Verslag Welke ruimte zou de Omgevingswet straks kunnen bieden voor een gebied waar momenteel niets te ontwikkelen valt vanwege de milieucontouren? Deze vraag stond centraal in parallelsessie D. over de casus Noordzeekanaalgebied. Het economisch belang trekt – op zoek naar de rek.
Congres Omgevingswet 2013
Voor de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is het Noordzeekanaalgebied van eminent belang, schetste Tjeerd Talsma, gedeputeerde van Noord-Holland. Vijf gemeenten zijn gelegen in het gebied dat loopt van de zeesluizen bij IJmuiden tot aan het Amsterdamse IJ. Verschillende havens, Tata Steel en andere industrie en bedrijvigheid zijn goed voor 11% werkgelegenheid en 14% toegevoegde waarde van de metropoolregio, waar ook Schiphol bij hoort. Voor een nieuwe, bredere zeesluis bij IJmuiden die grotere schepen kan doorlaten heeft het Rijk akkoord gegeven en is de financiering rond, met dien verstande dat het meebetalende Amsterdam een stevige voorwaarde stelt: de havenoverslag dient te groeien van 70 naar 155 miljoen ton. Tegelijk is er vraag naar nieuwe woningen aan de westzijde van Amsterdam, moet het cultuurhistorisch erfgoed van de Stelling van Amsterdam behouden blijven en ligt er een groot groengebied dat bescherming verdient.
• In Hafen City in Hamburg, waar woningen heel dicht op de haven staan, wordt geluid niet gemeten aan de gevel maar op het kussen.
• ‘Eigen’ overlast is in zekere mate verdraaglijk.
• “De Omgevingswet heeft primair de taak om de kenbaarheid van het recht te vergroten.”
• Kan straks de bandbreedte voor geluidsbelasting bijvoorbeeld gecompenseerd worden door een strengere norm voor fijnstof? Een dergelijke uitruil was door topambtenaar Edward Stigter gesuggereerd.
• “De uitzonderingstermijn van 10 jaar in de Crisis- en herstelwet is te kort voor een grote gebiedsontwikkeling als het NZKG.”
De Stuurgroep Noordzeekanaalgebied (waarin zitten de vijf gemeenten, de provincie, het Rijk, en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven) heeft verschillende groeiscenario´s opgesteld. In het ambitieuste scenario met de naam Global Economy zou de overslag in 2044 op 160 miljoen ton uitkomen en er zouden 700.000 extra woningen bijkomen. In het meest bescheiden scenario Regional Communities zou het overslagtonnage maar net boven de 80 miljoen uitkomen en er minder dan 200.000 woningen bijgebouwd zijn. Tussen de twee uitersten zitten nog heel wat varianten.
Economie en wonen worden uiteraard beperkt door de ruimteclaims van groen en recreatie en de milieueisen, met name fijnstof en geluidsbelasting. “We hebben alles op elkaar gelegd en zijn tot de conclusie gekomen dat er in de huidige situatie eigenlijk niets meer kan. We zijn feitelijk vastgelopen”, stelde Talsma. Alle milieugebruiksruimte is vrijwel opgesoupeerd. “De kwestie is nu of we ons daar bij neer moeten leggen?”
Een beoogde woningbouwlocatie ten westen van Amsterdam bijvoorbeeld, grenzend aan het havengebied, valt in een geluidscontour van 50 à 55 dBA, vertelde de gedeputeerde. Er zou echter 60 dBA op de gevel komen. “We kunnen dat nu regelen via een Provinciaal inpassingsplan (Pip), maar we willen eindeloze procedures vermijden.” Hoe maatwerk in dit soort situaties eruit kan zien leerden buitenlandse werkbezoeken. In een oud havengebied in Antwerpen wordt een nog hogere geluidsbelasting toegestaan. In Hafen City in Hamburg, waar woningen wel heel dicht op de haven staan, wordt niet gemeten aan de gevel maar op het kussen. “Een vorm van gebiedsgericht maatwerk is nodig voor de uitvoering van onze Visie NZKG. Die ruimte moet de Omgevingswet met de omgevingswaarden dan creëren.”
Voor de betrokken gemeente Velsen speelt vooral de balans tussen lusten en lasten, vertelde wethouder Arjen Verkaik. “In Velsen bestaat een ambivalente houding tegenover overlast vanwege de lange historie met de Hoogovens en de zeehaven die altijd voor werk hebben gezorgd.” ‘Eigen’ overlast is in zekere mate verdraaglijk. Een nieuwe haven voor kolenoverslag – van grote bulkschepen over op binnenvaartschepen – op grondgebied van de gemeente zou welkom zijn, want dat betekent nieuwe werkgelegenheid. De huidige Averijhaven is een geschikte plek. Alleen kan Velsen de aanleg niet alleen betalen. Amsterdam zal vooral van de nieuwe haven profiteren en dient dus redelijkerwijs financieel bij te dragen, meende Verkaik.
Het bedrijfsleven staat huiverig tegenover oprukkende woningbouw, zei Kees Schouten, regiomanager VNO-NCW Noord-Holland. Hij wees erop het zomaar verhogen van normen niet zonder gevolgen kan zijn. Mensen zullen klagen. “En het feit dat er geklaagd wordt, ook al voldoet een bedrijf helemaal aan de normen, betekent al imagoschade.” Hij stelde vraagtekens bij de hardheid van het kettingbeding waarmee het klagen wordt uitgesloten in koopcontracten. “De overheid wil mensen laten tekenen voor de extra overlast en wij vragen ons af of dat wel kan. Naar onze mening laat ons klachtenrecht dat niet toe. De nieuwe wet moet daarover tenminste duidelijkheid scheppen. De Omgevingswet heeft primair de taak om de kenbaarheid van het recht te vergroten.” Volgens Talsma komt het aan op de eerste rechtszaak die een bewoner aanspant. “Als de rechter oordeelt: u heeft voor deze geluidsbelasting getekend, dan is het daarna helder. Zo is het in Hamburg gegaan.” Verkaik wees erop dat woningbouw een duidelijke voorwaarde is voor de economische groei die ook het bedrijfsleven wil. Het bedrijfsleven kan zich dus niet alleen maar contrair opstellen.
In de levendige discussie tussen de panelleden en sessiedeelnemers werden punten uit de plenaire bijeenkomst beproefd. Kan straks de bandbreedte voor geluidsbelasting bijvoorbeeld gecompenseerd worden door een strengere norm voor fijnstof? Een dergelijke uitruil was door topambtenaar Edward Stigter gesuggereerd. Een deelnemer wierp tegen: “Iedere milieucontour vertegenwoordigt een belang, het lijkt me te simplistisch wanneer je die onderling zou kunnen uitruilen.”
Talsma zag de oplossing vooral in de dialoog. “In het IJmondgebied zijn we een Milieudialoog gestart. Dat werkt goed. Voor de binnenvaart is walstroom gekomen. Tata Steel heeft een doekfilterinstallatie gebouwd die uitstoot van fijnstof enorm reduceert. Afgezien van wettelijke normen wil Tata ook graag het label duurzaam. In die zin hebben we de tijd mee.” Schouten zag nog wel een knelpunt: “Het bedrijfsleven investeert in beperking van overlast en vervolgens komt er een andere functie bij – bijvoorbeeld wonen – die de milieugebruiksruimte opeet.” Volgens hem moet de Omgevingswet dergelijke verrassingen voor het bedrijfsleven voorkomen.
Straks met omgevingswaarden in plaats van normen zou er meer afwegingsruimte kunnen ontstaat, dacht de gedeputeerde. Maar een deelnemer vermoedde dat de Tweede Kamer toch gewoon duidelijke normen zal willen vaststellen. De afweging tussen verschillende normen is niet eenvoudig hield een medewerker van TNO voor: achter milieu schuilt de waarde gezondheid, en gezondheidsverlies is een vorm van economische schade. Hij wees op de mogelijke komst van een stevige Europese geluidsnorm – geluidsbelasting is een onderschatte ziekmaker – waar niet mee te dealen valt.
Omdat alle milieuruimte in het gebied al volledig gevuld is, sprak een aantal deelnemers de voorkeur uit voor de programmatische aanpak, om geleidelijk naar milieunormen toe te werken. Hierin zou sprake kunnen zijn van een pakket maatregelen, zonder individuele toetsing. Omdat dit vooral een procedurele oplossingsrichting is waarin de normen ongewijzigd blijven, spraken andere deelnemers zich uit voor een alternatief: toepassing van het gebiedsontwikkelingsplan (bestemmingsplan-plus) uit de Crisis- en herstelwet. Volgens de projectleider van het ministerie zou dit zeker mogelijk zijn geweest. Van de zijde van de provincie waren hieromtrent echter nog wat twijfels. Talsma bracht als belangrijk argument naar voren dat de uitzonderingstermijn van 10 jaar te kort is voor een zeer grote gebiedsontwikkeling als deze. Hopelijk wordt hiervoor een oplossing gevonden in de Omgevingswet.
Bekijk de presentatie
Sessie D. Noordzeekanaalgebied: veel functies, weinig ruimte (pdf)
Tjeerd Talsma, Gedeputeerde Noord-Holland
Zie ook:
- Hoofdverslag congres Omgevingswet 2013: Zin Omgevingswet hangt af van geboden afwegingsruimte
- Werkzame ontwikkelstrategieën (verslag Praktijkcongres Gebiedsontwikkeling 2013)
- Publicatie ‘Stedelijke ontwikkeling aan het water’ (PlanAmsterdam 6-2013)
Cover: ‘2013.10.01_Congres Omgevingswet 2013 – Parallelsessie D_660’