17 juni 2012
2 minuten
Nieuws Het omgevingsrecht in Nederland is uiterst gecompliceerd, duur in zijn toepassing en vaak vertragend voor het maken van (her)ontwikkelingsplannen van gebieden. Daarnaast is het ontwikkelingsproces de afgelopen jaren dichtgegroeid met een veelheid aan wederzijdse afhankelijkheden tussen publieke en private partijen.
“In theorie kunnen die checks and balances wellicht een optimaal product opleveren, maar in de praktijk is daar vaak geen sprake van. Elke verandering in de (markt)omstandigheden leidt tot vertragingen, omdat die als een bedreiging voor eerder bereikte onderhandelingsresultaten wordt ervaren. Resultaat: langdurige ontwikkel- en planningsprocessen met hoge bijkomende kosten en weinig flexibiliteit. Maar bovenal frustratie, verzuring en chagrijn; zeker in tijden waarin alles tegenzit. Markt en overheden moeten samen op zoek naar een nieuw evenwicht in de samenwerking.’’
Aan het woord is Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft en directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling.
De Zeeuw spreekt over ‘ontslakken’, met als doel de flexibiliteit te vergroten, de ‘time to market’ te verkorten, de kosten te reduceren en de mogelijkheden om adequater in te spelen op de wensen van eindgebruikers te vergroten. Daarmee wordt het product beter en goedkoper, komt professionaliteit beter tot z’n recht en wordt de arbeidsvreugde verhoogd. Dat is een gezamenlijke opgave voor markt, overheid en adviseurs. Dat betekent focus op de eigen rol en verantwoordelijkheden, en het beperken van de mogelijkheden om risico’s af te wentelen. Om het nieuwe wonen, werken en winkelen mogelijk te maken moeten overheden en marktpartijen zich van hun zelf gecreëerde beperkingen bevrijden.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_wet en regelgeving_0_1000px’