Delft

‘Stadmaken’ belooft een betere stad

19 november 2017

3 minuten

Taal is belangrijk. Taal vertelt iets over onze – deels onbewuste - drijfveren. Omdat taal ons handelen definieert, bepaalt het ons handelen deels ook. In dit blog breekt Martin van der Maas een lans voor het fraaie ‘stadmaken’ en laat hij zien waarom dit begrip een betere stad belooft.

De term wordt al regelmatig gebruikt, maar houdt zich toch vooral op onder een bepaald type insiders. Ten eerste benadrukt mijn eigen Amsterdamse wethouder Eric van der Burg vaak: 'We bouwen geen woningen, maar we maken stad!' Hij doelt daarmee vooral op functiemenging. Want een stad is geen voorraad woningen, maar een diverse, veranderlijke potpourri van woningen, kantoren, bedrijven, restaurants, scholen, zorgcentra, massagesalons, opslagplaatsen en wat al niet meer. Meestal geldt: hoe rijker die menging, hoe populairder het gebied. Van der Burg wijst daarmee terecht op onze opdracht om van nieuwe wijken volwaardig stad te maken. Stadmaken dus.

De term wordt ook vaak gebezigd door bijvoorbeeld de Utrechtse socioloog Frans Soeterbroek, een van de redacteuren van het boek ‘Het Nieuwe Stadmaken.’ Hij legt met ‘stadmaken’ de nadruk op ontwikkelprocessen met een vanzelfsprekende rol voor kleine of niet-commerciële spelers zoals burgers, eenmanszaken, stichtingen of coöperaties. Erg belangrijk hierbij is dat ‘stadmaken’ een werkwoord is. Mede daarom is ‘stadsontwikkeling’ geen geschikt alternatief: dit woord doet vooral denken aan machtige gemeentelijke diensten met dezelfde naam die samen met grote marktpartijen de ontwikkeling van de stad dicteren. Het is het soort ontwikkeling dat burgers ondergaan, in plaats van dat ze het mede vormgeven. Het is de maquette, en niet de dialoog, die deze manier van werken uitdrukt.

Een goede stad ziet haar burgers echter niet alleen als consumenten, als kopers van huizen van verre ontwikkelaars of als koffiedrinkers op terrassen van multinationals. Niet voor niets is het woord ‘participatiesamenleving’ in zwang geraakt. Sommigen leggen dat cynisch uit als ‘zoek het zelf maar uit’, maar het begrip bevat ook veel goeds. Het drukt een samenleving uit waarin zoveel mogelijk mensen bijdragen aan de ontwikkeling ervan en waar bewust vrije ruimte en een gelijk speelveld voor worden georganiseerd. Je ‘maakt’ je stad, door actief bewoner te zijn, in een zelfbouwcollectief te zitten, door te ondernemen, mee te bepalen in open planprocessen, door je buurvrouw te helpen. Duizenden malen vermenigvuldigd levert dit een fijnmazige stad op in fysieke én sociale zin, via talloze vitale menselijke verbindingen die de stad maken tot iets waardevols van en voor iedereen.

‘Stadmaken’ vangt dus drie belangrijke waarden in één woord: de menging van functies, de combinatie van fysiek en sociaal, en een ontwikkelproces dat open staat voor lokale partijen. Laat ‘stadmaken’ daarom uitgroeien tot normale taal van veel meer mensen, want stadmaker zijn we allemaal. Zodat een volgende generatie over sommige goede praktijken van begin 21e eeuw zegt: ‘Dat was stadmaken avant la lettre.’


Dit item verscheen eerder op stadszaken.nl


Cover: ‘Delft’


Martin van der Maas

Door Martin van der Maas

Planoloog bij de gemeente Amsterdam


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024