Opinie Een conclusie die je zou kunnen trekken uit de evaluatie van het Nederlandse klimaatbeleid, door CE Delft in opdracht van de Tweede Kamer, is dat de overheid tegenwoordig maar wat doet. Besluiten worden na 2005 amper systematisch geëvalueerd en als het al gebeurt, dan op manieren die niet met elkaar vergelijkbaar zijn, omdat de ene evaluatie heel anders wordt uitgevoerd dan de andere. Daardoor kun je moeilijk bepalen welk beleid het beste werkt.
‘Reguleren werkt beter dan stimuleren - Afbeelding 1’
Als je die relativering in aanmerking neemt (die gevolgen heeft voor de hardheid van de cijfers), zijn er wel een paar interessante conclusies uit het rapport te trekken. Zo blijkt energiebesparing de beste vorm van klimaatbeleid, al was het maar omdat daardoor minder andere – veelal duurdere – maatregelen nodig zijn. Vergroten van het aandeel duurzame energie, zorgen dat er meer biobrandstof wordt bijgemengd in benzine kosten steeds meer dan verwacht.
Maar er had wel meer werk gemaakt kunnen worden van energiebesparing. In de industrie werd de prikkel om zuinig te zijn met energie ernstig gehinderd door de korting die de grootverbruikers op hun energieverbruik kregen. Met als gevolg dat de besparing gemiddeld slechts 0,5 procent was, terwijl bij business-as-usual eigenlijk al ten minste 0,8 procent energie bespaard wordt.
Cover: ‘Thumb_wet en regelgeving_0_1000px’