Verslag “And now something completely different!” opent Bert van Guldener (projectleider Dienst Landelijk Gebied / secretaris herinrichting Peize). Anders dan de andere projecten van deze dag heeft Peize weinig te maken met bebouwing. Van Guldener vertelt samen met Gerard Zeemans (projectleider Waterschap Noorderzijlvest) een bevlogen verhaal over hoe zij in 8 jaar tijd planvoorbereiding, uitvoering, waterberging en natuurcombinatie gerealiseerd hebben.
Praktijkcongres Gebiedsontwikkeling 2013: 'Werkzame ontwikkelstrategieën'
Peize is een 5.200 hectare groot open en weids gebied in de provincie Drenthe, tegen de stad Groningen aan. Door de herinrichting zijn die kwaliteiten voor de toekomst gewaarborgd.
Friso de Zeeuw noemde Peize al in zijn presentatie als voorbeeldproject: “Een hoopgevende ontwikkeling in het landelijk gebied, gerealiseerd in een recordtijd van 5 jaar. Daar kunnen we voor het stedelijk gebied wat van leren.” Van Guldener verbaast zich over kostenoverschrijdingen oplopend tot 12 miljoen bij binnenstedelijke projecten. Trots: “Wij zitten op de nullijn.” Crux van deze uitvoering binnen tijd en budget is een hele duidelijke bestuurlijke aansturing. “Het is een bestuurlijk gestuurd proces waarmee wij het ambtelijk proces met partijen heel adequaat konden voeren.” Over het belang van goed opdrachtgeverschap, bestuurlijke betrokkenheid en het betrekken van burgers.
Lessen uit Peize
- Slimme functiecombinatie van een waterbergingsopgave, herinrichting van landbouwgrond en EHS.
- Grote bestuurlijke betrokkenheid; sturing en met één mond spreken door de bestuurscommissie.
- Beide opdrachtgevers (waterschap en provincie) als gelijkwaardige partners in het project.
- Versnelling door het inrichtingsplan, de MER en het facetbestemmingsplan parallel in plaats van na elkaar uit te zetten.
- Planvormend inzettend van de MER en deze op toegankelijke wijze naar burgers toelichten.
- Aanspreekbaarheid naar burgers toe, door vestiging in het gebied.
Twee parallelle planprocessen
Aanleiding voor het project is de wateroverlast van 1998: dat mag niet weer gebeuren. Aan de snelle realisatie ging zo’n 10 jaar studie vooraf. Dat waterbergingscapaciteit in dit gebied noodzaak is, bleek vorig jaar januari, toen een noodvoorziening nodig was voor extra waterberging. Zeemans legt uit dat een robuuste waterberging goedkoper was dan andere oplossingen, zoals het ophogen van kades. En het draagt bij aan de EHS. De opgave omvat dus twee planprocessen: het water- en landinrichtingsspoor, die versneld zijn gerealiseerd onder de vlag van 1 commissie. Het aantal procedures is beperkt gebleven tot een drietal, dat geen vertraging heeft opgeleverd. De reacties waren vooral: ‘Wat een prachtig gebied!’ aldus Van Guldener.
Twee gelijkwaardige opdrachtgevers
Naast de provincie is ook het waterschap opdrachtgever. Het werken met twee gelijkwaardige opdrachtgevers, wat geborgd werd in de bestuurscommissie, is cruciaal gebleken. Beide opdrachtgevers investeerden 14 miljoen. De verwevenheid van doelen is duidelijk: ‘Realisatie van de herinrichtings- en wateropgave was lastig geweest zonder de EHS-opgave’, stelt de provincie. Het waterschap op haar beurt: ‘De provincie liftte mee met de investering en sturing vanuit het waterschap’. De uitvoering lag bij de markt. Het bestemmingsplan regelt de functiecombinatie, waaronder de robuuste verbindingszone, die apart is gefinancierd. De snelle realisatie was mogelijk door de twee inrichtingsplannen, de MER en het facetbestemmingsplan parallel in plaats van na elkaar uit te zetten. Dit vroeg een andere werkwijze van provincieambtenaren. Zij waren dit niet gewend, wat aanvankelijk op weerstand stuitte. Waar de MER vaak een ‘verplicht nummertje is’, zoals een deelnemer stelt, is deze in dit project sturend ingezet voor de planvorming; als bouwsteen voor het plan. Uit de MER kwamen drie punten van zorg (waaronder muggenoverlast), die zijn uitgewerkt. De MER is in een folder aan burgers toegelicht voorafgaand aan een discussiebijeenkomst. Daardoor was bijna geen toelichting meer nodig en het gaf burgers de gelegenheid hun vragen en zorgpunten te delen.
Aankoopstrategie
Een subcommissie van de bestuurscommissie had de verantwoordelijkheid voor het ruil- en grondproces, ook het Kadaster was daarbij betrokken. 1.100 ha was reeds in bezit, 500 ha is verworven en circa 100 ha toedeling. Deze aankoopstrategie leidt tot een discussie over staatssteun: ‘Mocht dat van de EU?’ Van Guldener beaamt dat de strategie nu (op zijn minst) lastiger zou zijn geweest om die reden; ‘Nu hadden we ons wel drie keer bedacht.’ Er zijn destijds ook kamervragen over gesteld. En de aankoopstrategie heeft geleid tot prijsverhogingen in het gebied. Zeemans vindt het nog steeds een goede zet: ‘Je moet durven aanpakken en bereid zijn om risico’s te nemen.’
Rol energiesector en particulieren?
De provincie en het waterschap hadden een centrale rol. Was een grotere rol van bijvoorbeeld energiebedrijven en particulieren niet mogelijk? Volgens de sprekers zijn belangen daarbij doorslaggevend: ‘De reactie is: jij wil wat, dus betaal het maar.’ Wel nam de energieleverancier een deel van de financiering op zich van de kades en toegangswegen voor de elektriciteitsmasten in het gebied. Dat had heel wat voeten in de aarde: de investering in nutsvoorzieningen betrof maar liefst 1/7e deel van het budget. ‘Waarom is geen particulier natuurbeheer (door boeren) als ‘nieuw verdienmodel’ ingezet?’ vraagt een deelnemer. Van Guldener geeft aan dat de interesse is gepeild, maar onvoldoende bleek. Dat hiermee het eigenaarschap van gronden overzichtelijk is, heeft bijgedragen aan het tempo.
‘Sessie H. Herinrichting Peize: uniek en energiek gebiedsproces - Afbeelding 1’
Succesfactoren organisatie
Waar zitten de essentiële stuurpunten in? De sprekers noemden de volgende organisatorische succesfactoren op het gebied van bestuur, organisatie en communicatie:
Bestuurlijk
- Het risico om van het spoor af te raken is, mede door bestuurlijke wissels, groot. Een grote bestuurlijke betrokkenheid is essentieel geweest; de lijnen waren kort en de bestuurders gedreven en consistent. Bestuurders waren onafhankelijk, gedreven door het planbelang in plaats van eigenbelang.
- Bestuurlijke verhoudingen en belangen goed kunnen overzien.
- Belang van juridische kennis vanwege de combinatie van EHS en waterberging. En het kunnen schakelen tussen RO-taal en juridische taal.
Op de vraag wat hij nu anders zou hebben aangepakt, noemt van Guldener dan ook vooral juridische aspecten en risicobeheersing: een kleinere investering, een beter risicodossier (wat onder ingenieursbureaus gebruikelijk is) en een beter juridisch dossier. Een voorbeeld: borg dat wat je doet, ook officieel in de opdracht staat geformuleerd in verband met eventuele juridische procedures. In Peize is een routenetwerk ‘en passant’ aangelegd. Achteraf gezien had deze in de opdracht opgenomen moeten worden.
Projectorganisatie
- Praktijkgerichtheid; er werd een fulltime team ingezet (een ‘doe-club’) voor een consistente afwerking.
- Gecommitteerde mensen. De effectiviteit van medewerkers van het projectbureau, maar ook die van bestuurscommissieleden werd beoordeeld om te zorgen dat doelen werden gehaald.
- Sterke sturing op kosten, tijd, kwaliteit en beheersbaarheid van het eindproduct. Openheid naar bestuurders over voortgang en kostenbeheersing is daarbij van belang.
Communicatie
- Belang aanspreekbaarheid voor burgers: de projectorganisatie was gevestigd in een leegstaand schoolgebouw op de locatie.
- De bestuurscommissie lichtte zelf de MER toe.
- Eigen communicatieadviseurs en herkenbare communicatie, bijvoorbeeld door het hanteren van een eigen logo.
- Houd je aan afspraken. Bijvoorbeeld een toezegging naar burgers om ‘in november bij ze terug te komen’: dan doe je dat altijd.
Sprekers sessie Peize:
Bert van Guldener, Projectleider Dienst Landelijk Gebied / secretaris herinrichting Peize
Gerard Zeemans, Projectleider Waterschap Noorderzijlvest
Zie ook:
Cover: ‘2013.03.18_Peize_660’