David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad tijdens het sLIM symposium door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Slim verdichten via de zachte stad

19 april 2024

6 minuten

Verslag De druk op onze steden wordt in de komende jaren alleen maar groter. Hoe zorgen we dan voor een leefbare woonomgeving? Deze vraag stond deze week centraal tijdens de laatste sLIM-bijeenkomst. Volgens keynote spreker David Sim moeten we onze steden vooral ‘zachter’ maken. Een panel van Nederlandse wetenschappers en gebiedsontwikkelaars reflecteerde op de Nederlandse praktijk. “We weten wel hoe het moet maar het gebeurt onvoldoende.”

David Sim sprak deze week aan de TU Delft als gastspreker tijdens de laatste bijeenkomst van de sLIM lezingenreeks, die na 25 jaar ophoudt te bestaan. In de reeks stond steeds het vinden van oplossingen voor een duurzame samenleving centraal. Het werk van Sim met zijn pleidooi voor de “zachte stad” past daar naadloos in. Hij gaf in Delft een lezing gebaseerd op zijn boek “Zachte stad” als aftrap om met wetenschappers en gebiedsontwikkelaars te reflecteren op de Nederlandse praktijk.

Mens centraal

In het werk van Sim – uit de school van Jan Gehl en Jane Jacobs – staat de mens centraal. En dat levert betere, mooiere, afwisselende en leukere steden op, zo maakt hij duidelijk. Om dit helder te maken begint hij zijn verhaal met de manier waarop na de Tweede Wereldoorlog over stedenbouw werd nagedacht: functiescheiding, hoge woonblokken en een sterke gerichtheid op de auto. Sim: “Stukken stad waar kinderen de weg niet terug naar huis konden vinden omdat alles op elkaar leek.”

Het creëren van levendigheid én de menselijke maat als uitgangspunt moeten ons comfortabel doen voelen in de stad

Hoe anders is de zachte stad? Dat is een stad op ooghoogte, een stad waar de zintuigen geprikkeld worden – je ruikt het brood van de bakker vanaf de stoep -, waar mensen elkaar gemakkelijk kunnen ontmoeten, waar de auto of gebouwen niet domineren maar waar de mens centraal staat. Geen hoogbouw dus, maar bouwblokken van maximaal 4 à 5 lagen hoog. Door het volume in vergelijking met hoogbouw “uit te smeren” ontstaat er volgens Sim veel meer ruimte om levendige plinten – en daarmee stedelijke dynamiek - te creëren en meer ruimte op de daken – voor bijvoorbeeld terrassen of duurzame energieopwekking. Bovendien kan de bovenste verdieping van zo’n stadsblok visueel bijdragen als een kroon op een gebouw. Iets wat bij hoogbouw veel ingewikkelder is.

Het creëren van die levendigheid én de menselijke maat als uitgangspunt moeten ons comfortabel doen voelen in de stad. Volgens Sim maakt dat de stad ook aantrekkelijk: dichtheid en diversiteit, de nabijheid van alle mogelijke voorzieningen en verschillende soorten mensen. Maar daarmee is die zachte stad nog niet gerealiseerd. Hoe kan deze verder vormkrijgen?

Van links naar rechts: Tom Daamen (moderator), Maarten Janssen, Tess Broekmans en Jaco Meuwissen tijdens het sLIM symposium door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

‘Van links naar rechts: Tom Daamen (moderator), Maarten Janssen, Tess Broekmans en Jaco Meuwissen tijdens het sLIM symposium’ door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)


Om die vraag te kunnen beantwoorden put hij uit een lange reeks inspirerende voorbeelden van over de hele wereld. Naast de basisprincipes om de menselijke maat in het oog te houden en stedelijke levendigheid te faciliteren, kunnen ontwerpers vooral met slimme ingrepen een groot verschil maken. Die variëren van uitgekiend straatontwerp waarin voetgangers en fietsers voldoende ruimte krijgen en de dominante invloed van de auto beperkt wordt tot het creëren van groene binnentuinen waar kinderen kunnen spelen en bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Maar dat zijn ook ingrepen als wadi’s in de openbare ruimte om piekbuien op te kunnen vangen.“Die zijn niet alleen mooier en “zachter” maar ook nog eens veel goedkoper dan het vergroten van de riolen onder de stad.”

Dezelfde grote hoge blokken

Maar toch, ondanks het inspirerende verhaal van Sim is de grote vraag: lukt het in gebiedsontwikkeling voldoende om die zachte stad principes ook tot stand te brengen? Daarvoor zijn Tess Broekmans, hoogleraar stedelijk ontwerp aan de TU Delft, Jaco Meuwissen van 3W Real Estate en Maarten Janssen van Amvest gevraagd om in een panel te reflecteren op de Nederlandse praktijk.

We bouwen niet altijd wat we willen

Broekmans vindt dat de zachte stad nog te weinig van de grond komt in de Nederlandse praktijk. Om dit te illustreren, laat ze een overzicht zien van wat er “op dit moment” in Amsterdam gebouwd wordt. “Het zijn allemaal dezelfde grote hoge blokken.” Ze zoomt daarbij in op een complex op de NDSM-werf. “Het complex is te hoog waardoor er geen licht in de binnentuin valt en de binnentuin ligt ook nog eens op een parkeergarage waardoor echte bomen niet mogelijk zijn.” Het is maar een van de voorbeelden waarin Broekmans duidelijk wil maken dat “we wel weten hoe het moet maar dat het nog onvoldoende gebeurt.”

Financiële belangen

Waar ligt dat dan aan? Is de druk om vooral zoveel mogelijk woningen in een gebied te stoppen de belangrijkste reden waarom het misgaat? Of is het een financiële haalbaarheidskwestie? Ligt het aan het opdrachtgeverschap? Of zijn we nu simpelweg nog “oude plannen” aan het uitvoeren, zoals Broekmans ook aangeeft? Wat nu wordt gerealiseerd is immers al jaren geleden bedacht.

In gesprek met het panel geeft Sim aan dat de principes van de “zachte stad” slimmer afgedwongen kunnen worden door de opdrachtgever. Hij noemt internationale voorbeelden die helpen om de zachte stad te verwezenlijken. Een vaste prijs voor de grond waarbij gebiedsontwikkelaars worden uitgedaagd zoveel mogelijk (maatschappelijke) voorzieningen te realiseren door daarop met elkaar te concurreren, is er daar een van. Een andere is het verdisconteren van de kosten voor de plint in de prijs van de woningen erboven zodat het realiseren van een aantrekkelijke plint niet gehinderd wordt door financieel belang.

Broekmans denkt dat het financiële aspect vaak een belemmering vormt om de zachte stad beter vorm te geven. “Woningen leveren immers meer op dan andere functies en de druk om veel huizen te bouwen is ook enorm tegenwoordig.” Kortom: de drang om vooral veel woningen te bouwen en de financiële incentive daarbij leidt niet altijd tot het beste samenspel van functies en verhoudingen.

David Sim tijdens het sLIM symposium door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

‘David Sim tijdens het sLIM symposium’ door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)


Toch geeft Meuwissen aan dat de behoefte om “echt stad te maken” er zeker is, maar dat ook goed gekeken moet worden naar wat er op welke plek kan. “Je kan wel overal levendige plinten willen hebben, maar dat werkt niet op iedere plek in de stad. Als ze leeg staan dan heb je er juist een probleem bij.” Maarten Janssen van Amvest vindt ook dat enig realisme in het debat nodig is. Zo snapt hij bijvoorbeeld dat het beperken van de auto in de stad niet gek is “maar wij hebben ook huurders die in de haven werken en daar komt geen tram. En die gaat er ook niet komen.” Toch ziet hij ook “dat we niet altijd bouwen wat we willen” maar ook dat “business cases soms danig in de wielen gereden worden door extra beleidsmaatregelen.” Door die extra eisen moeten er soms toch simpelweg meer woningen in een project en meer lagen op de gebouwen om een gebiedsontwikkeling financieel haalbaar te maken.

Gebiedsontwikkeling is traag

Er is daarom nog een weg te gaan om de zachte stad meer vorm te geven, waarbij Sim steeds wijst op de slimme, soms kleine interventies die grote opgaven ineens in een ander daglicht kunnen zetten. Zijn voorbeelden laten zien dat dat ook kan. En de aanwezigen zijn het er over eens dat in de afgelopen tien jaar toch ook stappen zijn gemaakt. Zo is er meer aandacht gekomen voor onder meer waterberging, biodiversiteit en ontmoeting. Maar gebiedsontwikkeling is traag, veel van die plannen moeten nog tot uitvoering komen.


Cover: ‘David Sim tijdens zijn presentatie over de zachte stad tijdens het sLIM symposium’ door Ineke Lammers (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)


Portret - Joost Zonneveld

Door Joost Zonneveld

Hoofdredacteur van Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024

Gemeentehuis Montferland door Apdency (bron: Wikimedia Commons)

Dit is wat het Didam II-arrest betekent voor de praktijk van gebiedsontwikkeling

Meer rechtszekerheid en dus winst voor het vakgebied. Dat is volgens advocaat Manfred Fokkema het gevolg van de tweede uitspraak van de Hoge Raad in de Didamkwestie. Maar dat betekent niet dat de invloed van het arrest zal afnemen.

Uitgelicht
Analyse

18 november 2024