Opinie Particulier opdrachtgeverschap roept in de eerste plaats associaties op met ruime kavels in suburbane gebieden met hoofdzakelijk cataloguswoningen. Maar er is meer. In de afgelopen jaren zijn bijvoorbeeld in Roombeek, Enschede en op IJburg, Amsterdam plannen gerealiseerd die stedelijker van opzet zijn en onmogelijk door de standaard boerderrettes uit de catalogi zijn in te vullen. Dat levert niet alleen wijken op die bijna geheel ‘onder architectuur ’ zijn gebouwd, maar resulteert ook nog eens in een levendiger straatbeeld. In deze wijken zijn de gebouwen aaneengesloten gepland en leveren een gevelwand met een grote variatie. Dat vraagt natuurlijk wel om een heldere set regels vanuit de stedenbouwkundige regie en het nodige overleg met buren. Omdat het om maatwerk gaat, is het bijkomende effect dat bijna altijd met een architect wordt gebouwd en alle woningen uniek zijn. Voor dergelijke verkavelingen zijn geen cataloguswoningen verkrijgbaar. Maar wie weet komt dat nog; geen branche zo flexibel als de bouwers van cataloguswoningen.
Genoemde voorbeelden, Roombeek in Enschede en Steigereiland en het Kleine Rieteiland op IJburg, gaan nog wel uit van één woning per uitgegeven kavel. Op het Kleine Rieteiland zien we al voorbeelden van twee gezinnen die de kavel samen delen, omdat de prijs van de kavel simpelweg te hoog was. Met maar één huishouden per kavel zal de variatie zich nog beperken tot de onderlinge verschillen naast elkaar. Een stap verder gaan de zogenaamde bouwgroepen in een proces dat we collectief particulier opdrachtgeverschap zijn gaan noemen. Een groep particulieren verenigt zich - meestal in een vereniging van eigenaren - en gaat gezamenlijk aan de slag om aantal woningen te realiseren in één gebouw. Dit levert niet alleen kostenvoordeel op, maar ook de mogelijkheid om functies met elkaar te delen, variërend van fietsenstalling en zwembad tot gedeeld gastenverblijf of yogaruimte. Enkele voorbeelden hiervan staan op IJburg en in Almere, bleek tijdens onze expertmeeting Particulier Opdrachtgeverschap in de Berlagezaal op 22 maart.
Het grote gevaar van dit soort initiatieven is dat er onderweg deelnemers kunnen afvallen - het is een lang en intensief proces - en dan kan de overgebleven groep het project opeens niet meer financieren. Daarvoor is een achtervang nodig, een rol die in een aantal geslaagde voorbeelden is ingevuld door een corporatie. Eén ingrediënt ontbreekt dan nog om met deze nieuwe vorm van particulier opdrachtgeverschap een werkelijk levendige stad te creëren. Dat is namelijk een andere dan alleen een woonfunctie. In Nederland nog niet zo vaak vertoond, maar in Duitsland al vaker gezien. Het voorbeeld van het voormalige kazerneterrein in T?bingen wordt steeds vaker genoemd in bestuurlijk Nederland. Daar moeten de ‘Baugemeinschaften’ die zich voor een kavel melden niet alleen een woongebouw maken, maar ook een bedrijfsfunctie op de begane grond realiseren, zoals een kapper, een buurtwinkel of een klein accountantskantoor. Net als in de oude, middeleeuwse stad. Met het juiste stedenbouwkundige kader kunnen we met particulier opdrachtgeverschap weer net zulke aantrekkelijke wijken maken als die zo gewaardeerde middeleeuwse stadscentra. En vanzelfsprekend er is niets op tegen om dat te doen met architectuur van deze tijd.
Het architectenbureau van Jeroen Mensink is betrokken bij de Dappere Maurits (in de Dapperbuurt, Amsterdam), een voorbeeld van collectief particulier opdrachtgeverschap in de bestaande stad.
Cover: ‘IJBURG, Amsterdam’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)