Opinie Willen we als vakgebied maatschappelijke meerwaarde écht serieus nemen? Dan moeten we beginnen met het veranderen van ons taalgebruik, stelt columnist Rinske Brand. Alleen dan creëren we ruimte voor een wereld waarin niet alles een prijskaartje hoeft te hebben om van waarde te zijn.
Stel je voor dat we de betekenis van ons leven uitsluitend zouden afmeten aan ons salaris voor gewerkte uren. Vrijwilligerswerk, het opvoeden van kinderen, mantelzorg, sportprestaties; alles zou in de verzamelcategorie ‘niet-werk’ vallen en van ondergeschikt belang zijn, simpelweg omdat deze zaken lastig in geld uit te drukken zijn. Absurd, toch? Toch is dit precies wat we doen met maatschappelijke meerwaarde in gebiedsontwikkeling.
Alles wat niet financieel te waarderen is, plaatsen we in de verzamelcategorie ‘maatschappelijke meerwaarde’ en zien we als enige tegenhanger van ‘financiële waarde’. Door alles wat waardevol is, maar niet direct financieel meetbaar, samen te voegen onder ‘maatschappelijke meerwaarde’, doen we die waarden tekort. We gooien ze op één generieke hoop, wat ons perspectief eerder beperkt dan verrijkt.
Willen we maatschappelijke meerwaarde werkelijk serieus nemen, dan moeten we ons taalgebruik veranderen. Onze taal heeft namelijk een grote invloed op hoe we de wereld ervaren, begrijpen en indelen. Taal is niet alleen communicatie, maar bepaalt ook de manier waarop we betekenis geven aan de dingen om ons heen. Hoe we dingen benoemen of framen, heeft invloed op hoe we erover denken. De woorden die we gebruiken, weerspiegelen onze waarden en normen. Tegelijkertijd kunnen die woorden ons ook beperken door vastgeroeste denkpatronen in stand te houden.
Willen we maatschappelijke meerwaarde echt serieus nemen? Stop dan met alles op één hoop te gooien
In mijn recente onderzoek naar de waarde van culturele plekken ontdekte ik hoe veelzijdig maatschappelijke meerwaarde kan zijn. Naast de ‘harde’ financiële impact identificeerde ik een grote diversiteit aan andere dimensies. Zo komt sociale impact tot uiting in bijvoorbeeld minder eenzaamheid en een sterkere verbondenheid binnen buurten. De sociaaleconomische impact heeft betrekking op werkgelegenheid en de aantrekkingskracht van een gebied voor nieuwe bedrijvigheid. Er is culturele impact, zoals de versterking van lokale creatieve ecosystemen. Ruimtelijke impact omvat het brengen van nieuw leven op vergeten of verwaarloosde plekken in de stad.
En laten we persoonlijke impact niet vergeten: cultuur kan mensen raken, inzichten bieden of hun kijk op het leven veranderen. Het wordt nog interessanter als we ook de ecologische impact meenemen. Broedplaatsen zijn vaak koplopers in duurzaam bouwen en experimenteren met circulaire processen. Hier wordt bovendien innovatief gedacht, met nieuwe organisatie- en financieringsmodellen als resultaat, wat ook voor impact zorgt. Is het dan logisch om al deze verschillende opbrengsten onder één noemer te plaatsen en af te zetten tegen de uiterst smalle categorie ‘financiële waarde’?
Wie is er in voor een taalexperiment? Wat gebeurt er als we de verzamelcategorie ‘maatschappelijke meerwaarde’ schrappen en vervolgens iedere vorm van meerwaarde specifiek benoemen? Deze opsplitsing is meer dan een semantische oefening. Het kan een fundamentele verschuiving betekenen in hoe we projecten beoordelen. Laten we onder meer sociale cohesie, ecologische duurzaamheid en culturele rijkdom afzonderlijk op dezelfde lijn plaatsen als financiële waarde. Dan ontstaat een veel eerlijker speelveld. De euro is dan niet langer de allesbepalende maatstaf, maar slechts een van de vele indicatoren. Door maatschappelijke meerwaarde uit te rafelen en specifiek te benoemen, kunnen we gerichter sturen op wat écht belangrijk is. Dit voorkomt dat waardevolle initiatieven ondergewaardeerd worden, louter en alleen omdat ze niet goed in geld uit te drukken zijn.
Dus, willen we maatschappelijke meerwaarde echt serieus nemen? Stop dan met alles op één hoop te gooien. Schrap het containerbegrip. Door preciezer te zijn in onze taal, creëren we ruimte voor een wereld waarin niet alles een prijskaartje hoeft te hebben om van waarde te zijn.
Cover: ‘Rinske Brand Column Cover’ door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Flore Zoe)