Analyse Jos Feijtel wijst in ROmagazine op het onlangs verschenen rapport ‘Ruimte voor wonen’ van de ambtelijke groep ‘Brede Maatschappelijke Heroverwegingen’. Hierin pleit deze onderzoeksgroep voor vergaande ingrepen om de woningproductie te versnellen.
De commissie signaleert dat de 75.000 woningen per jaar, zoals genoemd in het Woonakkoord, met maar liefst 20.000 per jaar omhoog moet om aan de vraag over tien jaar tegemoet te komen. “Uitgaande van een jaarlijkse opgave van 95 duizend woningen, schiet de plancapaciteit tot 2030 tekort.” In het rapport staat dat voor het komende decennium weliswaar voor ruim 825 duizend woningen plancapaciteit is opgenomen, maar dat voor slechts 385 duizend huizen met enige zekerheid te bepalen is dat die er ook echt komen. Kortom: woningen die onherroepelijk zijn vastgesteld in bestemmingsplannen.
De historisch enorme woningbouwopgave waar Nederland voor staat, is volgens de commissie ondanks de maatschappelijke waarde om binnenstedelijk te bouwen, niet volledig binnen de bestaande bebouwde kom te realiseren: “Bouwen op uitleglocaties en buiten stedelijk gebied is ook nodig om de groeiende woningvraag op te vangen. Binnen steden is er niet voldoende transformatieruimte om aan de vraag te voldoen en binnenstedelijke verdichting loopt tegen grenzen aan. Bijvoorbeeld op het gebied van verstening, leefbaarheid en waterberging”.
Vooral aan de proceskant ziet de commissie ruimte voor verbetering. Zo stelt ze dat lokale verschillen in eisen aan woningbouw de productiviteitsgroei belemmert en dat gemeentelijk beleid versnipperd is. Bovendien dragen provincies geen expliciete verantwoordelijkheid voor de woningbouwproductie, waardoor het belang van betaalbare woningen in de praktijk vaak ondergeschikt is aan het behoud van open ruimte. Bovendien zetten provincies nauwelijks formele instrumenten zoals het inpassingsplan of de aanwijzingsbevoegdheid in om de woningbouw aan te jagen. “In de praktijk sturen provincies door het maximeren van de plancapaciteit van gemeenten en zijn ze minder gericht op en hebben ze minder instrumenten voor het stimuleren daarvan.”
De commissie is ook kritisch over de vele prognoses die gemeenten en provincies gebruiken om grip te krijgen op de woningbehoefte. Bovendien worden daarbij ook nog eens belangrijke doelgroepen en trends gemist: “Bij de kwalitatieve invulling van de bouwopgave wordt vaak vooral gekeken naar de acute vraag, van onder meer jonge gezinnen, en minder geanticipeerd op vergrijzing en huishoudensverdunning op de langere termijn.”
De ambtelijke heroverwegingsgroep geeft niet alleen een kritische reflectie op de woningbouwopgave. In ROmagazine wordt ook een aantal oplossingsrichtingen belicht. Zo moet een 'doorbouwfonds' voorinvesteringen mogelijk maken op complexe binnenstedelijke locaties, moet het Rijk in kunnen grijpen als lokaal te veel eisen gesteld worden waardoor de bouw vertraagt en moet de verhuurderheffing opnieuw tegen het licht gehouden worden.
Cover: Pixabay
Lees hier het volledige rappport: BMH 7 Ruimte voor wonen
Lees verder op ROmagazine.nl