PvdA Zeeland: “Wij borgen zoveel mogelijk. Alleen voorzieningen die afhankelijk zijn van een subsidie-infuus stoten we af. Ondanks de beperkte voorzieningen blijven onze krimpgebieden leefbaar dankzij de inzet van die vrijwilligers.”
Waar Limburg en Zeeland bekend staan als krimpregio’s, kent Brabant juist groei. “Eindhoven wordt gezien als slimste regio ter wereld. Dit heeft een positief effect op het vestigingsklimaat in de omliggende dorpen en kernen”, zegt Jan Heijman van Lokaal Brabant. “En in West-Brabant wonen veel mensen uit Antwerpen en Rotterdam. Hoewel er volop werkgelegenheid is voor hoogopgeleide technici, valt een grote groep Brabanders echter tussen wal en schip. Als provincie is het belangrijk om te investeren in werkgelegenheid voor mensen die het moeilijker hebben op de arbeidsmarkt. Daarnaast pakken wij de vergrijzing aan in dorpskernen door die aantrekkelijk te maken voor jongeren. Wij stimuleren werken in de stad, wonen in een dorp.”
Bekijk hieronder het derde debatdeel
Solidariteitsgedachte
Het debat werd spannend toen Michiel Scheffer, inmiddels toehoorder in het publiek, door Thomas van Zijl werd aangesproken als de man van vijf miljard sinds de verkoop van aandelen Nuon. Van Zijl: “Er heerst een landelijke ongelijkheid tussen verschillende provincies. Zou u kunnen zeggen: we verklaren ons solidair met de provincies die het moeten doen met een kleinere begroting?” Scheffer: “We zouden ons kunnen afvragen of het zinvol is om een gezamenlijk fonds op te zetten waarvan het rendement terugvloeit naar diegene die inleggen, maar dat projecten met een hoog duurzaamheids- of groei-effect hieruit worden betaald. In ons programma kiezen we bewust voor die solidariteitsgedachte.” Een idee dat Jan Heijman van Lokaal Brabant, niet ziet zitten. “Geld dat is verdiend door de verkoop van bijvoorbeeld Essent, zou wat ons betreft ook weer moeten terugvloeien naar de provincie.”
Carla Brugman van Groen Links Limburg kan zich juist wel vinden in die gedachte. “Kijken we naar de energieproblematiek in Groningen, dan vind ik dat we ons als provincie solidair moeten opstellen. Je moet over grenzen heen durven denken.” Hans van Wageningen van D66 Limburg verwacht niet dat het inzetten van Limburgs geld elders in Nederland aan populariteit wint. Beter verteerbaar is als de rijke provincies bijvoorbeeld de waterschapsbanken zouden financieren, zodat duurzame projecten meer kansen krijgen.” Het slotakkoord kwam van Gert Dral, directielid van KuiperCompagnon: “Het buitenland spreekt met veel bewondering over ontwikkelingen in Nederland. De regierol van de centrale overheid zie ik vervagen. Pak die regierol op vanuit de provincie. Dan kunnen we voortbouwen op de ontwikkelingen die we tot nu toe hebben gerealiseerd.”
Cover: ‘2015.03.16_Provincies moeten over grenzen heen durven denken_660’