Plan Celcius door Igor Vermeer (bron: Trudo)

Ruimtelijke ontwikkeling vervlechten met gemeenschapsontwikkeling? Zo kan het

23 oktober 2024

8 minuten

Analyse Ruimtelijke ontwikkeling krijgt volgens adviseur Frans Soeterbroek pas echt betekenis als dit mensen in staat stelt zich met hun omgeving en vooral met elkaar te verbinden. Drie voorbeelden hoe ruimtelijke ontwikkeling ‘gemeenschapsontwikkeling’ kan worden, stemmen Soeterbroek hoopvol, ook al is het aantal projecten dat daaraan voldoet nog te beperkt naar zijn mening.

Enkele weken geleden werden de ARC-ontwerpprijzen voor interieur, architectuur en stedenbouw uitgereikt. Het zijn periodieke prijzen op initiatief van het platform en tijdschrift de Architect. Wat mij als jurylid en als relatieve buitenstaander in de ontwerpwereld opviel is dat er voor de architectuurprijs 10 keer zoveel inzendingen waren als voor stedenbouw, 200 tegenover 20.

In opdracht van woningcorporatie Trudo, is óók fors gesloopt. Maar wel met één fundamenteel verschil

Ik vermoed dat hiervoor drie redenen zijn. Ten eerste dat in de ontwerpwereld de esthetiek van architectuur hoger in aanzien staat dan de meer op maatschappelijk rendement gerichte stedenbouw. Ten tweede dat stedenbouw eerder een collectieve prestatie is van overheden, burgers, bedrijven en ontwerpers en het moeilijk is om daar de ontwerpbureaus uit te lichten als eigenaar van de prestatie. En ten derde gaat het misschien ook niet zo goed met de kwaliteit van de stedenbouw. We zijn ondanks alle pretenties met integrale en duurzame gebiedsontwikkeling (zowel ecologisch als sociaal) gevangen geraakt in het realiseren van projecten die gestuurd worden door vrij beperkte en verkokerde doelen: woningen realiseren, verdichten, businesscases overeind houden en grondposities te gelde maken.

Focus op community

Waar wél breder gekeken wordt, zoals de overal opgeld doende inzet van het bouwen van gemengde wijken, overheerst een top-down model waarin de samenwerkende gemeenten, corporaties en ontwikkelaars in mijn ogen te makkelijk voor sloop-nieuwbouw kiezen. Zo hebben wij ons als jury af en toe achter de oren gekrabd bij inzendingen waar bijna terloops werd vermeld dat grote hoeveelheden sociale huurwoningen waren gesloopt om ruimte te maken voor een inzendingswaardig project voor vooral andere doelgroepen.

Maar het kan ook anders. Voor het uiteindelijke prijswinnende project, Celsius in de wijk Woensel West in Eindhoven, in opdracht van woningcorporatie Trudo, is óók fors gesloopt. Maar wel met één fundamenteel verschil, namelijk dat er in overleg met de sociale huurders iets fantastisch terug is gebouwd. Uit het juryrapport: “door de focus op community in de stedenbouw en radicaal optimisme in de architectuur liet het team van corporatie en ontwerpers zien dat stedenbouw vooral ook gemeenschapsbouw is.”

Plan Celcius door Igor Vermeer (bron: Trudo)

‘Plan Celcius’ door Igor Vermeer (bron: Trudo)


Celsius is een fraai voorbeeld van hoe stedenbouw ook en vooral gemeenschapsbouw is met voor de zogeheten kwetsbare wijken hoge kwaliteitsnormen voor de woningen, publieke ruimte en de voorzieningen. Maar dat kwam niet zomaar tot stand. Kortom: wat kunnen gebiedsontwikkelaars leren van de aanpak in Woensel West?

  1. De tijd nemen. Dit betekent een lange aanloop van de plannen om ze ook echt samen met de buurt te ontwikkelen en goed in te bedden in 20 jaar wijkaanpak
  2. Slim ontwikkelen. Er zijn drie relatief goedkope basiscasco’s voor 500 woningen gerealiseerd, maar wel met een grote variatie aan uitbouwen, kleuren en muurschilderingen waardoor de wijk er gevarieerd en vrolijk uitziet en kwaliteit uitstraalt
  3. Een ruimtelijke opzet. Dit betekent veel groene openbare ruimte met prettige wandelroutes en bijzondere ‘toegangspoorten’ tot de woonblokken
  4. Aansluiten bij de geschiedenis van de plek. De openbare ruimte is zo ingericht dat de gezellige voortuintjes-cultuur van deze volkswijk in een andere vorm terug kon komen
  5. Ontmoeting centraal. Er is een prachtige en levendige buurtwerkkamer op dé toplocatie van de wijk gerealiseerd, namelijk in de plint van het gebouw dat het centrale plein van het hele project domineert
  6. Slimme fasering. Het project is opgedeeld in vier fasen waardoor de zittende bewoners konden rouleren en zo gemakkelijker in de wijk konden blijven (50 tot 70 procent van de bewoners is gebleven/teruggekeerd)
  7. Gerichte sociale aanpak. De carrousel van verhuizingen is aangegrepen voor een gerichte aanpak van de ‘probleemgevallen’ in de wijk (‘achter de voordeur’-problematiek, ernstige overlast, prostitutie) waardoor het veel voorkomende adagium ‘de buurt is nieuw maar de problemen zijn hetzelfde’ niet opging

Organische aanpak

Een ander goed voorbeeld is het gesprek tijdens een expertsessie over de komst van een tweede bibliotheek met een grootstedelijke functie (‘OBA Next’) in Kraaiennest in Amsterdam Zuidoost. De centrale vraag was hoe zo’n project met en voor de buurt te ontwikkelen zonder het idee kwijt te raken dat het aantrekkelijk moet zijn voor (vooral jongeren uit) de hele stad.

Het komt alleen goed wanneer ambtenaren leren om de organische benadering in te bouwen in hun eigen manier van werken

Vanuit de buurt wordt de komst van OBA Next toegejuicht maar was er wel zorg over de inbedding ervan in de reeds op gang gekomen samenwerking tussen gemeente en buurt bij de grotere gebiedsontwikkeling die de K-buurt staat te wachten. Een sterke buurtorganisatie, ‘Hart voor de K-buurt’, had zich de afgelopen jaren een goede positie verworven als partner van de gemeente, maar hoe werkt dit dan met deze weer nieuwe ambitie met een eigen organisatie erachter?

In mijn ogen ligt het antwoord vooral in de aanpassing van de stedenbouwkundige filosofie: de taaie logica van een planmatige, programmatische en projectmatige aanpak ombuigen naar een aanpak die veel organischer en lichter is. Van het ideaal ‘we gaan in één keer iets unieks maken’ naar ‘we bewegen mee met wat er al gebeurt en werken gestaag door’. Dan kun je gemakkelijker aansluiten op de logica van de buurt en voorkom je valse tegenstellingen tussen een stedelijke en lokale instee

Plan Celcius door Igor Vermeer (bron: Trudo)

‘Plan Celcius’ door Igor Vermeer (bron: Trudo)


De tragiek is dat bewoners vaak vanuit die meer organische logica denken en de gemeenten en de door hen ingehuurde professionals vanuit de plan- en beheersmatige logica. Bewoners zijn dan gedwongen hun kijk op wat nodig is steeds weer op ‘de systeemwereld’ te bevechten. Het komt alleen goed wanneer de ambtenaren en door hen ingehuurde professionals leren om de organische en lichte benadering in te bouwen in hun eigen manier van kijken en werken. Die oproep sprak aan en vervolgens hebben we samen met de bewoners een aantal principes en acties bedacht om te voorkomen dat leef- en systeemwereld met de komt van OBA Next uit elkaar groeien:

  1. Doe al het werk aan ruimtelijke plannen op de plek waarover ze gaan. Op de locatie zelf komt de leefwereld makkelijker binnen en bouw je ter plekke de goede netwerken.
  2. Bouw betere waarborgen in dat de gemeente afspraken en toezegging nakomt. Hoe groter de plannen hoe eerder ze sneuvelen en dat hebben buurtbewoners al te vaak gezien.
  3. Voorkom dat iedere nieuwe vraag gelijk weer wordt omgezet in het inhuren van nieuwe professionals en het uitzetten van nog meer onderzoeken. Gebruik de collectieve intelligentie in de buurt en voorzie juist hen van de middelen.
  4. Ga ervanuit dat elke ambitie waar je aan werkt buiten al in de kiem aanwezig is. Spoor het op en verbind je ermee zonder het over te nemen.
  5. Stel als norm dat de participatieaanpak binnen projecten en programma’s bijdraagt aan het duurzaam versterken van lokale gemeenschappen. Dus niet alle relaties en netwerken weer laten verdampen na afronding ervan

Bij elkaar zijn dit vijf nuttige ingangen om een fatale wedloop tussen de logica van de leefwereld en van de systeemwereld te voorkomen en om gebiedsontwikkeling te vervlechten met gemeenschapsontwikkeling.

Wooncollectieven

Een ander project waar ik bij betrokken ben is de gemeente Zuidplas waar wooncollectieven in een nieuw te bouwen dorp met 9000 woningen een rol van betekenis moeten spelen. De vraag is hoe je van dat nieuwe dorp echt een gemeenschap kunt maken in plaats van een anonieme wijk.

Plan Celcius door Igor Vermeer (bron: Trudo)

‘Plan Celcius’ door Igor Vermeer (bron: Trudo)


Een unieke kans om in een vroege fase van gebiedsontwikkeling het ideaal van gemeenschapsontwikkeling al te doordenken. Meestal start het denken hierover pas bij het plannen van voorzieningen en nadat er mensen in een gebied wonen. Mijn inzet was om bijzondere pioniers naar je toe te halen bij wie het woord gemeenschapszin bij wijze van spreken op het voorhoofd staat geschreven. Daarbij denk ik in de eerste plaats aan collectieven die iets met landschap, landbouw en energie willen. Dat heeft ertoe geleid om in de gemeente Zuidplas op de volgende manieren op het bouwen van gemeenschappen te anticiperen:

  1. Bij de grond- en kaveluitgifte een aanzienlijk deel te reserveren voor wooncollectieven en dus niet alle grond uitgeven aan commerciële projectontwikkelaars
  2. Witte vlekken houden in het plan om groepen te bedienen waarvan je nog niet weet wat ze willen
  3. Nu al starten met een community waarin huidige bewoners in de gemeente samenwerken met mensen die model kunnen staan voor de toekomstige bewoners
  4. Werken met tijdelijke voorzieningen (denk aan een collectieve schuur) om pioniers een plek te geven waarin ze gelijkgestemden kunnen ontmoeten en een eigen gebiedsatelier hebben
  5. Het aanstellen van een projectleider voor het ‘werven’ van wooncollectieven

Bovenstaande principes maken duidelijk dat er genoeg mogelijkheden zijn om al vanaf het prille begin van gebiedsontwikkeling gemeenschapsontwikkeling te laten ontstaan.

Gemeenschapsbouw

Celsius in Woensel West in Eindhoven, OBA Next in Amsterdam Zuidoost en Zuidplas, het zijn drie heel verschillende casussen. Van sloop-nieuwbouw, via een grootstedelijke voorziening in de buurt tot het bouwen van een heel nieuw dorp.

Hopelijk realiseert iedereen die zich bezighoudt met en deelneemt in gebiedsontwikkeling zich dat het om mensen gaat

Maar er zijn wel wat algemene lessen te trekken over de vraag hoe ruimtelijke ontwikkeling en stedenbouw sterker te richten op gemeenschapsbouw dan doorgaans gebeurt. Samenvattend haal ik zes aanknopingspunten uit de drie verhalen.

  1. Niet top-down nieuwe buurten en gemengde wijken maken met als ideaal problemen te verdunnen maar samen met de buurt gestaag werken aan de leefbaarheid in de buurt. En dus niet te makkelijk vluchten in sloop-nieuwbouw
  2. De lat hoger leggen als het gaat om kwaliteit toevoegen aan bestaande volkswijken en daarbij heel precies werken aan het vervlechten van ruimtelijke en sociale kwaliteit
  3. Je niet opsluiten in een kille planmatige, programmatisch of projectmatige aanpak waarbij de systeemwereld steeds meer uitdijt maar juist veel organischer en lichter werken. Letterlijk en figuurlijk aansluiten op hoe buurten zich ontwikkelen en wat er al aan kracht en beweging te zien is. En speelruimte houden voor initiatieven die je nu nog niet kent
  4. In je project- en programma-ambities het duurzaam versterken van gemeenschappen centraal stellen en ook je participatieaanpak daaraan dienstbaar maken
  5. Gemeenschapsontwikkeling zien als iets dat aan het prille begin van nieuwe projecten moet worden doordacht en in gang gezet en dus niet pas beginnen als mensen er al komen wonen
  6. In je hele planningsinstrumentarium (gronduitgifte, grondexploitatie, stedenbouwkundige plannen, verkaveling, voorzieningen, gebiedsmarketing etc.) gericht inzetten op groepen die het woord gemeenschap op het voorhoofd hebben. Denk aan wooncollectieven, energiecoöperaties, buurtorganisaties en maatschappelijk ondernemers

De genoemde voorbeelden laten zien dat dit weldegelijk mogelijk is in de praktijk, maar over de hele linie zijn het toch nog uitzonderingen en worden systeemwerelden gebouwd die de afstand tot de leefwereld vergroten. Hopelijk realiseert iedereen die zich bezighoudt met en deelneemt in gebiedsontwikkeling zich uiteindelijk dat het om mensen gaat. Daarom moeten we ernaar streven om van ruimtelijke ontwikkeling net iets meer te maken, namelijk gemeenschapsontwikkeling.


Dit is een bewerkte versie van het artikel dat eerder op de website van Frans Soeterbroek verscheen.


Cover: ‘Plan Celcius’ door Igor Vermeer (bron: Trudo)


Portret - Frans Soeterbroek

Door Frans Soeterbroek

Adviseur maatschappelijke gebiedsontwikkeling


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024