Onderzoek Het recente advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur liegt er niet om: in Nederland is sprake van een biodiversiteitscrisis en die moet zo snel mogelijk aangepakt worden. Dit betekent onder meer dat natuur altijd, overal en ruimschoots onderdeel van gebiedsontwikkeling moet zijn.
Wereldwijd gaat de natuur in een zorgwekkend tempo achteruit. Dat geldt zeker ook voor Nederland. Van agrarische gebieden tot natuurgebieden, van binnenwateren tot stedelijke gebieden: overal lopen de natuurkwaliteit en de biodiversiteit terug. Dat is problematisch, want een vitale natuur is cruciaal voor het tegengaan van klimaatverandering en verduurzaming van de voedselvoorziening.
Natuur in de directe leefomgeving is daarnaast essentieel voor de gezondheid en het welbevinden van mensen. Bovendien is een goede staat van de natuur van belang voor de beschikbaarheid van onder meer drinkwater, gezond voedsel en schone lucht. De natuur vormt een bestaansvoorwaarde voor de mens.
Tegen de achtergrond van deze biodiversiteitscrisis heeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) zich gebogen over de vraag of het bestaande natuurbeleid van de rijksoverheid toereikend is en zo nee, welke koerswijzigingen nodig zijn. Vorige maand is hierover het advies Natuurinclusief Nederland. Natuur overal en voor iedereen (pdf) verschenen. Naar ons oordeel presteert Nederland slecht met het gevoerde natuurbeleid en het Nederlandse natuurbeleid schiet tekort. We zien daarvoor vier oorzaken en geven meteen vier adviezen hoe de weg in te slaan naar een natuurinclusief Nederland.
1: de focus van het natuurbeleid is te smal
In het huidige Nederlandse natuurbeleid wordt naar ons oordeel het begrip natuur te krap afgebakend. Het beleid is hoofdzakelijk gericht op de beschermde gebieden. Die gebieden zijn echter onderdeel van veel grotere ecosystemen, ook buiten de beschermingsgrenzen. Veel dieren in beschermde gebieden gebruiken bijvoorbeeld de omliggende gebieden om voedsel te vinden. Met het huidige beleid lukt het niet om de gebieden afdoende te beschermen en te zorgen dat de condities voor (grond)water, bodem en milieu op orde zijn.
De krappe afbakening van het natuurbeleid gaat bovendien gepaard met te weinig aandacht voor de natuur in het landelijk en stedelijk gebied. Ook daar is natuurherstel van belang, zowel vanwege het behoud van de diensten die de natuur levert, als vanwege het belang van een groene leefomgeving voor de gezondheid en het welbevinden van mensen.
Voor een grootschalig herstel van de biodiversiteit is het essentieel dat het natuurbeleid wordt verbreed. Het beleid zal zich moeten richten op ál het groen in ons land, dus zowel op de natuur in beschermde gebieden als daarbuiten. Het concept ‘basiskwaliteit natuur’ biedt een goede houvast om per gebied een gewenst minimum kwaliteitsniveau te bepalen, zowel voor de natuur zelf als voor de belevingswaarde daarvan.
2: onvoldoende verbinding tussen natuurbeleid en ander beleid
De ambitie van de overheid om natuuropgaven te verweven met andere maatschappelijke opgaven en te bewegen naar een natuurinclusieve samenleving, loopt vast. In de praktijk ondervinden goedwillende partijen in de samenleving daarbij allerlei belemmeringen. Boeren kunnen kansen voor een natuurvriendelijke bedrijfsvoering niet verzilveren in een verdienmodel. In de bouw komt vergroening bij nieuwbouw en renovatie te weinig tot stand doordat duidelijke beleidsrichtlijnen ontbreken. De omvorming van nationale parken tot grotere en natuurinclusieve gebieden wordt belemmerd door te beperkte wettelijke criteria. En een integrale aanpak van maatschappelijke opgaven faalt doordat rijksbudgetten niet gebundeld kunnen worden ingezet voor een gebiedsgerichte aanpak.
Wij zien grote kansen om het herstel van de natuur, zowel binnen als buiten beschermde gebieden, te verbinden met de grote maatschappelijke opgaven waar ons land voor staat. Dit geldt als eerste voor de maatschappelijke opgaven die in de ruimte hun beslag krijgen: de woningbouwopgave, de klimaat- en energieopgave en de verduurzaming van de landbouw. Natuurherstel kan ook onderdeel zijn van andere opgaven waar Nederland voor staat, zoals een betaalbare en houdbare gezondheidszorg.
3: te weinig aandacht positie natuur bij economische en politieke afwegingen
Ondanks brede maatschappelijke zorgen over de toestand van de natuur in Nederland heeft het natuurbelang nog altijd een zwakke positie bij economische en politieke afwegingen. Natuur wordt dikwijls gezien als een kostenpost en als een deelbelang dat economische groei hindert. Er lijkt sprake te zijn van een blinde vlek voor de betekenis van natuur als bestaansvoorwaarde voor de mens.
Om substantiële stappen te zetten naar een natuurinclusieve samenleving moeten de oorzaken van natuurverlies worden aangepakt. Omgekeerd zullen activiteiten die positieve effecten hebben op de natuur en biodiversiteit, moeten worden gestimuleerd. Dat vereist dat het natuurbelang volwaardig meetelt in economische en politieke besluitvorming. Om stappen te zetten naar het verweven van natuur en economie bevelen we aan om gebruik te maken van diverse instrumenten: het ombuigen van financiële prikkels en een betere borging van het natuurbelang bij economische en politieke besluitvorming.
4: niet genoeg samenwerking
Het niet halen van de doelen van het Nederlandse natuurbeleid heeft nog een vierde oorzaak: een gebrek aan samenhangende bestuurlijke aanpak. Effectief natuurbeleid vergt samenwerking en afstemming. In de praktijk schort het vaak aan samenwerking tussen overheden onderling en met andere partijen. Het ontbreekt ook aan systematische monitoring van de realisatie van de doelen en onafhankelijk toezicht op het bereiken daarvan.
Het verbinden van ruimtelijke opgaven vergt een gebiedsgerichte aanpak, waaraan alle betrokken partijen – met onderscheiden rollen en taken – gezamenlijk invulling geven. We ondersteunen daarom het voornemen van het kabinet om te komen tot een integrale, gebiedsgerichte aanpak van opgaven voor natuurherstel, klimaat en water in het landelijk gebied.
De biodiversiteitscrisis keren
Het natuurbeleid verdient meer prioriteit op de politieke en bestuurlijke agenda. Het is cruciaal om de teruggang van natuur te keren en te zorgen voor herstel. Daartoe zal de overheid met veel meer inzet moeten werken aan de totstandkoming van een natuurinclusief Nederland.
Zo zal natuurherstel verbonden moeten worden met andere maatschappelijke opgaven. De plannen die staan vermeld in het coalitieakkoord 2021-2025 kunnen daaraan zeker een bijdrage leveren. De twee fondsen van in totaal 60 miljard euro die het nieuwe kabinet wil instellen ten behoeve van het klimaat- en het stikstofbeleid maken veel van de noodzakelijke investeringen mogelijk. Daarnaast is de keuze die in het coalitieakkoord wordt gemaakt voor een gebiedsgerichte aanpak een stap in de goede richting.
Naar een natuurinclusief Nederland
Wat wij voor ons zien is een natuurinclusief Nederland, met natuur overal en voor iedereen. Een Nederland met gezonde natuurgebieden, met bijzondere soorten dieren en planten en bijzondere landschappen. Een Nederland dat ook buiten de wettelijk beschermde natuurgebieden, in agrarische gebieden, in dorpen en steden, royaal is voorzien van groen en water en waar dieren en planten die er ‘thuis horen’ ook voorkomen. Een Nederland waar iedere Nederlander in de eigen straat en buurt volop natuurervaringen opdoet en zich fysiek en mentaal gezond voelt. En een Nederland waarin het natuurbeleid een integraal onderdeel vormt van ander beleid, zodat het natuurbelang nadrukkelijk meeweegt in economische en politieke besluiten.
Dit artikel verscheen eerder op rli.nl. Het advies Natuurinclusief Nederland is hier te lezen (pdf)
Cover: ‘Prettige groene woonstraat in Eindhoven’ door Lea Rae (bron: shutterstock.com)