Casus De stad is in trek. Ook bij gezinnen. Maar hoe kun je met je gezin in de stad wonen als je je geen dure grondgebonden eengezinswoning kunt veroorloven? Of als je zo’n woning helemaal niet wilt? Appartementencomplex The Family in Nieuw Delft, vlakbij het station, geeft antwoord op die vraag.
Op de artist impressions van The Family rennen kinderen rond op een brede galerij, een ‘leefdek’, met vrolijke plantenbakken en volop speelruimte. Hun ouders zitten intussen in een groene daktuin. Een grote glijbaan bij een speeltrap verbindt de tweede verdieping met het leef- en speeldek, een verdieping lager. Je kunt er net zo vaak naar beneden roetsjen als je wilt.
Spelen en ontmoeten
Natuurlijk, op artist impressions is alles altijd rozengeur en maneschijn. Maar zoveel is duidelijk: in The Family kun je je kinderen midden in de stad met een gerust hart naar buiten sturen. Het appartementencomplex – een community building – is helemaal afgestemd op de woonwensen van stedelijk georiënteerde gezinnen. Begin december 2023 zijn de 94 betaalbare en duurzame middenhuurwoningen opgeleverd. Overal zijn speel- en ontmoetingsplekken. “Je kunt als het ware buiten spelen in het gebouw,” zegt Jannie Vinke van ANA Architecten, het bureau dat het gebouw ontwierp en al eerder onderzoek deed naar de woonwensen van gezinnen in de stad.
ANA deed dat in opdracht van BPD | Bouwfonds Gebiedsontwikkeling. Iedere woning heeft een bodemwarmtepomp, regenwater wordt op groene daken gebufferd en energie komt uit zonnepanelen op het dak. Zo bijzonder is dat intussen niet meer. Bijzonder is wel de grote diversiteit aan woningtypen, geschikt voor uiteenlopende gezinssamenstellingen: eenoudergezinnen, jonge gezinnen, parttime-gezinnen en samengestelde gezinnen. In de vele collectieve ruimtes (leefdek, daktuin, speelgalerij, gezamenlijke huiskamer, werkplaats, en uiteraard de onvermijdelijke bakfietsstalling) kunnen ze elkaar ontmoeten.
Blijven in de stad
Het woonconcept voorziet in een duidelijke behoefte, zegt Wicher Mol, de betrokken ontwikkelingsmanager van BPD. “De eerste plannen voor The Family werden gemaakt in 2017. We zagen dat mensen langer in de stad bleven wonen. Deels omdat ze geen andere optie hadden, deels omdat jonge gezinnen dat ook echt willen. Stedelijk wonen was in. En het is nog steeds in. En dan niet in een eengezinswoning, maar in een appartement.”
Karin Schrederhof, wethouder Wonen van de gemeente Delft, samen met haar collega Martina Huijsmans (Ruimtelijke ordening en Mobiliteit) aanwezig bij de oplevering van The Family, beaamt dat. “Mensen die hier zijn opgegroeid of hebben gestudeerd, willen vaak blijven. Niet iedereen wil of kan dan naar een eengezinswoning met een tuintje aan de stadsrand. Het is mooi dat Delft nu meer opties biedt, ook midden in de stad.”
‘Een render van rijhuizen voor gezinnen in de stad’ door Ana Architecten (bron: BPD)
In grote Europese steden als Berlijn, Kopenhagen en Parijs is het volstrekt gebruikelijk dat gezinnen in een stadsappartement wonen. In Nederland nog niet echt. Mol en zijn collega’s staken hun licht her en der op en lieten zich inspireren door steden als Zürich en Basel. Bovendien grepen ze terug op een BPD-onderzoek uit 2016 (uitgevoerd samen met ANA) naar de woonwensen van stedelijk georiënteerde gezinnen. Daaruit kwam onder meer naar voren dat gestapeld wonen een van de oplossingen kan zijn om wonen in de (binnen)stad betaalbaar te houden – mits die appartementen aan individuele woonwensen kunnen worden aangepast, en er goede (gedeelde) voorzieningen zijn.
Ouders met jonge kinderen willen bijvoorbeeld graag kleinere kinderkamers en een grotere gemeenschappelijke (speel)ruimte. Gezinnen met pubers kiezen juist voor grotere slaapkamers waar opgroeiende jongeren zich kunnen afzonderen. En dat alles bij voorkeur in een gezellige, betrokken woonomgeving.
Doordacht omgaan met ruimte
Stads wonen draait om het doordacht omgaan met de ruimte, zegt architect Jannie Vinke. Dat is in The Family gedaan. “Let wel: het gaat hier om woningen voor middeninkomens. Om ze betaalbaar te houden, moet de ruimte compact zijn. Maar er is wel iets te kiezen. Er zijn drie-, vier- en vijfkamerwoningen. En sommige woningen bieden ruimte voor flexibiliteit.” Uit het eerdergenoemde onderzoek kwam naar voren dat stedelijk georiënteerde gezinnen met name behoefte hebben aan een extra kamer. “Minder ruimte wordt geaccepteerd, als die extra kamer er maar is,” licht Wicher Mol toe. “Dat is belangrijk voor de privacy in een gezin.”
De woningen in The Family, variërend van 50 tot 120 vierkante meter, waren aanvankelijk voor de verkoop bedoeld. De veranderde marktomstandigheden vroegen om een andere benadering. Mol: “Startende gezinnen willen hun nieuwbouwwoning zo snel mogelijk betrekken. We hebben de woningen kunnen onderbrengen bij BPD Woningfonds, in de middenhuur, bestemd voor huishoudens met een inkomen van een tot twee keer modaal. Daardoor konden we sneller starten met de bouw.”
Benieuwd naar vervolg
De woningen zijn inmiddels allemaal verhuurd. Veelzeggend: voor de 94 woningen waren zo’n 3.000 belangstellenden. “Het zijn vooral jonge stellen aan wie de woningen (op basis van voorkeur voor woningtype en vervolgens loting, red.) zijn toegewezen,” licht Mol toe. Of die stellen gezinsuitbreidingsplannen hebben, en op welke termijn, is uiteraard niet bekend. Komt er in 2024 een geboortegolf? Mol: “Dat moet nog blijken. Ook hoe het verder gaat, trouwens. Wij zijn enthousiast over het concept, maar ergens is het ook nieuw. Mensen moeten eraan wennen. Bemoedigend is dat veel mensen bewust hebben gewacht tot ze hier een woning konden bemachtigen.” Ook Jannie Vinke is benieuwd naar het vervolg. “Dat is belangrijk voor de beeldvorming. Je zult de verwachtingen goed moeten managen. Kinderen zijn leuk, maar ze maken ook geluid. Dat moet je weten als je hier gaat wonen.”
Gezinnen zijn belangrijk voor de stad. “Van gezinnen gaat dynamiek uit,” zegt Wicher Mol. “Ze zorgen voor een mooie mix. Ze zijn goed voor de middenstand, het onderwijs, voor de saamhorigheid in een samenleving.” Stedenbouwkundigen Wendy van Kessel en Ad de Bont (Urhahn stedenbouw & strategie) zien kinderen zelfs als maatgevend voor leefbare steden. Dat vraagt om het behouden en verwelkomen van gezinnen in de stad, betoogden ze half november op dit platform onder de titel ‘Gezinnen zijn de kanariepieten van de stad’. Hun stellingname is in lijn met een onderzoek van BPD uit 2019: de stad heeft gezinnen hard nodig, economisch en sociaal-maatschappelijk. Gezinnen geven geld uit in de stad en dragen, onder andere via scholen en verenigingen, bij aan sterke sociale structuren. Het woningaanbod moet daarom goed afgestemd zijn op de specifieke woonwensen van stadsgezinnen. BPD bracht die woonwensen in kaart, toegespitst op afmetingen, aantal kamers, privéruimte, plattegronden en speelvoorzieningen. The Family is te zien als een rechtstreeks uitvloeisel van het onderzoek.
Voor iedereen
Het beleid van Delft is er niet per se op gericht om gezinnen aan de stad te binden, zegt wethouder Schrederhof, die midden in Delft woont en zichzelf als een stadsmens typeert. “Het is geen doel op zich. Wij vinden het wel belangrijk dat dit middeldure huurwoningen zijn. De stad is voor iedereen. Voor sociale huurders, kopers en de groep daartussen. Dit project is ook belangrijk omdat het de kloof tussen sociale huur en koop overbrugt.” In het Actieplan Middenhuur van de gemeente Delft is voor alle gebiedsontwikkelingen met meer dan 300 woningen daarom bepaald dat 20 procent in de middenhuur moet worden gerealiseerd.
Stedelijk wonen voor gezinnen is niet voor iedereen een oplossing: er zijn altijd gezinnen die zich aan de stadsrand of buiten de stad oriënteren. Maar de vraag naar stedelijk wonen is wel actueel. BPD komt op diverse plekken aan deze specifieke vraag tegemoet, onder meer in Den Haag (Park070, Erasmusveld), Rotterdam (De Maasbode), elders in Delft (Poortmeesters) en in Utrecht (De Nieuwe Defensie, Merwedekanaalzone). ANA Architecten werkt inmiddels op IJburg (Amsterdam) voor een andere ontwikkelaar aan Robin Wood. Ook dat zijn duurzame stadsappartementen, onder andere voor gezinnen, met allerlei gemeenschappelijke voorzieningen. “Je woont in de stad, maar niet anoniem. We merken dat daar behoefte aan is,” zegt Jannie Vinke. “Zeker nu er steeds meer eenpersoonshuishoudens komen. Dit heeft de toekomst.”
Cover: ‘Een render van een appartementencomplex voor gezinnen in de stad’ door Ana Architecten (bron: BPD)