2013.08.07_Schoonheid is duurzaam

Schoonheid is duurzaam

6 augustus 2013

4 minuten

Opinie Je hoort het mensen vaker zeggen. “Ik reed laatst door Duitsland..” of “ik was laatst in België..” en dan komt er een verhaal over de grote hoeveelheid zonnepanelen op daken en dat het er niet uitziet.

In Nederland zie je dit nog veel minder dan elders, maar zo langzamerhand begint zonne-energie ook hier wat meer zichtbaar te worden. In gebiedsontwikkeling en stadsontwikkeling wordt het energievraagstuk steeds meer als integraal onderdeel meegenomen. En gezien de positieve ervaringen van de huidige “bezitters” en de nadelen van andere vormen van duurzame energieopwekking, hoe het energie akkoord er ook uit gaat zien: zonne-energie gaat nog flink toenemen.

De overwegingen van mensen om voor zonne-energie te kiezen zijn uiteenlopend. In de VS zijn er bijvoorbeeld veel republikeinen met een grote drang naar onafhankelijkheid die eigen energie opwekken. In Nederland kiezen mensen om verschillende redenen voor zonne-energie: voor het milieu, voor het geld of omdat mensen het gewoon leuk vinden. Zelf vind ik het overigens ook leuk. Op vakantie gaan en een productief huis achterlaten bijvoorbeeld. Een buurtgenoot die net zijn dak had volgelegd vertelde dat hij helemaal niet zo met het milieu bezig was, en ook niet had uitgerekend wat de terugverdientijd nou precies was. Maar hij had zijn hele huis verbouwd, en dit was het laatste wat nog moest gebeuren: "ik wilde gewoon het huis afmaken". Dat is ook een overweging, die een beleidsmaker of politicus niet bedacht kon hebben.

De daken liggen in Nederland dus nog niet vol, maar dat gaat fors toenemen. De relatieve achterstand in Nederland zouden we kunnen benutten om eens wat serieuzer naar de esthetische aspecten te kijken.
Dit is bij nieuwbouw relatief makkelijk: zonne-energie kan dan integraal in het ontwerp worden meegenomen. Ook hier zijn weerstanden te overwinnen. Energieneutraal wordt geassocieerd met woningen die allemaal op het zuiden georiënteerd moeten worden, stedebouwkundig een gruwel! In de samenwerking tussen RVOB, Katwijk en het consortium ‘Gebieden Energieneutraal’ is esthetiek en de impact op het stedebouwkundig ontwerp regelmatig een gespreksonderwerp.
En er zijn inmiddels prachtige voorbeeldontwerpen, waar zonnepanelen volledig geintegreerd zijn in het dak.
Tegelijkertijd: nieuwbouw is maar een fractie ten opzichte van het aantal bestaande huizen in Nederland. De bestaande bouw is dus een veel relevanter vraagstuk. En nou was ik laatst in Belgie.. en daar heb ik veel voorbeelden gezien. Hoe het niet moet: zonnepanelen en zonnecollectoren door elkaar, de panelen paars met aluminium, zowel verticaal als horizontaal geplaatst, liefst in verschillende formaten. Maar ook mooie voorbeelden: het dak van een schuur aan de rand van een dorpje, volledig bekleed, zonder dat het “dorpsgezicht” er onder te lijden had. Ook in Nederland zie je veel lelijke constructies, maar ook steeds meer mooie panelen, op subtiele wijze gemonteerd.

Op vergelijkingssites voor panelen spelen de “looks” nauwelijks een rol, en de esthetische overweging wordt door sommigen gezien als een nieuwe hinderpaal voor het halen van duurzaamheidsdoelen. Het lijkt erop dat mensen het ofwel lelijk vinden en er daarom niet aan beginnen, of wel willen en dan niet meer kijken hoe je de installatie zo mooi mogelijk op een dak kan monteren.
Maar daar zit een wereld tussen en de ontwikkelingen gaan snel. Er komen nu ook al rode panelen op de markt, en op enig moment wordt het ongetwijfeld betaalbaar om de oude pannen te vervangen voor pannen met geintegreerde zonnecellen.

Een mooi huis is voor veel mensen belangrijk. Maar ook als je esthetiek ondergeschikt vindt aan duurzaamheid, dan kun je er niet omheen: het negeren van dit aspect komt als een boemerang terug in de vorm van maatschappelijke weerstand, leidend tot stagantie, of zelfs oproepen voor herstel en reconstructie zoals nu bij windmolens al wel eens aan de orde is. Op de lange termijn is een mooie oplossing dan ook een veel duurzamere oplossing: de energietransitie kan op meer enthousiasme rekenen en opschaling zal sneller gaan.

En een mooiere oplossing zal in het begin wellicht nog duurder zijn. Zoals nu de zwarte panelen; de rode panelen voor rode daken en de zonnecellen geintergreerd in dakpannen. Maar ik zou er voor willen pleiten om esthetiek in ieder geval af te wegen en het te benaderen als ontwerpvraag.

De buurtgenoot die zijn huis wilde afmaken heeft gekozen voor een mooie oplossing. Een strak vlak zwarte panelen, op een zwart dak, de panelen niet tot de rand doorgelegd waardoor zijn dak nog een geheel vormt met de rest van de rij. Dit wordt door andere bewoners gewaardeerd.

Dus op naar een mooie energieneutrale gebouwde omgeving. Het oog wil ook wat. En: schoonheid is duurzaam!


Cover: ‘2013.08.07_Schoonheid is duurzaam’


Portret - Martine de Vaan

Door Martine de Vaan

Senior Projectleider bij Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB)


Meest recent

GO jaarcover door Ineke Lammers (bron: gebiedsontwikkeling.nu)

Het Gebiedsontwikkeling.nu Jaaroverzicht 2024

Het jaaroverzicht van Go.nu laat de dynamiek van het vakgebied zien. Van de invoering van de Omgevingswet via RIA naar vele mooie Nederlandse gebiedsontwikkelingen vol uitvoeringskracht (met weer een speciale vermelding voor Didam).

Analyse

24 december 2024

Ellen van Bueren Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Esther Dijkstra)

Voorkom dat minimale kwaliteitsborging ook het maximum wordt

Standaardisering staat op gespannen voet met innovatie. Volgens columnist Ellen van Bueren is daarom het bewust beknotten van de innovatieruimte extra zorgelijk. Juist in een tijd waarin een groter beroep wordt gedaan op ons adaptief vermogen.

Opinie

23 december 2024

ColoHouse, Moezel 3-5, Den Haag door Roel Backaert (bron: Roel Backaert)

De fysieke neerslag van de digitale wereld, datacenters rukken op

We zijn steeds meer digitaal met elkaar verbonden en hebben steeds meer dataopslag nodig. Datacenters leveren daarvoor hun diensten maar doen dat niet ongezien. Ze zijn nu gedocumenteerd en recensent Jaap Modder nam de publicatie tot zich.

Recensie

20 december 2024