Casus Met drie of vier generaties samenwonen rond een binnentuin is in Duitsland niet ongewoon. In Utrecht en Nijmegen volgden een projectontwikkelaar en een woningcorporatie het Duitse voorbeeld door een meergeneratiehof te realiseren. Journalist Jaco Boer bezocht beide projecten en gaat in op de vraag of dit een opschaalbaar en duurzaam concept voor gebiedsontwikkeling is.
In 2009 neemt een groepje bevlogen inwoners uit Nijmegen het initiatief om een woongemeenschap op te richten waarin verschillende generaties met elkaar kunnen samenleven. Ze willen niet alleen gezamenlijk activiteiten ondernemen en in duurzame huizen wonen, maar ook ruimte bieden aan stilte en bezinning en elkaar ondersteunen in het dagelijks leven. De gedachte is dat ouderen er op de kinderen van gezinnen passen die op hun beurt weer een klusje of boodschap doen voor senioren die dat zelf niet meer kunnen.
Met hulp van een bureau wordt een visie en een coöperatief model voor de interne besluitvorming geformuleerd. De groep gaat vervolgens op zoek naar partners om het plan uit te kunnen voeren. Woningcorporatie Talis uit Nijmegen blijkt bereid om in Lent 40 sociale huurwoningen te bouwen en verhuren aan de gemeenschap. Via collectief particulier opdrachtgeverschap worden er nog negen koopwoningen op eigen grond aan toegevoegd. Na zeven jaar plannen, praten en bouwen is het nieuwbouwproject in 2016 een feit.
Hechte community
Inmiddels is woongemeenschap Eikpunt uitgegroeid tot een hechte community waar bewoners zich niet kunnen voorstellen er ooit meer weg te gaan. Dat hoeft ook niet, want er zijn verschillende typen woningen gebouwd: van kleine studio’s voor jongeren tot eengezinswoningen en appartementen in verschillende grootten. Leden kunnen daardoor doorstromen binnen het project als er een geschikte woning vrijkomt. De ligging van de drie woongebouwen rond een gezamenlijke moes-, kijk- en speeltuin nodigt bovendien uit tot spontane ontmoetingen. Bewoners delen er op de begane grond ruimten om te wassen, klussen, muziek te maken of te mediteren. Bezoekers kunnen zelfs blijven slapen in een van de logeerkamers.
‘Hechte community, Woongemeenschap Eikpunt’ (bron: Jaco Boer)
Om de gemeenschap te laten bloeien, zetten bewoners zich in voor de gemeenschap binnen verschillende werkgroepen. Er zijn groepen voor de tuin, het onderhoud van de gebouwen, het zondagochtendcafé of de introductie van geïnteresseerde nieuwkomers. Wie hulp nodig heeft, hoeft maar een berichtje naar de appgroep te sturen en binnen tien minuten staat er iemand voor je klaar. Bewoner Marja van Dijk (92) vindt het ideaal: “In de afgelopen jaren heb ik veel op de kinderen in de gemeenschap gepast. Maar nu ik zelf wat ouder word, heb ik vaker hulp nodig van anderen. Dan kan ik rekenen op mijn buurvrouw die verpleegkundige is geweest. Al die gesprekken en ontmoetingen met jonge mensen houden mij bovendien jong.”
Duitse voorbeeldprojecten
Samenwonen met meerdere generaties onder één dak of rond een hof is in Duitsland al veel gewoner. Voor de initiatiefnemers van woongemeenschap Eikpunt waren de oosterburen dan ook een belangrijke inspiratiebron. De langere ervaring hangt gedeeltelijk samen met een zekere nostalgie van veel Duitsers naar het Grossfamilienhaus waarin ouderen met hun kinderen en kleinkinderen blijven wonen. Maar vooral het nijpende tekort aan thuishulpkrachten en mantelzorgers en de snelstijgende zorgkosten zijn voor veel organisaties ook een belangrijke reden om het concept serieus te nemen.
Zo zet al in 2009 het Bundesministerium für Familie, Senioren, Frauen und Jugend een stimuleringsprogramma op waarin dertig generatieoverstijgende woonprojecten financieel werden ondersteund. In Nederland zijn de initiatieven op het gebied van meergeneratiewonen nog op één hand te tellen. De vormen lopen ook erg uiteen: van de kangoeroewoning waarin grootouders onder of boven hun eigen kinderen wonen tot de prefab mantelzorgcontainer in de achtertuin. Maar voor projectontwikkelaars, woningcorporaties en zorginstellingen zijn vooral de meergeneratiewijken of -hoven voor enkele tientallen huishoudens interessant.
Inclusieve buurt
Zo besloot de Nijmeegse woningcorporatie Talis om met woongemeenschap Eikpunt samen te werken om ervaring op te doen met het gezamenlijk bouwen van inclusieve buurten. “Een woonomgeving waarin iedereen meetelt en vragers van ondersteuning of zorg ook drager kunnen zijn voor anderen vinden we als sociale huisvester belangrijk. Als bewoners voorzieningen met elkaar delen, kijken ze ook vanzelf meer naar elkaar om,” vertelt woordvoerder Anneke Hers.
‘Inclusieve buurt, Woongemeenschap Eikpunt’ (bron: Jaco Boer)
De wensen van de bewoners vormden het uitgangspunt voor de bouw van de woningen. Ze mochten ook zelf een architect aandragen die veel ervaring had met duurzaam bouwen. Al pasten niet alle voorstellen binnen het bouwbesluit of de financiële investerings- en rendementseisen van de corporatie. Zo wilden de bewoners hun huizen graag met schapenwol isoleren, maar dat bleek onmogelijk binnen de eisen van de omgevingsvergunning. Andere ideeën waren soms te duur.
Zelfbeheer
In totaal investeerde Talis 7,2 miljoen euro in het project (180.000 euro per woning) waarbij de uren voor projectmanagement en het begeleiden van de groep niet werden meegerekend. “We wilden graag van het project leren en beschouwden die posten als studiekosten.” Om de kosten te drukken, hebben de bewoners zelf een deel van de afwerking van de woningen gedaan. Het liefst hadden ze nog meer willen bijdragen aan de bouw maar dat stuitte op verzet van de aannemer.
Wel helpen ze mee in het onderhoud van het complex en regelen zelf het gebruik van de gemeenschappelijke ruimten waaraan ook de kopers in de woongemeenschap meebetalen. Om het concept van de woongemeenschap en het samenwonen met meerdere generaties te bewaken, dragen de bewoners zelf nieuwe huurders aan. Die moeten passen binnen de gewenste leeftijdsopbouw en naast de maandelijkse huur entreegeld en contributie aan de bewonersvereniging betalen. Daaruit worden het beheer van de gemeenschappelijke voorzieningen en de gezamenlijke activiteiten betaald.
Meergeneratieproject voor kopers
In het Utrechtse project Kas & Co waren het niet de bewoners maar projectontwikkelaar Hegeman Ontwikkeling die in samenwerking met Inbo en RROG het initiatief nam voor de bouw van een meergeneratieproject op het Veemarktterrein. Naast een blok sociale huurwoningen en particuliere studentenwoningen realiseert ze er in 2019 een complex met 20 gezinswoningen en twaalf appartementen in de koopsector. Via een grote binnentuin, een dakterras en een centrale kas zijn de woningen op verschillende niveaus met elkaar verbonden wat allerlei spontane ontmoetingen uitlokt.
‘Gezamenlijke binnentuin, Kas & Co’ (bron: Rufus de Vries)
Aanvankelijk had Hegeman ingezet op nog iets meer collectiviteit maar de groep die er wilde komen wonen, bleek ook veel behoefte aan privacy te hebben. “Vrijwillig met elkaar samenleven” werd daarom het uitgangspunt voor het ontwerp. Om het project voor verschillende generaties en portemonnees aantrekkelijk te maken, werden uiteenlopende woningtypen gebouwd: van kleine tweekamerwoningen en ruime penthouses tot kangoeroewoningen waarin samengestelde gezinnen of verschillende generaties een voordeur met elkaar delen.
Om het concept niet te laten verwateren, werd contractueel vastgelegd dat bewoners met verhuisplannen deze eerst aan de VVE moeten melden zodat geïnteresseerden voorrang kunnen krijgen bij het kopen van de woning. In Nijmegen had woongemeenschap Eikpunt ook graag meer invloed gekregen op de doorverkoop van de koopwoningen maar dat is tot nu toe niet gelukt.
Gezamenlijke diners en Ierse avonden
In de praktijk functioneert het samenleven met verschillende leeftijdsgroepen in Kas & Co goed, al kwam de gemeenschap door corona pas na twee jaar echt tot bloei. Inmiddels organiseert een harde kern van bewoners regelmatig activiteiten zoals gezamenlijke diners, een Ierse avond of paaseieren zoeken voor de kinderen. Eén keer per maand wordt ook samen in de moestuin gewerkt of onkruid gewied in de lager gelegen natuurtuin. Er is een actieve bewonersgroep waarin spullen worden uitgeleend of mensen elkaar helpen met een boodschap.
Maar voor een wekelijkse vrijdagmiddagborrel bleek er toch te weinig animo, vertelt bewoner Marc Angenent (67) die met zijn vrouw een studio bewoont in de kangoeroewoning van zijn dochter. “Ik pas ook regelmatig bij mijn kleinkinderen op, maar kom niet vaak bij andere gezinnen over de vloer.” Als het aan hem lag, zou er nog wel meer samen gedaan kunnen worden. Maar ondanks de motivatiebrief die alle kopers aan de ontwikkelaar moesten schrijven, zit niet iedereen te wachten op meer gezamenlijke activiteiten. “Dat moet je ook kunnen accepteren. Sowieso heb ik hier al meer contact met anderen dan ik ooit in mijn oude wijk heb gehad.”
Extra kosten terugverdiend
Hoewel de behoefte aan onderling contact binnen een meergeneratieproject uiteen kan lopen, is conceptontwikkelaar Marita Flier van Hegeman Ontwikkeling overtuigd van de voordelen van het concept. “Mensen leven graag in verbondenheid met elkaar, maar weten niet altijd hoe ze dat praktisch vorm moeten geven. Daar kunnen wij hen bij helpen.”
Ze wordt ook regelmatig benaderd door mensen die Kas & Co kennen en net zo willen wonen als in dat project. Hegeman heeft dan ook op verschillende locaties nieuwe meergeneratieprojecten in voorbereiding. Financieel ziet ze voor ontwikkelaars geen belemmering om dit soort projecten te realiseren. “In Kas & Co hebben we enkele tonnen extra geïnvesteerd in de bouw van de kas en aankleding van het dakterras, maar die zijn volledig terugverdiend door de iets hogere verkoopprijzen in het project.”
‘Buitengevel met een gezamenlijke entree van appartementen, project Kas & Co’ (bron: Jaco Boer)
Ze zou het concept wel graag bevrijden van zijn geitenwollensokken-imago. En ook de koppeling aan de zorgsector is haar een doorn in het oog. “Er is een veel grotere groep dan we nu denken die graag in dit soort projecten wil wonen. Zeg nou zelf: het is toch veel leuker om met je kleinkinderen rond dezelfde tuin te wonen en met mensen van verschillende leeftijden op te trekken. Woonprojecten met verschillende generaties zijn ook veel krachtiger en duurzamer dan de monofunctionele ouderenclusters waarin nu veel energie wordt gestopt.”
Cover: ‘Woongemeenschap Eikpunt, Nijmegen’ (bron: Jaco Boer)