Casus In Rotterdam-Oost werken gemeente, marktpartijen, bewoners en kennisinstellingen samen om dit deel van de stad te verbeteren. Met het 'PPP-Partnerschap' proberen zij voorbij het huidige denken over participatie te komen. Dat levert positieve energie op maar ook frustraties. Oude patronen blijken hardnekkig.
Het bruist in Rotterdam-Oost, het gebied dat begrensd wordt door de Rotte in het westen en de Maas in het zuiden. In de wijken Struisenburg, de Esch en Kralingen staat een groot aantal publieke en private gebiedsontwikkelingen op stapel. Zo wil de Erasmus Universiteit studentenwoningen bouwen, wordt er ontworpen aan een nieuwe oeververbinding en heeft voetbalclub Excelsior de wens te verbouwen en woningen toe te voegen. Verder is een projectontwikkelaar van plan een grotendeels leegstaand kantorengebied een nieuwe stedelijke wijk te maken en hebben het Arboretum Trompenburg en park de Oude Plantage financiering gekregen voor opknapwerkzaamheden. Alsof dat nog niet genoeg is, komen er in dit stukje Rotterdam volgens de huidige stedelijke en nationale beleidsplannen duizenden woningen bij.
‘“Het grote niets” – mental map van deelnemer aan workshop op 24.03.2022’ (bron: Els Leclercq)
Dit grote aantal initiatieven vraagt om een overkoepelende visie om de leefbaarheid te borgen en te verbeteren. Ook moeten de verschillende individuele projecten zorgvuldig worden ingepast in het bestaand stedelijk weefsel. De vraag om een stedenbouwkundig masterplan dat deze verbinding en inpassing verzorgt, wordt sinds een aantal jaren luid en duidelijk verkondigd door een aantal bewoners. Zij maken zich zorgen om de veiligheid en leefbaarheid van de verschillende wijken en zien deze nieuwe projecten als een kans de leefomgeving te verbeteren. Mits dus gevat in een integraal ruimtelijk en programmatisch plan. Hun en initiatief en oproep kreeg de titel ‘Kralingen aan de Maas’ mee. Ondanks de duidelijk geagendeerde urgentie van de bewoners, vond de gemeente dat een dergelijk masterplan niet past in de huidige prioritering, planning en budget.
Gedragen aanpak
De urgentie die Kralingen aan de Maas benoemde, vond lokaal wel weerklank bij private actoren en bij vele stichtingen en bewonersverenigingen die actief zijn in het gebied. Ook de Gebiedscommissie Kralingen Crooswijk, sinds de lokale verkiezingen in maart 2022 vervangen door de Wijkraad Kralingen, zag de noodzaak van een gedragen aanpak. Op initiatief van Kralingen aan de Maas is daarop, met de inzet van een bewonersinitiatief en lokale gelden voor proceskosten, een 'PPP-Partnerschap' ingericht. Waarbij de drie P's staan voor public, private en people. Hierin zijn alle publieke, private en lokale partners in het gebied uitgenodigd mee te denken over de belangrijke elementen en randvoorwaarden voor de mogelijke inrichting van de vier belangrijkste assen die het gebied doorkruisen (Burgemeester Oudlaan, Kralingse Zoom, Abram van Rijckevorselweg en Honingerdijk). In drie workshops hebben alle deelnemers samen een eerste aanzet gedaan voor de spelregels voor de publieke ruimte. Zij deden dit door het tekenen van perspectieven, het maken van moodboards en mental mapping-oefeningen .
Uit de workshopsessies kwam naar voren dat de bewoners en gebruikers in het gebied negatieve ervaringen hebben bij hun dagelijkse gebruik van de openbare ruimte in dit gebied. Bijvoorbeeld de oversteek vanuit de Honingerdijk/Arboretum richting de Maas leidt tot veel ergernis; het is een plek die gedoopt werd als 'het grote niets'. Terwijl de gemeentelijke diensten dit gebied niet als problematisch definiëren (er zijn tenslotte zebrapaden en stoplichten), pleiten de dagelijkse gebruikers van dit gebied voor een stevige verbetering.
Starre houding
Om ‘het grote niets’ te transformeren naar ‘het grote iets’ zou de drukke doorgaande Abram van Rijckevorselweg (die nu op dijkniveau ligt) bijvoorbeeld naar het maaiveld kunnen worden gebracht. Overkluizing van deze weg biedt vervolgens ruimte aan groen, biodiversiteit, woningen en nieuwe langzaam-verkeerverbindingen tussen de buurten. Daar waar ‘klassieke’ participatieprocessen vaak tot een starre en negatieve houding van burgers leiden, namen burgers op deze manier tijdens de workshops juist een constructieve houding aan. Ambtenaren, die in dit proces geen verantwoordelijke of faciliterende rol hadden, hadden meer vrijheid dan normaal en kwamen daardoor eveneens met een creatieve inbreng. Dit vernieuwende proces - waarin alle actoren op gelijke voet en vanuit eigen belangen en waarden deelnamen - resulteerde zo in een eerste serie ideeën voor de vier belangrijkste assen.
Gelijken aan tafel
Op basis van dit eerste experimentele proces met een PPP-Partnerschap zien we dat een formele samenwerking zeker kansen biedt om voorbij het huidige denken over participatie te raken. Bij een PPP-Partnerschap nemen afgevaardigden van bewoners(groepen) deel aan een formeel georganiseerd proces waar zij als gelijken aan tafel zitten. Idealiter hebben ze daarmee dus ook een beslissingsbevoegdheid over inhoud en geld. Alhoewel hierbij een inclusieve afvaardiging voorop staat, neemt dit niet weg dat inspraak van alle bewoners op de (deel)uitkomsten van stadmaakproces uiteraard altijd noodzakelijk blijft. Zo wordt de legitimiteit geborgd.
‘“Gezamenlijk bedachte ideeën – visueel vertaald door CULD’ (bron: CULD)
Tijdens de workshopsessies rondom Kralingen aan de Maas, stonden de ambities van lokale burgers, ondernemers en organisaties centraal. Dit is precies zoals geagendeerd in zowel het nationale beleid van de Omgevingswet als in het Rotterdamse programma 'Wijk aan Zet'. In beide beleidsstukken wordt duidelijk ruimte gegeven aan de energie en ideeën van burgers. De overheid moet vanuit deze lokaal geformuleerde urgenties haar eigen programma, begroting en planning hierop aanpassen.
Ambtelijke weerstand
Nu de uitkomsten van het eerste proces gedocumenteerd en gedeeld zijn (zie www.kralingenaandemaas.nl), stuit het vervolg toch op ambtelijke weerstand. Het blijft lastig om voorbij te gaan aan oude patronen van het ‘wij-zij’ denken. Hoe kunnen ambtenaren ook gedeelde verantwoordelijkheid dragen voor gezamenlijk uitgedachte plannen in plaats van deze toch weer te bestempelen als ‘jullie document’? Hoe kunnen deze gezamenlijk ontwikkelde ideeën wel een plek krijgen in huidige en toekomstige beleids- en ontwikkelplannen? En welke rol hebben burgers hier dan verder in? Deze vragen zijn legitiem en de antwoorden nog ongewis.
Eerste stappen
Niettemin zijn er wel eerste stappen denkbaar. Bijvoorbeeld door een formalisering van de (tijdelijke) rol van burgers in een PPP-Partnerschap. Naar goede oud-Grieks gebruik kunnen burgers werkelijk 'vrij' worden gemaakt. Verder is het goed inzicht en openheid te geven in huidige processen en ruimte in te bouwen voor lokale urgenties in gemeentelijke plannen en processen. Geef burgers hierin ook daadwerkelijk vertrouwen en een stem. Hopelijk speelt het verdere proces van Kralingen aan de Maas hierop in zodat nieuwe inzichten worden verkregen, waar uiteraard ook andere co-creatieve stadmaakprocessen baat bij hebben. Participatie zoals geagendeerd in de Omgevingswet en Wijk aan Zet wordt daarmee werkelijk vanzelfsprekend.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘Co-creatiesessie Kralingen aan de Maas’ (bron: Els Leclerc)