Casus Science Park Amsterdam is een gezamenlijk project van de gemeente Amsterdam, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Universiteit van Amsterdam (UvA). Doel is een sciencepark waar onderwijs, onderzoek en ondernemen samenkomen. Het Science Park Amsterdam is een clustering van bedrijven en wetenschappelijke instituten op het gebied van ICT en Life Sciences. Dit zijn twee van de door de Amsterdam Economic Board aangewezen sterke clusters in de regio Amsterdam. Het gebied kent de grootste concentratie aan bètawetenschappen in Nederland. De behoefte aan een sciencepark is overigens niet uniek; naast voorloper Leiden (rond het LUMC) zijn ook de Universiteit Twente en Universiteit Utrecht hiermee bezig.
Aan de realisatie van Science Park Amsterdam ging jarenlange voorbereiding vooraf. Reeds in de jaren 1990 leefde bij de UvA de wens om een kennispark te realiseren. In 1996 werd Science Park Amsterdam door de gemeente aangewezen als grootstedelijk project. De daadwerkelijke start vond plaats in 2006. Er waren toen al drie grote nationale onderzoeksinstellingen gevestigd: de NWO-instituten NIKHEF, AMOLF en CWI (het centrum voor wiskunde en informatica). Daarnaast zijn de Amsterdam Internet Exchange en het rekencentrum SARA in het gebied aanwezig. De UvA besloot haar bètafaculteit (2500 studenten) geheel naar Science Park Amsterdam te verplaatsen.
Science Park Amsterdam
‘Science Park Amsterdam - Afbeelding 1’
Verbindingen en landschappelijke inrichting
Programmatisch gezien was de basis dus goed. Ook de ligging binnen de ring biedt potentie. Knelpunt betrof de bereikbaarheid: er was slechts één verbinding met de Watergraafsmeer en de rest van de stad. Om het enclave-karakter te doorbreken, zijn dan ook fysieke en programmatische verbindingen nodig tussen Science Park Amsterdam en haar omgeving. De bereikbaarheid is in de afgelopen jaren verbeterd. Eind 2009 is NS-station Science Park in gebruik genomen. De autobereikbaarheid is verbeterd door de toevoeging van een ontsluitingsweg. Tevens is op Science Park Amsterdam een interne rondweg gerealiseerd en is er een fietsverbinding naar IJburg gekomen. Er zijn plannen voor een aansluiting op de A10 onder het spoor door, maar dit is een kostbare verbinding.
Naast de bereikbaarheid de behoefte de uitstraling van het gebied – dat eruitzag als stadsrandgebied – verbetering. In opdracht van de drie partijen is een stedenbouwkundig masterplan opgesteld door Kees Christiaanse van KCAP en Bart Brands van Karres & Brands landschapsarchitecten. Een netwerk van paden en groenstroken verbindt de gebouwen onderling en met de bushaltes en parkeergarages.6 De groenstructuur is gebaseerd op de slagen (onbebouwde polderstroken) van de oorspronkelijke watergraafsmeerpolder. In het oostelijke deel zijn wetlands gecreëerd.
Samenwerking
In het oostelijk deel is de grond voor het merendeel eigendom van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de gemeente die het in erfpacht uitgeven aan bouwers en ontwikkelaars. Samen hebben zij één grondexploitatie. De gemeente treedt op als ontwikkelaar. In het westelijk deel is een derde grondeigenaar aanwezig: NWO. Het betreft dus in beginsel een samenwerking tussen drie publieke partijen (en geen PPS). Periodiek vindt een directeurenoverleg plaats tussen de instituten. Voor bedrijven die zich op het terrein willen vestigen, wordt getoetst of deze voldoen aan de vestigingsvoorwaarden. 7 Ten gevolge van de crisis verloopt de ontwikkeling langzamer dan beoogd, maar de thematische programmering (signatuur life sciences / ICT) wordt gehandhaafd. Het beheer en onderhoud wordt georganiseerd middels parkmanagement.
Functiemenging
Momenteel zijn zo’n kleine honderd bedrijven op het terrein gehuisvest en kent het Science Park Amsterdam 1.400 arbeidsplaatsen bij de bedrijven en zo’n 4.500 arbeidsplaatsen bij de kennisinstellingen van NWO en UvA. In de eindsituatie zou Science Park Amsterdam circa 11.000 arbeidsplaatsen moeten tellen. Bedrijven worden ondergebracht in vijf bedrijfsverzamelgebouwen (een zesde is in aanbouw). Ook worden zelfstandige kavels uitgegeven aan grote bedrijven. Naast het nieuwe bètafaculteitsgebouw, is ook het Amsterdam University College (AUC) op Science Park Amsterdam ondergebracht. Deze brede Engelstalige beta-bacheloropleiding voor zeer gemotiveerde internationale studenten (50% van de studenten komt van buiten Nederland) die op campus wonen, past bij de signatuur van het gebied. De opleiding wordt door de UvA en de VU gezamenlijk aangeboden. Om een levendig stadsgebied te creëren, was toevoeging van woonprogramma naast de bedrijven en wetenschappelijke instituten een uitgangspunt. Vanwege milieu- en hinderwetgeving lag kleinschalige functiemenging niet voor de hand, en is gekozen voor een grootschalige mix.8 Het woonprogramma wordt geconcentreerd op de westpunt ontwikkeld. Het omvat 1.300 studentenwoningen (waarvan 600 nog in aanbouw) en woon-werkwoningen, 600 koop- en vrije sector huurwoningen en een kinderdagverblijf. Een van de woongebouwen is nog in ontwikkeling.9 De UvA verplaatste tevens haar sportcentrum naar deze locatie. Verder zijn er plannen voor een hotel met congres- en vergaderfaciliteiten.
Cover: ‘Benthem Crouwel data centre science park, Amsterdam’ door www.hollandfoto.net (bron: shutterstock.com)