Verslag Onder leiding van Georg Huith (advocaat Pels Rijcken & Drooglever Fortuijn) discussieerden Heleen Aarts (Amvest), Joop van den Brand (VD2 Advies) en Edwin Lastdrager (gemeente Enschede) met de zaal over grondbeleid in relatie tot de Omgevingswet
Congres Omgevingswet 2013
Een vraag is welk grondbeleid past in het tijdperk van de Omgevingswet. Lastdrager stelt: ‘De toekomst van gebiedsontwikkeling ligt binnenstedelijk en is dus verliesgevend’. Er is een dekking van het tekort nodig. De markt pakt dit alleen op als er voldoende winst is te behalen in de opstalontwikkeling. Verevening via de opbrengsten van actief grondbeleid gaat niet meer. De tijden van grootschalig actief gemeentelijk grondbeleid zijn immers voorbij. Mogelijkheden voor subsidiëring zijn zeer beperkt.
Deze nogal sombere blik wordt door Aarts genuanceerd. Ze stelt dat binnenstedelijk (her)ontwikkelen niet per se financieel negatief is. Normaliter is de infrastructuur immers aanwezig en dat scheelt veel geld. Bovendien is er een sterke binnenstedelijke vraag naar middelhoog geprijsde huurwoningen. Wat het retour van actief grondbeleid betreft zegt Aarts: ‘Voor waarborging van de ruimtelijke kwaliteit heeft de gemeente geen actief grondbeleid nodig’. Er zijn voldoende publiekrechtelijke instrumenten om te kunnen sturen op een goede ruimtelijke kwaliteit.
Van faciliterend grondbeleid wordt altijd gezegd dat het minder risicovol is dan actief grondbeleid. Van den Brand geeft evenwel een waarschuwing: ‘Faciliterend grondbeleid is enorm risicovol!’. Er zijn bij faciliterend grondbeleid namelijk tal van redenen die ervoor kunnen zorgen dat geplande ontwikkelingen niet doorgaan. Marktpartijen kunnen immers omvallen, afgesloten contracten worden niet of heel anders uitgevoerd en bankgaranties kunnen niet worden gegeven.
Gemeenten hebben nog voor 5 tot 6 jaren bouwproductie aan grond in voorraad. Als die gronden zijn afgeboekt is het waarschijnlijk dat gemeenten er naar zullen streven om nieuwe ontwikkelingen te laten plaatsvinden op hun eigen gronden. Lastdrager van de gemeente Enschede beaamt: ‘Eigen gronden eerst.’
Het instrument van de stedelijke herverkaveling stond niet in de toetsversie van de Omgevingswet die aan verschillende organisaties ter consultatie is voorgelegd. Naar verluidt staat het wel in een inmiddels aangepaste versie van de wet. Gedachten over de mogelijke opzet van stedelijke herverkaveling zijn eerder ontwikkeld door Friso de Zeeuw, Duco Stadig en Arjan Bregman. Het basisidee is dat in een gebied een vrijwillige ruil van kavels tot stand wordt gebracht. Daarvoor moeten kavels volgens een bepaalde grondslag worden gewaardeerd. Het kan echter zijn dat enkele grondeigenaren niet vrijwillig meewerken. Van den Brand legt uit dat voor die gevallen een nieuwe onteigeningsgrond wordt geïntroduceerd. ‘Wil je niet meedoen in een plan dat de meerderheid van de grondeigenaren omarmt, maar beroep je je in plaats daarvan op het recht op zelfrealisatie, dan is dat een onteigeningsgrond.’ Met andere woorden, het algemeen belang gaat boven een beroep op zelfrealisatie. Dat is nieuw ten opzichte van de bestaande onteigeningsgronden.
Bekijk de presentaties
Sessie C. Grondbeleid: pimp it up! (pdf)
Heleen Aarts, Directeur Gebiedsontwikkeling Amvest
Sessie C. Grondbeleid: pimp it up! (pdf)
Joop van den Brand, Directeur / adviseur VD2 Advies
Sessie C. Grondbeleid: pimp it up! (pdf)
Edwin Lastdrager, Clustermanager Wettelijke Taken en Projecten Gemeente Enschede en lid hoofdbestuur Vereniging van Grondbedrijven
Sessie C. Grondbeleid: pimp it up! (pdf)
Georg Huith, Advocaat Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn
Zie ook:
Cover: ‘2013.10.01_Congres Omgevingswet 2013 – Parallelsessie C_660’