Casus In 25 jaar van een kale polder naar een volwaardig stadsdeel met ruim 30.000 inwoners. Nu de laatste delen van de Zwolse wijk Stadshagen worden ontwikkeld en bebouwd, is de grote uitdaging het gebied ook qua leefbaarheid en betrokkenheid van bewoners een stap verder te brengen. “Stadshagen wordt nu steeds meer als volwaardige wijk van Zwolle gezien.”
"Als ik nergens in Zwolle kan wonen, dan maar in Stadshagen. Dat was het idee van veel Zwollenaren." Wanneer René Stuij in 2017 bij de gemeente Zwolle aan de slag gaat, raakt hij al snel vertrouwd met de stemming die lang rondom het nieuwste deel van de stad heeft gehangen. ‘Een slaapwijk vol jonge ouders die allebei werken, vroeg in de ochtend de wijk verlaten en pas laat in de avond weer terug zijn’ is jarenlang een veel gehoord geluid in de stad.
Maar nu het einde van de ontwikkeling van Stadshagen steeds meer in zicht komt, begint dat beeld langzaamaan te veranderen. De bevolkingssamenstelling is meer divers, kinderen van de oorspronkelijke bewoners willen hun wooncarrière in de wijk beginnen en de cijfers laten zien dat de participatie en onderlinge binding groeien. Stuij, sinds begin 2019 wijkmanager van onder andere Stadshagen, ziet vanaf de eerste rij hoe het beeld van zowel bewoners als andere Zwollenaren verandert.
“Als wijkmanager werk je aan de leefbaarheid en vitaliteit van een wijk”, legt hij uit. “In gesprek met bewoners en andere partijen onderzoek je welke behoeftes er leven en of wat wij bedenken als gemeente wel past bij de inwoners en de wijk. Stadshagen is op het eerste gezicht best een anonieme wijk, maar tegelijkertijd zien we de laatste jaren de betrokkenheid van de bewoners bij hun leefomgeving en bij elkaar toenemen. Dat heeft even geduurd.”
Fysieke scheiding
Buitenstaanders die naar de kaart van Zwolle kijken snappen direct waarom inwoners van de stad de ontwikkeling Stadshagen lang met argusogen bekeken. Het Zwarte Water vormt van oudsher de natuurlijke scheiding tussen de Zwolse woonwijken en de Mastenbroekerpolder, een van de oudste polders van Nederland. Maar als de voormalige Hanzestad eind jaren 90 uit haar voegen groeit, is de noordwestelijke rand de ideale Vinex-locatie en begint de bouw van een nieuw stadsdeel met als slogan Zicht op de stad met de voeten in de polder.
De wijk groeit snel. De combinatie van een ruime opzet, veel ruimte voor het landschap en de nabijheid van veel groen maakt de wijk aantrekkelijk voor jonge gezinnen en de focus van de ontwikkelaars en ontwerpers ligt dan ook volledig op deze doelgroep. De rechte lijnen van het polderlandschap vormen de ideale kaders om karakteristieke Vinex-buurten vol grondgebonden woningen te realiseren.
Denken vanuit bewoners
Begin deze eeuw, wanneer het eerste deel van Stadshagen is afgerond, ontstaat binnen de gemeente Zwolle de wens het eenzijdige Vinex-imago van zich af te schudden en de buurten met meer diversiteit te ontwikkelen. Het is het moment waarop stedenbouwkundige André van der Eijk van buro MA.AN bij het gebied betrokken raakt. Samen met de gemeente stelt zijn bureau in 2006 het masterplan voor de tweede fase van Stadshagen op.
‘buro MAAN De Tippe Ontwikkelplan’ (bron: buro MA.AN)
“Stadshagen is de rand van de stad, dan kan je niet anders dan het omliggende landschap als als uitgangspunt nemen. Het is de periode waarin we met z'n allen de Vinex-wijken eentonig vonden, bijna als letterlijk resultaat van alle regels, normen en spreadsheets. Bewoners herkennen hun eigen huis niet. Overdag lege parkeerstraten en ’s avonds zijn het slaapwijken. Met die kritiek zie je ook een kentering in de gebiedsontwikkeling.”
Dus was het volgens Van der Eijk en zijn collega’s hoog tijd ook in Stadshagen wat ruimte te geven aan andere woonsferen. “Niet alleen maar vanuit architectuur en stedenbouw denken, maar vanuit de bewoners. Zo ontstaat er automatisch ruimte voor samenwerking met de markt. Ontwikkelaars en stedenbouwers gaan zelf met plannen komen en de gemeente superviseert meer.”
Speciale woonvormen
Van der Eijk bewaakt in de jaren daarna samen met de andere stedenbouwkundigen in het team de continuïteit in het gebied. Met behulp van het bouwclaimmodel proberen zij samen met de gemeente en de bouwpartners te voorkomen dat er een gesnipperde ontwikkeling ontstaat. De gemeente verwerft alle grond, neemt de regie voor de gebiedsontwikkeling in handen en is de risicodragende partij van de grondexploitatie Stadshagen. De bouwpartners verwerven in ruil voor de grond het recht op de ontwikkeling van een evenredig percentage woningen binnen het totale plangebied. Daarnaast worden de bouwpartners en woningcorporaties nauw betrokken bij de planvorming om gezamenlijk inhoud te kunnen geven aan de ruimtelijke ambities en de integrale ontwikkeling.
Door dit model te hanteren ziet het supervisieteam Stadshagen erop toe dat dit model ook in de praktijk voor samenhang zorgt. Geen eigen show opvoeren op een stuk grond, maar partijen die willen bijdragen aan de wijk als geheel. “We zitten niet te wachten op een geniale ingeving van iemand die even hier met zijn oeuvre een stempel komt zetten”, zegt Van der Eijk. “We zitten hier te wachten op een geniale ingeving van iemand die begrijpt wat de huidige identiteit en structuur van de wijk zijn en daar iets aan toe weet te voegen. En dat mag dan best vanuit een eigen oeuvre een eigen ontwerpstijl zijn, maar het moet geen solitair ontwerp zijn dat geen betekenis geeft aan het totaalplan.”
‘Nieuwbouwwijk in Zwolle’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)
Deze visie trekt hij door naar De Tippe, het jongste stuk Stadshagen. Dit jaar gaat de eerste paal de grond in en uiteindelijk komen er zo’n 1.250 woningen in dit gebied. Van der Eijk is met zijn bureau verantwoordelijk voor het ontwikkelplan van deze wijk. Naast dat ook in dit deel het bouwclaimmodel wordt gehanteerd en er projectmatig wordt ontwikkeld, voegen ze ook een nieuwe ontwikkelstijl toe. “We hebben vanuit het oorspronkelijke poldergrid ontwikkelvelden gerealiseerd. Per veld komen er 50 tot 60 woningen en de partner die het veld toegewezen krijgt, heeft straks veel zelfstandigheid. Het veld mag naar eigen idee worden ingevuld binnen de kaders van het ontwikkelplan van De Tippe. Deze werkwijze geeft ook ruimte aan onze wens om 25 procent van het gebied in co-creatie te realiseren.”
Die partners kunnen de ‘standaard’ ontwikkelaars of woningcorporaties zijn, maar ook andere partijen die een speciale woonvorm willen realiseren of vanuit een bewonerscollectief willen ontwikkelen. Op dit moment onderzoeken de collectieven Klein Wonen Zwolle en Mens- en Milieuvriendelijk Wonen Zwolle de haalbaarheid van een planontwikkeling en werkt de landelijk opererende stichting De Knarrenhof aan een meergeneratie-hofje. “Dit zijn partijen die vanaf het eerste moment al met ons over planvorming van De Tippe hebben meegedacht, als ‘Vrienden van de Tippe’ en nu de mogelijkheid krijgen de co-creatie samen met ons waar te maken. Maar iedereen moet aan de vooraf opgestelde voorwaarden voldoen, zoals marktconformiteit van de grondprijzen en haalbaarheid van de plannen.”
Volwaardige wijk
Ook de wijkmanager kijkt met interesse naar de ontwikkelingen in De Tippe. De fysieke ingrepen die voor meer diversiteit, verbondenheid en betrokkenheid moeten zorgen, sluiten naadloos aan op de sociale beweging die Stuij onder de huidige en nieuwe bewoners in gang probeert te zetten. “In Stadshagen was men gewend: de gemeente lost het wel op. In plaats daarvan moet de gedachte ontstaan: ik ga in gesprek met mijn buurman of buurvrouw. Het is aan ons om te zorgen dat dit gesprek tot stand komt. Dat doen we door buurtgesprekken te faciliteren maar ook door activiteiten te organiseren waardoor buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten. Welzijnswerk en jongerenwerk zijn erop gericht mensen met elkaar in contact te brengen en contacten met elkaar op te bouwen. Als bewoners zelf een idee hebben, ondersteunen wij ze als gemeente zowel financieel als met kennis. Initiatief mogelijk maken en initiatief uitlokken.”
Die aanpak begint volgens Stuij al vruchten af te werpen. “In het begin kwam er slechts een beperkt aantal bewonersinitiatieven vanuit de wijk. Nu komt het merendeel van de bewonersinitiatieven vanuit heel Zwolle uit Stadshagen.” De ingrepen in de fysieke omgeving, zoals in De Tippe, zorgen ervoor dat ook de bewonerssamenstelling verandert en de wijk tot leven komt. Voorzieningen als een treinstation, uitbreiding van het winkelcentrum, nieuwe sportgelegenheden en een wellness trekken ook mensen van buiten het gebied naar Stadshagen. Appartementencomplexen rondom het station en het nieuwe winkelcentrum geven andere bewonersgroepen als senioren en starters de kans in de wijk te blijven. Dat is hard nodig, zegt Stuij.
‘De rivier het Zwarte Water in Zwolle’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)
“Veel bewoners die je nu spreekt, zeggen: mijn verdere wooncarrière zal ook in Stadshagen zijn. De naam van de wijk is nu echt aan het veranderen, ook in de rest van Zwolle. Waar Stadshagen eerst een aanhangsel was, wordt Stadshagen nu steeds meer als volwaardige wijk van Zwolle gezien.”
Witte vlekken
Terugkijkend op de afgelopen twintig jaar roemt Van der Eijk vooral de samenwerking tussen de verschillende partijen en de leidende rol die de gemeente Zwolle daarin heeft gespeeld. “De gemeente heeft altijd gezegd dat ze de regie wil behouden op de integrale ruimtelijke en programmatische ontwikkeling, daarom zijn er al die jaren altijd stedenbouwkundigen en landschapsontwerpers vanuit of namens de gemeente betrokken geweest bij de planontwikkeling. Ook nu, voor de uitwerking van de flexibele ontwikkelvelden in De Tippe, werken we vanuit buro MA.AN nauw samen met de gemeente. Dat houdt in: het begeleiden van partijen bij de uitwerking van verkavelingen op een ontwikkelveld, het ontwerpen van de inrichting van de openbare ruimte en het aanpassen van het ruimtelijk kader aan de hand van de laatste ontwikkelingen.”
Die aanpassingen blijven nodig, want de wijk groeit nog steeds hard. Stadshagen heeft nu ruim 26.000 inwoners en uiteindelijk worden dat er zo’n 32.000. Maar, zegt Stuij, in de ontwikkeling van de wijk is altijd strategisch rekening gehouden met die veranderende bevolkingssamenstelling en daarmee de veranderende behoeften. “Door de wijk heen is een aantal plekken in de wijk vrijgehouden voor toekomstige voorzieningen. Er is nu nog niet gedefinieerd wat daar precies moet komen, dat wordt afgestemd op de toekomstige behoeften. Het is nog een witte vlek, terwijl de bewoners zeggen: gemeente, vertel wat je daar hebt bedacht. Maar we hebben er nog niets bedacht, dat is iets voor de toekomst.”
Projectnaam: Stadshagen
Gemeente: Zwolle
Stedelijkheid: G40
Essentie van de opgave: woningbouw (creëren van een volwaardig, bruisend en levendig stadsdeel van Zwolle)
Type gebiedsontwikkeling: Gebieds(her)ontwikkeling
Gebiedstype (oorspronkelijk): Polder (één van de oudste polders van Nederland, ontgonnen in de 14e eeuw)
Gebiedstype (toekomstig): Woongebied
Omvang en programma: een wijk creëren voor 31.880 inwoners (in 2030), circa 12.000 woningen (nu 9.668) en daarnaast voorzieningen (o.a. winkelcentrum, treinstation, sporthal, sportparken, jongerencentrum, cultuurhuis), oppervlakte 15,16 km2
Startmoment: 27 november 1995
Doorlooptijd: circa 2030
Fase: realisatie
Betrokken partijen: gemeente Zwolle,
Samenwerkingsvorm: vorm van publiek-private samenwerking, private partijen leveren hun grond in en krijgen bouwrechten terug, gemeente verzorgt de planvorming en private partijen worden betrokken
Cover: ‘Zwolle’ (bron: Gemeente Zwolle)