Aeisso Boelman column cover door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Cleo Mulder)

Samenwerken aan de derde generatie sleutelprojecten

24 juni 2024

3 minuten

Opinie Niet de Vinex-aanpak maar de methode van de Sleutelprojecten is volgens columnist Aeisso Boelman de beste manier om de NOVEX-gebieden op een succesvolle manier aan te pakken. Eerst de samenwerking tussen Rijk en gemeenten op orde hebben en dan pas de markt betrekken. “Publieke partijen hebben een horizon die je van de markt niet mag verwachten.”

De opgave in gebiedsontwikkeling is in de laatste jaren complexer geworden door de veelzijdigheid ervan. Bovendien is de opgave groot. Denk alleen maar aan de NOVEX-gebieden. Die opgave overstijgt de ‘span of control’ van gemeenten en vraagt om langjarige coalities op een andere schaal. In het werkveld zie ik steeds vaker dat publieke partijen een stap naar voren doen en ‘skin in the game’ durven te leggen. Ze durven actief te opereren, te investeren en risico’s te nemen. Maar geen enkele partij in gebiedsontwikkeling kan het alleen. Hoe smeed je dan die stevige en langjarige coalities?

In het werkveld roept men nu vaak op het Vinex-model onverkort toe te passen op de grote gebiedsontwikkelingen van nu, in casu de NOVEX-gebieden. Maar naar mijn idee moeten we naar een ánder voorbeeld in gebiedsontwikkeling kijken. Daarin we eerst de publiek-publieke samenwerking goed op orde gebracht, om vervolgens pas de publiek-private samenwerking te organiseren.

Ik heb het dan over de Sleutelprojecten. Daarbij gaven partijen de publiek-publieke en daarna de publiek-private samenwerking op een heel effectieve en efficiënte manier vorm bij de realisatie. De Sleutelprojecten kennen (tot nu toe) twee generaties, met eerst acht projecten in stedelijke gebieden en daaropvolgend zes stationslocaties, die (in)direct door de HSL worden aangedaan. De belangrijkste succesfactoren van de Sleutelprojecten zijn mijns inziens: de slagvaardige publieke organisatie, de maatschappelijke afweging tussen rendement en risico en de focus op de lange termijn.

Publieke organisaties maken een andere inschatting dan de markt en zorgen voor investeringskracht op grote schaal

De slagvaardige publieke organisatie komt tot stand door één coördinerend ministerie aan te wijzen voor deze projecten van nationaal belang. De minister is daarmee verantwoordelijk voor de afstemming en prioritering van alle (!) Rijksbelangen én het ontschotten van Rijksgelden. In opdracht van de minister functioneert een projectdirecteur vanuit het Rijk, die nauw samenwerkt met de gemeentelijk projectdirecteur. Samen vormen zij het ‘publieke hart’ van het project en leggen zij de basis voor een integrale lijn, snelle besluitvorming en spoedige inzet van publieke middelen.

Bij opgaven van deze omvang en complexiteit is het cruciaal dat het ‘publieke hart’ een inschatting maakt van rendement en risico, op basis van maatschappelijke doelen én de ervaring met grootschalige opgaven. Publieke organisaties maken hierbij een andere inschatting dan de markt en zorgen voor investeringskracht op grote schaal. Bovendien hebben samenwerkende publieke partijen in het systeem van de Sleutelprojecten een focus op de lange termijn. Ze overzien kortetermijnbelangen en richten zich op de waardecreatie met een horizon die verder reikt dan van de markt verwacht mag worden. Met deze drie succesfactoren voor de publiek-publieke samenwerking leggen Rijk en gemeente vervolgens de basis voor slagvaardige en efficiënte publiek-private samenwerking.

Kortom, de NOVEX-gebieden vragen niet om een Vinex-aanpak maar om een stevige publiek-publieke samenwerking met de status van de derde generatie Sleutelprojecten. Om vervolgens direct daarna de publiek-private samenwerkingen te smeden die nodig zijn voor de uitvoering van deze gebiedsontwikkelingen van nationaal belang.


Cover: ‘Aeisso Boelman column cover’ door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Cleo Mulder)


Aeisso Boelman

Door Aeisso Boelman

Partner bij Fakton


Meest recent

Voor de lage komgronden langs de rivieren stelt IMOSS voor om verouderd vastgoed te vervangen door toekomstbestendige nieuwbouw, die de symbiose met het water aan kan. door IMOSS (bron: IMOSS)

Een blik op het jaar 2100: meer verdichting, meer groen en meebewegen met het water

De beroepsverenigingen voor ontwerp schetsen toekomstbeelden van Nederlandse steden, dorpen en landschappen waarvoor radicale keuzes gemaakt moeten worden. 2100 is nú.

Onderzoek

3 juli 2024

Interventie op de dijk door Jaap Warmerhoven (bron: Jaap Warmerhoven)

Oog voor de onderstroom in gebiedsprocessen, dat helpt de transitieopgaven vooruit

In onze bouwcultuur sneuvelt vaak de aandacht voor de minder tastbare aspecten van samenwerking. Ester Heiman en Martine Verweij pleiten voor meer aandacht voor de ‘onderstroom’: alles was niet gezegd wordt – maar wel invloed heeft.

Interview

3 juli 2024

Luchtfoto van een opslagplaats door NetVideo (bron: shutterstock)

Forse groei kleinschalige bedrijfsruimte belemmert circulaire transitie

Uit onderzoek van Stec Groep blijkt dat het aantal kleinschalige bedrijfsruimtes op bedrijventerreinen de laatste jaren snel groeit. Dat betekent dat er nog minder ruimte overblijft én dat de circulaire ambities in het gedrang komen.

Onderzoek

2 juli 2024