Windmolenpark Nederland door Fokke Baarssen (bron: shutterstock.com)

Regionale afspraken noodzakelijk om impact energietransitie op het landschap te beperken

28 november 2022

3 minuten

Analyse Het net kan het niet aan en daarom gaat de komende jaren de verouderde energie-infrastructuur in Nederland fors op de schop. Hoe passen we dat zorgvuldig in het landschap in? Regionale samenwerking kan zeker helpen, blijkt uit onderzoek van de Metropoolregio Amsterdam (MRA).

Door de toename van zonne- en windenergie staat het elektriciteitsnetwerk van vooral Noord-Holland zwaar onder druk. Met die mededeling legde energienetwerkbedrijf Alliander ruim een jaar geleden al de vinger op de zere plek. Vooral door de opwekking van zonne- en windenergie ontstaat er “een enorme toename van het stroomaanbod dat over een netwerk moet dat er niet voor ontworpen is”. Zo verklaarde Daan Schut, Chief Transition Officer bij Alliander, destijds de situatie.

Gebiedsontwikkelingen zonder stroom

Door de achterblijvende netcapaciteit ontstonden er problemen in nieuwe gebiedsontwikkelingen. Zo waren er problemen met het aansluiten van onder andere supermarkten en scholen. Alliander had vorig jaar “nog zo’n tienduizend nieuwe trafohuisjes, honderden nieuwe transformatorstations en duizenden extra kilometers leidingen nodig”. En de situatie in Noord-Holland staat niet op zichzelf. Netbeheerders steken de komende jaren miljarden in het totale Nederlandse energienetwerk, de grootste investeringen ooit. Desondanks is het nog lang niet zeker of alle problemen daarmee verleden tijd zijn.

Binnen de MRA moet de energieladder het leidende instrument worden

De miljardeninvesteringen zijn onvermijdelijk, maar voor de impact van de energietransitie op het landschap geldt hetzelfde. Metropoolregio Amsterdam (MRA) liet daarom onderzoeken wat de ruimtelijke impact van de energietransitie is op het landschap en welke rol regionale samenwerking kan spelen om die impact te verminderen.

Tijdige afstemming

In het rapport, dat vorige maand verscheen, concluderen de onderzoekers dat regionale samenwerking genoeg kansen biedt, maar dat tijdige afstemming over de inpassing van energie-infrastructuur in een regio als de MRA dan wel noodzakelijk is. De impact van de energietransitie zal sowieso groot zijn. Daarom moet het gesprek over de locatiebepaling en een goede positionering en inpassing in het landschap snel worden gevoerd.

Datacentrum van Equinix, Amsterdam door Aerovista Luchtfotografie (bron: shutterstock.com)

‘Datacentrum van Equinix, Amsterdam’ door Aerovista Luchtfotografie (bron: shutterstock.com)


De bovengrondse energiebouwstenen zullen moeten worden ingepast in het vaak open Noord-Hollandse landschap en dat betekent dat goede ontwikkelprincipes noodzakelijk zijn. Binnen de MRA moet de energieladder het leidende instrument worden. Op de onderste trede staat de locatie waar landschappelijk gezien de meeste ruimte is, oftewel een “al verïndustrialiseerd landschap.” Gebiedsontwikkelaars moeten bij de inpassing van de bouwstenen eerst naar de mogelijkheden kijken in deze gebieden. Zijn die er niet, dan moet de ladder beklommen worden naar trede twee, de stedelijke randen.

Samenhang

Bovenaan de ladder staan de “bijzondere landschappen met beschermingsregimes” op de vijfde en laatste trede. Deze landschappen moeten, als het aan de MRA ligt, zoveel mogelijk ontzien of gevrijwaard blijven van energiebouwstenen. Maar dat is helaas niet altijd mogelijk, zo luidt een andere conclusie in het rapport.

De energie-infrastructuur is niet alleen een technische maar tegelijk ook een ruimtelijke opgave die sterk ordenend is

Daarom hanteren de onderzoekers het motto liever niet, maar als toch, dan zo, met daarbij een set aanvullende ontwikkelprincipes. Het rekening houden met de verschillende landschappen binnen de regio en de bestaande structuren is daarbij het uitgangspunt. Samenwerking tussen verschillende stakeholders en het creëren van samenhang (zowel tussen de bouwstenen als in combinatie met andere regionale ontwikkelingen) is daarbij cruciaal. De afwegingsprincipes uit de NOVI zijn een voorbeeld van een instrument dat kan worden ingezet om die samenhang te realiseren.

Technische én ruimtelijke opgave

De analyses van de MRA komen sterk overeen met het rapport Hefboom voor een schone toekomst van het College van Rijksadviseurs (CRa), dat in september verscheen. In dat rapport stelt het CRa dat een langetermijnvisie op de ruimtelijke inrichting van Nederland onlosmakelijk verbonden is met het robuust en toekomstbestendig investeren in de energie-infrastructuur. “Hoogspanningsleidingen, -stations en ondergrondse buisleidingen moeten mee kunnen bewegen met de grote ruimtelijke veranderingen die deze eeuw gaan plaatsvinden. De energie-infrastructuur is niet alleen een technische maar tegelijk ook een ruimtelijke opgave die sterk ordenend is.”


Cover: ‘Windmolenpark Nederland’ door Fokke Baarssen (bron: shutterstock.com)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Waarnemend hoofdredacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

GO weekoverzicht 17 april 2025 door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week van langdurige en snelle impact in de toekomst

Deze week waren snelheid en impact de sleutelwoorden op Gebiedsontwikkeling.nu. In Rotterdam, Amsterdam, Den Haag én in Nieuw-Zeeland. En columnist Aeisso Boelman helpt met een overlevingspakket voor het vakgebied.

Weekoverzicht

17 april 2025

Brasa Village door Martine Goulmy (bron: Ymere)

Het geheim van een van de snelste gebiedsontwikkelingen in Nederland

In Amsterdam Zuidoost werken drie woningcorporaties en de gemeente aan de ontwikkeling van 520 flexwoningen in tweeëneenhalf jaar tijd. Een recordtijd die mede mogelijk is door een andere inrichting van het ontwikkelproces en het nemen van risico’s.

Casus

17 april 2025

Sessie Grond voor GO door Sander van Wettum (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling)

SKG Jaarcongres 2025: de oogst van de deelsessies, deel 2

Ook het afgelopen SKG Jaarcongres waren er weer twee rondes met kennissessies. De thema’s varieerden van de aanpak van transformatiegebieden tot en met het leren in en van gebiedsontwikkeling. Dit zijn de verslagen van ronde twee.

Verslag

16 april 2025