Recensie Deze week verschijnt de tweede (verbeterde) druk van het hand- en studieboek ‘Zo werkt gebiedsontwikkeling’. Auteur is Friso de Zeeuw, emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft. John van den Hof, lector Gebiedsontwikkeling en Recht aan de Saxion Hogeschool, heeft het boek gelezen en laat zijn licht over de publicatie schijnen.
Leerboeken voor studenten aan een beroepsopleiding hebben vaak als doel om de praktijk inzichtelijk te maken, maar slagen niet altijd in die opzet. Vooral in een complexe praktijk als gebiedsontwikkeling is het op papier overdragen van ervaringskennis (Michael Polanyi’s ‘tacit knowledge’) geen sinecure. Dat merk je wanneer een doorgewinterde projectontwikkelaar een gastcollege geeft. Je ziet het kwartje bij de studenten dan eindelijk vallen. Friso de Zeeuw laat in zijn handboek zien dat het wel degelijk mogelijk is om ervaringskennis te laten condenseren in een boek. Door een bondige uitleg van de theorie te combineren met inzichtelijke schema’s en te illustreren met talloze voorbeelden gaat de praktijk van gebiedsontwikkeling leven. Hoofdstuk 5 over de financiën van gebiedsontwikkeling vind ik daarvan een mooi voorbeeld. Zo laat De Zeeuw zien hoe de forse voorinvesteringen die nodig zijn om gebiedsontwikkeling op gang te brengen bepalend zijn voor de financiële risico’s van het project. Het duurt immers vaak jaren voordat een voorinvestering wordt terugverdiend door de verkoop van grond en/of vastgoed, terwijl in de tussentijd de conjunctuur (lees: koopsom van grond en vastgoed) een enorme dynamiek kan laten zien. Dat geldt ook voor het hoofdstuk over publiek-private samenwerking. Dit hoofdstuk start met een zeer inzichtelijk schema van mogelijke samenwerkingsmodellen in gebiedsontwikkeling, waardoor de voorbeelden goed te plaatsen zijn. Een ingewikkeld model als de Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij wordt door De Zeeuw goed uitgelegd. Ook de ‘tips voor de gemeente bij PPS’ zijn praktisch in hun eenvoud. De auteur houdt er wel van om bij veel onderwerpen een kritische, maar niet van humor gespeende noot te kraken. Dat maakt het boek zeker levendig, zij het dat je daardoor af en toe de draad in het verhaal verliest. Al met al een aanrader voor studenten en voor iedereen die nieuwsgierig is hoe het nu echt werkt in gebiedsontwikkeling.
Cover: ‘Boekrecensie 13 juni’