Persoonlijk Na vier jaar neemt stadsbouwmeester Hilde Blank afscheid van Leiden. In gesprek met Gebiedsontwikkeling.nu pleit ze voor een stadscurator als opvolger. “Het gaat niet alleen om het fysieke domein, maar ook om het leggen van verbinding met de stad.”
Hilde Blank, stedenbouwkundige en eigenaar van BVR Adviseurs, was tussen 2017 en 2021 stadsbouwmeester in haar geboortestad Leiden. Die periode was gekoppeld aan het proces dat in gang gezet moest worden om tot een Omgevingsvisie voor de stad te komen: Leiden 2040. “De integrale aanpak die daarvoor nodig was, bijvoorbeeld door het betrekken van thema’s als gezondheid, het sociale domein en klimaat op de fysieke leefomgeving, was de Dienst Stedelijke Ontwikkeling toen nog niet zo gewend,” zegt Hilde Blank over de reden van haar aanstelling. “Toen ik gevraagd werd te solliciteren, stond in het profiel dat de stadsbouwmeester het gesprek met de stad zou moeten voeren, de gemeenteraad aan moest haken, de verbinding met de regio moest leggen, een visie op de stad zou moeten maken én de samenhang tussen gebiedsontwikkelingen moest stimuleren.”
‘Hilde Blank’ (bron: Rob Koenen)
Blank snapte dat de gemeente zocht naar een manier om een Omgevingsvisie vorm te geven. “Daar is Leiden geen uitzondering in. Maar de rol die gevraagd werd, is er volgens mij een die bij een Dienst Stadsontwikkeling hoort. Het is opvallend dat gemeenten nauwelijks overzicht hebben over de projecten die in de stad lopen. Ambtenaren zijn óf met hun eigen project óf met abstract beleid bezig. Het tussenniveau, het leggen van verbindingen tussen mensen, gebieden en domeinen, dat is wat ik niet alleen als dé taak van een gemeente zie, het is ook wat het zo leuk maakt om bij een gemeente te werken. Door mensen, belangen, wensen en domeinen samen te brengen, houd je als gemeente het overzicht en bouw je aan meer dan een specifiek project. Je bouwt aan de stad.”
Door de stad lopen
Volgens Blank is het essentieel voor ‘stadmaken’ dat er tijd gegund wordt aan ambtenaren om die rol als verbindende schakel in te vullen. Met de Omgevingswet – naar alle waarschijnlijkheid komt die er toch echt volgend jaar – in aantocht moéten gemeenten die rol wel meer vervullen. Dat is zeker ook het geval omdat een van de uitgangspunten van de Omgevingswet is dat de overheid initiatieven (van bewoners tot ontwikkelaars) in de stad ondersteunt. Blank heeft haar rol als stadsbouwmeester gebruikt om de Dienst Stedelijke Ontwikkeling te helpen die manier van werken te ontwikkelen. Dat vraagt om het contact zoeken met stadmakers en het verbinden van ideeën en belangen in de stad.
“Ik ben door de stad gaan lopen, vaak samen met mensen die ik stadmakers noem. Dat zijn heel verschillende mensen die vanuit hun eigen specialisme betrokken zijn bij de stad als geheel. Mensen uit de kunstwereld, een corporatiedirecteur, een journalist van het Leidsch Dagblad, mensen uit de ‘groene en de sociale hoek’, en ook ambtenaren. Samen maken we de stad. Door verschillende perspectieven te kennen, het verhaal achter dat perspectief te horen en het gesprek aan te gaan, kunnen we samen aan een mooiere en betere stad bouwen.”
‘Leiden Haarlemmertrekvaart’ door Theo Baart (bron: Magazine Leidse Routes)
Leren van stadmakers
Wat heeft Blank zoal geleerd van de stadmakers die zij om zich heen verzameld heeft? “Wat ik heel leerzaam vond, is bijvoorbeeld het inzicht dat ik kreeg dat Het Leiden Bio Science Park niet alleen een gebied is aan de westzijde van het station, maar eigenlijk in alle wijken van de stad zichtbaar is. Leiden is een stad van kennisoverdracht, wat zich uit in allerlei toeleverende en ondersteunende bedrijven die de verschillende wijken weer een eigen economie geven. Dat inzicht heeft geleid tot een andere visie op woonwijken buiten het centrum, waar meer ruimte kan komen voor economische functies.”
“Een ander punt is dat een huisarts er op wees dat simpel groen in een wijk op zichzelf al heel waardevol is voor de mentale gezondheid van bewoners en als plek om elkaar te ontmoeten. Ontwerpers hebben de neiging ogenschijnlijk betekenisloos groen zo snel mogelijk te willen vormgeven. Dat hoeft dus niet altijd. De visie van de huisarts geeft een ander perspectief op het gebruik van de openbare ruimte én benadrukt het fundamentele belang van groen. Het heeft ook bijgedragen aan het idee van een Singelpark XL, het verbinden van wijken door middel van een groene route.”
Stadseigen
Blank kwam zelf tot de conclusie dat de verbinding tussen projecten in de stad beter kan. “Neem de binnenstad van Leiden, het stationsgebied, en het Bio Science Park aan de andere kant van het station. De relatie tussen die gebieden laat te wensen over. Door losse plekken te verbinden met steeds in gedachte wat een plek bijdraagt aan het grotere geheel en aan de omgeving, ontstaat er meer samenhang en binding met wat eigen is aan Leiden.
Ook de logische relatie tussen de domeinen kennis, cultuur en ruimte kan veel zichtbaarder worden in de stad. Tijdens de laatste bijeenkomst met stadmakers is de route gelopen van het Bio Science Park naar de Meelfabriek. Daar hebben betrokkenen van die drie domeinen volop ideeën gedeeld. Op die manier ontstaan nieuwe initiatieven uit de stad zelf.”
Het vormgeven van lokale identiteit, het eigene van Leiden, is iets wat Blank in haar gesprekken in en met de stad steeds weer naar voren hoorde komen. “Leiden is een behapbare stad, het is overzichtelijk. Maar het is ook een internationale stad door de kennisinstituten en aanverwante bedrijven. En het is een stad die hoog gewaardeerd wordt door bewoners vanwege de locatie, de nabijheid van de zee en het groene hart. Tegelijkertijd groeit de stad – en de regio – in de komende jaren fors. Dat betekent meer druk op het bestaande. En in dat krachtenveld wordt de lokale identiteit alleen maar belangrijker.”
‘Meelfabriek, Leiden Energiepark’ door Theo Baart (bron: Magazine Leidse Routes)
Stadscurator
Binnen de gemeente is de afgelopen jaren een cultuurverandering in gang gezet die werken in de geest van de Omgevingswet beter benadert, vindt Blank. Zo zijn werkvormen verfijnd om van Omgevingsvisie naar gebiedsontwikkeling te komen. “In de afgelopen periode zijn er veel gebiedsvisies gemaakt waarin al breder wordt gekeken naar de betekenis van dat gebied voor de hele stad, in lijn met de Omgevingsvisie.” Nu die lijnen zijn uitgezet, hoopt Blank dat haar opvolger niet een stadsbouwmeester, maar een stadscurator is. “Niet iemand die puur op het fysieke domein gericht is, maar iemand die het gesprek met spelers in de stad op een goede manier kan blijven voeren en nieuwe samenwerkingen en initiatieven aan kan jagen.”
Ter gelegenheid van het afscheid van Hilde Blank als stadsbouwmeester van Leiden heeft zij een magazine laten maken. Daarin geeft zij haar visie op ‘Samen in samenhang stad maken’ , en komen stadmakers al wandelend aan het woord die Leiden laten zien vanuit verschillende perspectieven. Het magazine biedt zo inspiratie voor iedereen die aan de stad wil werken.
‘Leiden Dankmeijerpad’ door Theo Baart (bron: Magazine Leidse Routes)
Cover: ‘Hilde Blank’ (bron: Rob Koenen)