Verslag De groei van de stad is geen doel op zich. Het gaat om goede groei, de zorgvuldigheid en inclusiviteit ervan. Daarover was consensus tijdens het Stadmakerscongres in Theater Rotterdam, waar de groei van de Maasstad centraal stond. Een noviteit dit jaar is dat acht wethouders én de burgemeester aanwezig zijn. Belangrijk, want bij het formuleren van ‘goede’ groei ben je waarden aan het bepalen, en dan komt al snel de politiek om de hoek kijken. De redactie Gebiedsontwikkeling.nu ging op zoek naar de waarden die volgens de stadmakers ‘goede groei’ bepalen.
Stadmakerscongres 2018, Rotterdam
Rotterdam
groeit en zal voorlopig blijven groeien. Op de korte termijn bouwt de stad
18.000 woningen en op de lange termijn 50.000. Er ligt een grote
verdichtingsopgave, die de stadmakers kunnen aanwenden om samen aan de
kwalitatieve ontwikkelingen in de stad te werken. Paul Becht (regiomanager BPD
ontwikkeling) stelt dat we opgaven als klimaatadaptatie, energietransitie en
circulariteit moeten koppelen aan verdichting: “Maak het compact en intensief.
Iedere vierkante meter zo intensief mogelijk gebruiken. Dan kom je al snel op
multifunctioneel ruimtegebruik en deelgebruik.”
In
de binnenstad spelen gecombineerde opgaven van wonen, werken en recreatie,
waardoor sprake is van concurrerende ruimteclaims. Mattijs van Ruiven, hoofd
Stedenbouwkundige van de gemeente Rotterdam, geeft aan dat de
vervoersknooppunten de belangrijkste lijnen zijn waarlangs de groei op korte
termijn plaatsvindt. De randen van de stad vormen belangrijke verdichtingsplekken
als je verder in de toekomst kijkt. De uitdaging is om met deze verdichting de
plekken een kwalitatieve meerwaarde te geven.
Het
is duidelijk: voor Rotterdam staat het maken van kwaliteit voorop bij de
verdichtings- en intensiveringsopgave. Tijdens de verschillende sessies van het
congres komt naar voren dat er verschillende perspectieven zijn op waarden die
de kwaliteit bepalen.
Perspectieven op kwaliteit
De Rotterdamse experimentele en vernieuwende architectuur levert van oudsher
een bijdrage aan maatschappelijke vraagstukken, aldus Michelle Provoost, directeur
van International New Town Institute en partner bij Crimson Architectural
Historians. Dit architectuurklimaat komt voort uit een vruchtbare laag van
stadmakers; deze laag kun je zien als voorwaarde voor kwaliteit. Rotterdam
brengt de kennis uit de leef- en ontwerpwereld samen. Wanneer optimistische
krachten zich mobiliseren, ontstaan er kansen voor kwaliteit. Maar de beleidsmakers
kunnen de ontwikkeling van de populariteit van de stad nauwelijks bijhouden. Hierdoor
kan de stad volgens haar minder goed sturen op kwaliteit.
Volgens Jeroen Dirckx, partner en stedenbouwkundige bij KCAP
Architects&Planners, ontstaat kwaliteit wanneer ontwerpers meedenken met grote
opgaven als verdichting, klimaatadaptatie, energietransitie en circulariteit in
design-led processes. Ontwerpers zijn generalisten die niet pas aan het eind
van een opgave in beeld moeten komen, maar juist ook aan het begin van de
opgave-definitie een bijdrage kunnen leveren. Daar moeten ontwerpers wel toe in
staat gesteld worden door opdrachtgevers. Ontwerpen kunnen soms botsen met
wetgeving. Met ontwerpend onderzoek kun je verkennen waar de wetgeving
oplossingen voor de grote opgaven van deze tijd in de weg staat. Willem Sulsters,
directeur Gebiedskwaliteit & Vastgoed van de gemeente Rotterdam, geeft aan
dat het gaat om het vinden van gedeelde waarden, wil die wetgeving aangepast
kunnen worden, want die wetgeving is er natuurlijk niet voor niets. Volgens
Sulsters heerst het gevoel dat we ons moeten haasten om de kwantitatieve
opgaven te halen, terwijl het juist om belangrijke kwalitatieve opgaven gaat.
Kwaliteit krijg je door waarden vast te stellen. Maar hoe meet je kwaliteit en waarden? In de gebiedsontwikkeling wordt waarde vaak gemeten aan de hand van financiële waarden. Maar zo maak je geen stad. Gezien het brede spectrum aan mensen die zichzelf stadmaker noemen, zou je een breed scala aan het meten van waarden kunnen verwachten. Kristian Koreman, oprichter en directeur ZUS, illustreert dit aan de hand van de diversiteit aan ondernemers en bedrijven in het Rotterdam Central District. Zo kan het Cambridge Innovation Center kwantitatief aantonen hoeveel bedrijven het aantrekt en hoeveel banen dat genereert, maar is de (culturele) waarde van het Schieblock lastiger in een Excel-tabel te vatten.
Politieke rol bij waardebepaling
Koreman
vraagt zich af of de gemeente, en dan met name de gemeentelijke politiek,
daadkrachtig genoeg is om de regie te voeren en de verschillende waarden op
verschillende manieren te meten en mee te nemen in beleidsvorming. Welke
waarden zwaarder wegen hangt weer af van welke wind er waait na een
collegewisseling. Om hierover een scherper gesprek met de politiek te kunnen
voeren, zouden er meer van dit soort stadsfora moeten zijn waar je inzicht
krijgt en mee kan praten over belangrijke politieke beslissingen in gebiedsontwikkeling.
De waarde van onderwijs
Zoveel stadmakers, zoveel waarden. Vaak wordt tijdens het Stadmakerscongres
benadrukt dat we samen de stad maken. Maar vanuit wiens perspectief doen we
dat? Een opvallende partij waar tijdens het congres aandacht naar uitging, is
het onderwijs. Rotterdamse schoolbestuurders zetten zich samen met de gemeente
Rotterdam in om de kwaliteit en het keuzeaanbod van het onderwijs op Zuid te
verbeteren. Dagelijks fietsen 2000 kinderen van Zuid naar Noord, om maar niet
op Zuid naar school te hoeven. De samenwerking is erop gericht de
‘brugfietsers’ in Zuid te houden en kinderen zich via scholen meer thuis laten
voelen in de wijken waar zij wonen. Schoolbesturen treden daarbij buiten hun
eigen belangen en erkennen hun rol voor de wijk: “Scholen zorgen voor sociale
cohesie en duwen de wijk vooruit”, aldus een van de schoolbestuurders.
Onderwijs kan zo een interessante partij zijn voor gebiedsontwikkeling bij het
najagen van bepaalde sociale doelstellingen.
In
de nieuwe Rotterdamse architectuurnota - op dit moment in de maak – ontbreekt volgens
Michelle Provoost nog de aandacht voor onderwijs: “Rotterdam is een jonge
diverse stad, het is belangrijk dat jongeren worden betrokken bij het maken van
de stad en leren hoe deze stad in elkaar zit.”
Rol onderwijs in Hart van Zuid
‘Stadmakerscongres 01’
Een groep deelnemers vertrekt vanaf het Stadmakerscongres in Theater Rotterdam naar Rotterdam-Zuid, waar de grootschalige gebiedsontwikkeling Hart van Zuid in uitvoering is. Hart van Zuid is een publiek-private samenwerking tussen de gemeente Rotterdam en het consortium Heijmans en Ballast Nedam, ondersteund door 3i Infrastructure. Wanneer we uitstappen bij metrohalte Zuidplein, vertelt Diederik van Erkel, projectdirecteur Integrale Gebiedsontwikkeling, over de plannen om de openbare ruimte van het gebied op te knappen en het omvangrijke winkelcentrum toegankelijker te maken voor omwonenden. Waar hij nu met moeite boven het lawaai van de vertrekkende bussen uitkomt en we vooral veel infrastructuur om ons heen zien, verzekert hij dat het gebied over een aantal jaren een levendiger en een fijnere verblijfsplek zal zijn. Dit gebeurt onder andere door het toevoegen van een aantal nieuwe functies, zoals een theater en een zwembad van olympisch formaat. De plint van het winkelcentrum zal verlevendigd worden door ‘snellere’ horeca- en winkelfuncties, waar mensen op af komen die vervolgens ook weer doorgaan om bijvoorbeeld de metro te pakken.
Verlevendigen openbare ruimte
Een van de
doelstellingen van Hart van Zuid is het verlevendigen van de openbare ruimte. Naast
de fysieke transformatie kent Hart van Zuid een uitgebreid sociaal programma:
het imago van Rotterdam-Zuid verbeteren, participatieprocessen toepassen en
werk- en leerplekken realiseren voor mensen die een afstand hebben tot de
arbeidsmarkt. Een behoorlijke opgave dus: op wiens schouders ligt die?
Bijzonder
in deze gebiedsontwikkeling is de rol die het onderwijs speelt bij de sociale
opgaven. Via leerprogramma’s op Mbo en Hbo-scholen werken studenten aan echte
opdrachten (‘real-life-learning’) die passen binnen de gebiedsontwikkeling Hart
van Zuid. Onderwijsinstellingen werken samen met ontwikkelaar Heijmans en de
gemeente Rotterdam stelt zich daarbij faciliterend op.
Fijnere plek voor mensen
In de
praktijk gaat dat bijvoorbeeld zo: studenten van het Techniek College voerden
het project ‘Hartjes van Zuid’ uit in opdracht van Heijmans en gingen op zoek
naar manieren om het gebied rondom Zuidplein vooral een fijnere plek voor
mensen te maken. Na de observatie dat de openbare ruimte te weinig zitelementen
heeft, bouwden studenten in samenwerking met een architect een zitelement dat
inmiddels al in het gebied te zien is.
Ook
het Albeda college werkt samen met partijen om studenten via de ervaring van de
praktijk te laten leren. De meerwaarde voor studenten: beter voorbereid zijn op
het ‘echte’ leven. De meerwaarde voor gebiedsontwikkeling: het toepassen van
lokale kennis, inzichten vanuit een verfrissende hoek en een extra handje hulp.
Goede groei door ontwerpkracht
Als
traditionele afsluiting van het Stadmakerscongres nodigt organisator AIR namens
de Van der Leeuwkring jaarlijks een internationale ‘Guest Urban Critic’ uit,
dit jaar de Britse architect David Adjaye. Hij reflecteert op ‘goede groei’ in
Rotterdam en gaat hierover met burgemeester Ahmed Aboutaleb in gesprek. In
Londen, zijn thuisstad, is Adjaye als een van vijftig ‘design advocates’
betrokken bij het programma Good Growth by Design, een programma opgesteld
door de burgemeester van Londen om de groei van deze metropool om te zetten in
‘goede’ groei. Zo zijn de ‘design advocates’ een soort ‘design police’, grapt
Adjaye.
Waar
we in Rotterdam nog op zoek zijn naar hoe we dat nou doen en wat het is, ‘goede
groei’, hebben ze dit aan de andere kant van het water al uiteengezet in het
programma Good Growth by Design. Hierin wordt goede groei
gezien als het maken van een meer inclusieve stad, die fijn is om te wonen, te
werken en te bezoeken, en waar gezondheid en welzijn van alle Londenaren voorop
staat. Door het opstellen van kwaliteitscriteria heeft Londen als doel de
kwaliteit van de gebouwde omgeving in de hoofdstad te verbeteren en zodoende een
duurzame, inclusieve stad te creëren in sociaal, economisch en ecologisch
opzicht.
Adjaye moedigt Rotterdam aan na te denken over wat deze stad uniek maakt en niet wat de stad gelijk maakt aan andere steden. ‘You have all the ingredients to tackle the issues of the 21st century’, besluit Adjaye het gesprek. Met een burgemeester die de uitdagingen van de 21ste eeuw begrijpt, betrokken wethouders en een energieke gemeenschap van stadmakers is Rotterdam goed voorbereid voor een goede groei van de stad.
Van der Leeuwkringprijs
De samenwerking tussen de gemeente Rotterdam en de schoolbesturen voor Rotterdam-Zuid was genomineerd voor de Van der Leeuwkringprijs, toegekend aan initiatieven met uitzonderlijke waarde voor de publieke ruimte van Rotterdam. De winnaar was Robbert de Vrieze voor zijn “niet aflatende betrokkenheid als individuele Rotterdamse ondernemer bij de sociaal-ruimtelijke ontwikkeling van plekken en buurten in Delfshaven en op Zuid”. De derde genomineerde was Blue City, “een ontwikkeling van een plek van betekenis in de stad én een circulaire hotspot met (inter)nationale aantrekkingskracht”.
Cover: Hester Blankestijn
Cover: ‘Rotterdam Maritiem District’