Nieuws De Omgevingswet had beter gefaseerd ingevoerd kunnen worden en de Wet versterking regie volkshuisvesting zorgt vooral voor nóg meer vertragingen in de rechtspraak. Deze zorgen uitte Bart Jan van Ettekoven, voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State, vorige maand bij de presentatie van het jaarverslag.
In het jaarverslag legt de Raad van State verantwoording af over de wettelijke adviezen die in 2022 zijn gegeven en de uitspraken die in zaken zijn gedaan. Naast die algemene beschouwing laten ook een aantal sleutelfiguren binnen de organisatie hun licht schijnen over het afgelopen jaar. Zij vertellen ook over hun verwachtingen voor het aankomende jaar. Een van die mensen is Bart Jan van Ettekoven, voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State. In zijn interview op de website geeft hij zijn visie over twee ontwikkelingen die de komende periode van grote invloed zullen zijn binnen gebiedsontwikkeling: de invoering van de Omgevingswet en de Wet versterking regie volkshuisvesting.
Forse uitdaging
Van Ettekoven is duidelijk en vooral ook erg kritisch. De invoering van de Omgevingswet zoals nu gepland baart hem veel zorgen. “We hebben de minister gewaarschuwd: weet wat je doet, misschien is faseren verstandiger. Het is een ingrijpende stelselherziening. In de komende vijf jaar zullen er veel nieuwe rechtsvragen opkomen die stuk voor stuk moeten worden beantwoord. Dat levert een periode op van verminderde rechtszekerheid.” Vooral het Digitaal Stelsel Omgevingswet, een game changer volgens Van Ettekoven, gaat veel invloed hebben. “De hele bedrijfsvoering van alle betrokken overheden en de bestuursrechtspraak in omgevingskwesties wordt afhankelijk van het goed functioneren van ICT. We zijn bezorgd dat de systemen die daarvoor nodig zijn onvoldoende robuust en niet tijdig beschikbaar zijn.”
Sinds 1 september is Marjolein Jansen als programma-directeur-generaal Ruimtelijke Ordening verantwoordelijk voor de Omgevingswet en het bijbehorende Digitaal Stelsel. Eind vorig jaar vertelde zij op Gebiedsontwikkeling.nu over de uitdagingen die komen kijken bij de (digitale) invoering van de wet.
Een aantal inhoudelijke keuzes bij het opstellen van de nieuwe wet zorgt bij Van Ettekoven voor onrust. “Zo is het nog niet mogelijk ontwerpversies van omgevingsplannen digitaal te raadplegen. Er wordt gewerkt aan 'tijdreizen' naar eerdere plannen, maar deze mogelijkheid is nog niet door ons getest. Ook het verwerken van onze uitspraken in het digitale systeem, zodat iedereen kan kennisnemen van bijvoorbeeld een vernietiging van een onderdeel van een omgevingsplan en de eventueel getroffen voorziening voor dat plandeel, is nog niet geregeld.”
De onzekerheid over de juridische gevolgen zorgt ervoor dat hij veel liever een gefaseerde invoering van de wet had gezien. “Het lastige is dat er geen weg terug is; als het digitaal systeem niet werkt, kunnen we niet terugvallen op de oude systemen of op papier. En dat alles gaat plaatsvinden in een periode waarin Nederland voor enorme opgaves staat: energietransitie, stikstof, woningbouw. Dat is al een forse uitdaging onder het huidige rechtsbestel.”
Niet redden
De mogelijke invoering van de Wet versterking regie volkshuisvesting (Wvrv) is een andere ontwikkeling waar Van Ettekoven met weinig vertrouwen naar uitkijkt. Hugo de Jonge omschreef de wet als “het juiste gereedschap hebben om te sturen op hoeveel, waar en voor wie we bouwen”. Maar de Raad van State denkt dat de druk op zijn afdeling nog veel groter wordt als deze wet definitief wordt. Want de Wvrv zorgt ervoor dat in de wetgeving rondom woningbouw de ‘reguliere’ rechtbank steeds vaker wordt overgeslagen. De Afdeling bestuursrechtspraak is dan de enige bevoegde rechter.
‘Woningbouw’ door Duncan Andison (bron: Shutterstock)
Van Ettekoven: “Zonder rechtbanken zijn we de ‘zeefwerking’ kwijt. Als er maar één rechterlijke instantie naar de zaken kijkt, is dat een vermindering van de rechtsbescherming en een uitzondering op de regel dat in ons land rechtsbescherming open staat in twee feitelijke instanties. Het gaat vaak om grote en complexe zaken. Bij grote woningbouwprojecten wordt in de regel beroep ingesteld door veel appellanten die tal van aspecten aanvoeren – milieu, verkeer, geluid. We moeten dan een reële mogelijkheid hebben om daar zorgvuldig naar te kijken, juist als er maar één rechterlijke instantie is.”
En die reële mogelijkheid is precies waar de schoen voor Van Ettekoven ook wringt. Want naast het feit dat zijn afdeling de enige bevoegde rechter levert, moet de Afdeling bestuursrechtspraak ook verplicht binnen zes maanden uitspraak doen. ”Tel dat op bij de huidige situatie: al veel zaken op de plank, minder mensen om eraan te werken en oplopende doorlooptijden. Dan kan ik voorspellen dat we de termijn van zes maanden in tal van zaken niet gaan redden. En haal je meer dan incidenteel de wettelijke termijnen niet, dan is dat niet goed voor het vertrouwen van de burger in de rechter. Dat is ook onze boodschap aan de minister: stel ons in staat op zorgvuldige wijze ons werk te doen."
Lees het hele jaarverslag op de website van de Raad van State.
Cover: ‘Uitzicht op de Raad van State in de oude binnenstad van Den Haag’ door BearFotos (bron: Shutterstock)