Verslag De binnenstad van Zoetermeer wordt vernieuwd. De winkelfunctie wordt versterkt, de drie kernen worden beter met elkaar verbonden en de beleving wordt aangepakt. Uitgangspunt is om het winkeloppervlak niet uit te breiden, maar het bestaande te versterken. Een mooi plan en een vruchtbare samenwerking die al heeft geresulteerd in een realisatie- en koopovereenkomst. Op het praktijkcongres Gebiedsontwikkeling 2014 lichten de betrokken stakeholders de ontwikkeling toe vanuit hun verschillende invalshoeken.
Praktijkcongres Gebiedsontwikkeling 2014
Wethouder Bé Emmens: “Historische fouten herstellen”
De binnenstad van Zoetermeer is stedebouwkundig opgezet vanuit drie kernen: het Stadshart, het Woonhart en de Dorpsstraat. De drie kernen liggen ver uit elkaar waardoor ze fysiek slecht met elkaar zijn verbonden. Een historische fout die hersteld moet worden, volgens de wethouder. De gemeente is bestuurlijk overeengekomen om van de binnenstad weer één geheel te maken. Een mooie kans om ook de leefbaarheid aan te pakken, de winkelfunctie te versterken en meer jongeren naar het centrum te trekken.
Remko de Jong, programmamanager Binnenstad: “Het gaat om de beleving”
De binnenstad van Zoetermeer doet het goed: qua omzet is het winkelgebied van Zoetermeer het vierde winkelgebied van Zuid-Holland. Jaarlijks bezoeken 10 miljoen mensen het stadshart. Toch moet de binnenstad volgens Remko de Jong mee met de veranderingen in de retailwereld: “Naar de binnenstad gaan moet een dagje uit worden!” Gezamenlijk met eigenaren, ondernemers, bezoekers en bewoners zijn 5 ambities voor de binnenstad bepaald:
1: bijzondere plekken realiseren
2: binnenstad verbinden
3: binnenstadcultuur ontwikkelen
4: inzetten op stedelijke woonmilieus
5: binnenstad presenteren
Dit heeft geleid tot een uitvoeringsplan met maar liefst veertig projecten, waarin de gemeente €30 miljoen investeert. Zo zijn ‘trekkers’ als de Primark, de Wibra en horecavoorziening Clooney aangetrokken, is snel resultaat geboekt door op de plek van een fietsenstalling een plein te creëren en zijn kunstenaars in de gelegenheid gesteld om hun kunst tentoon te stellen in de etalages van leegstaande winkels. “Wij hebben wel ambities vastgelegd, maar niet strikt de weg daarnaartoe, waardoor de flexibiliteit toeneemt. Wel laten we constant zien dat de binnenstad verandert, zodat inwoners zien dat we echt achter de ambities staan”, aldus De Jong.
René de Wit, projectontwikkelaar Synchroon: “Wij hebben sterk gekeken waar nog behoefte aan was”
De vernieuwing van het stadshart bestaat uit een upgrade van bestaande bebouwing en openbare ruimte en de thematische uitbreiding Centrum Oost. Synchroon is vanwege haar grondpositie in het oosten van het centrum al lange tijd betrokken bij het centrum. “Ons oorspronkelijke plan hebben we in 2009 gezien de marktomstandigheden teruggetrokken. Vervolgens hebben we sterk gekeken waar nog behoefte aan was. Dat bleek belevingskwaliteit en jongerenwoningen te zijn. Het plan is herzien. Het thematische hieraan is dat we behalve een supermarkt, waar een gebrek aan is, geen winkeloppervlak toevoegen maar ons richten op horeca en leisure. Dit programma past bij de vraag in de markt en de plek; naast het bestaande Stadstheater en de bioscoop. De afzetbaarheid wordt nu gedragen door de bestaande gebruikers, wat het plan haalbaar maakt”.
Michel van Rhee, Brink Groep/ gemeente Zoetermeer: “Breng een mooi plan tot realiteit”
Veel gemeenten worstelen met dit soort grote centrumontwikkelingen en de veranderde rolverdeling. Waarom gaat het bij Zoetermeer wel goed? Volgens Michel van Rhee ligt dat aan de mentaliteit. “Ik heb een nieuwe term bedacht: ‘actief faciliteren’. Faciliteren klinkt als afwachten, investeren zit daar niet bij. Maar je kunt ook initiëren, verleiden en stimuleren. Het belangrijkste is echter de mentaliteit: make it happen! Als iets past binnen de langetermijnvisie van je gemeente: ga er dan voor, stimuleer het en sluit frustraties uit het verleden af. Als vakdisciplines tegenstrijdig werken en iets in de weg staan: ga op zoek naar de oplossing, werk samen en indien noodzakelijk pas het beleid aan of zoek de “achterdeur” in het beleid. Elke goede beleidsnota heeft zo’n achterdeur waardoor je, mits goed gemotiveerd, van het beleid mag afwijken. Een voorbeeld hiervan is de parkeernota met parkeernormen. Voor veel binnenstedelijke plannen is de gehanteerde parkeernorm vaak lastig te halen. Maar als er in de directe omgeving voldoende (publiek toegankelijke) parkeervoorzieningen zijn zou je ook kunnen onderzoeken of deze parkeervoorzieningen een overcapaciteit hebben. Indien dit het geval is kun je daar een beroep op doen en daarmee een lagere parkeernorm hanteren voor het plan. Kortom: een oplossingsgerichte aanpak die vraagt om creativiteit, samenwerking, empathisch vermogen en realiteitszin.
Presentatie
Cover: ‘2014.04.03_Stadshart Zoetermeer_660’