Nieuws Mocht u te maken krijgen met een broedplaats, of een broedplaats willen opzetten, dan is dit boek van onschatbare waarde. Het boek is niet per se gericht op gebiedsontwikkelaars. Het beoogt om bij organisaties en burgers betrokkenheid aan te wakkeren, door de inzet van onder andere broedplaatsen.
In veel gebiedsontwikkelingen zijn broedplaatsen katalysatoren van ontwikkeling. (zie ook Wellink 2008). Wordt een broedplaats opgestart, dan zal het gebied nieuwe bezoekers krijgen, waardoor het gebied aantrekkelijker wordt. Onbekend maakt immers onbemind.
Tegenwoordig ontstaan er ook broedplaatsen in veel leegstaand vastgoed. Niet alleen krijgt een vastgoedeigenaar dan nog iets van huur binnen, maar het is ook meteen beschermd tegen mogelijke krakers. Sommige broedplaatsen betalen overigens een gewone huur. Daarnaast zijn er gemeenten, zoals de gemeente Amsterdam, die een broedplaatsen beleid hebben om de stedelijke economie van onderop te versterken. Ook Den Haag heeft op die manier enkele locaties ontwikkeld. Dit beleid is vaak gestoeld op het werk van Richard Florida, dat ook in dit boek aan de orde komt. De titel “De broedfactor” is waarschijnlijk gekozen, omdat ook beschrijft hoe je broedplaatsen binnen bedrijven kan starten. Het boek gaat dan ook wat verder dan de broedplaatsen zoals die in gebiedsontwikkelingen vaak worden gezien. In het boek staan een groot aantal voorbeelden. Ook worden broedplaatsen in categorieën verdeeld. Broedplaatsen die van onderaf ontstaan, broedplaatsen die van bovenaf worden opgezet en broedplaatsen die zowel van onderaf als bovenaf ontstaan.
Voor de volledige publicatie zie de bijlagen
Cover: ‘Fenix Food Factory in Rotterdam’ door Iris van den Broek (bron: Shutterstock)