Analyse Willen smart cities een succes worden, dan moeten burgers veel vroeger betrokken worden bij de keuze voor leveranciers en de ontwikkeling van diensten om zo'n slimme stad te worden. Dat stelt Jared Mondschein, wetenschapper bij Rand (een Amerikaans onderzoeksbureaus voor beleid en publieke vraagstukken), in een opiniestuk op Smart Cities Dive.
Apps bouwen
Dat komt, concludeert Mondschein, omdat burgers niet betrokken worden bij de ontwikkeling van die digitale tools. Ze praten bijvoorbeeld niet mee als ambtenaren leveranciers van de instrumenten selecteren, onder meer vanwege geheimhoudingsafspraken of omdat de ambtenaren dit gewoon vergeten zijn. Hierdoor sluit de gekozen oplossing niet (optimaal) aan op de wensen van diezelfde burgers.De onderzoeker haalt als voorbeeld van slecht smart-city-beleid de zogeheten open data-portalen aan. Op deze websites (bijvoorbeeld data.overheid.nl) vinden burgers alle beschikbare openbare data van de overheid, zoals over misdaad, gemeentelijke inkomsten en uitgaven, aanbestedingen en mobiliteit. Het idee is dat de overheid hierdoor transparanter werkt, beter te controleren valt en meer service verleent. Bovendien kunnen organisaties en burgers met de data zelf nuttige apps en andere smart city-diensten bouwen. Je kunt hierbij denken aan de Leefbaarheidseffectrapportage, een samen met burgers gebouwde webtool die laat zien hoe veilig, groen en bereikbaar een wijk is.
Eigen de stad toe
Uit onderzoek van Rand eerder dit jaar naar de smart-city-situatie in Los Angeles bleek niettemin dat door drie ‘significante obstakels’ deze open data-portalen niet goed werken. De aanwezige datasets worden niet vaak genoeg bijgewerkt en aangevuld (waardoor de kennis onvolledig en achterhaald is), potentiële databronnen voor live inzicht in de stad (zoals parkeergegevens) blijven achterwege, en datasets worden niet voorzien van voldoende context (waardoor het voor burgers heel lastig is om in te zien waar de data vandaan komt en wat zij hiermee kunnen doen).“Het was voor ons geen verrassing dat ambtenaren die deze portalen beheren, ons vertelden dat ze verbaasd zijn over hoe weinig lokale toepassingen er ontwikkeld zijn met hun data", schrijft Mondschein. "De hoofdoorzaak hiervan kan de fout zijn dat de ervaring van burgers niet is meegenomen.”
Die situatie is vergelijkbaar met die in Nederland. Veel dataportalen worden na lancering niet of nauwelijks onderhouden, het aanbod van datasets is beperkt en de technische drempel om er iets mee te doen is hoog. Zo is in Nederland Buienradar (op basis van opendare data van het KNMI) een even bekend als zeldzaam voorbeeld van de succesvolle toepassing van open data. Door al die beperkingen blijft de kans klein dat burgers zich de smart city toe-eigenen.
- Lees hier de analyse van Jared Mondschein op Smart City Dive
- Bekijk hier het dossier met al onze artikelen over data & digitalisering
Cover: ‘Leefbaarheidseffectrapportage (2020)’ door StrateGis (bron: www.strategisgroep.nl)