Recensie Het is een van de meest onderzochte stedelijke vernieuwingsprojecten van het land: Amsterdam Nieuw-West. De transformatie is inmiddels meer dan twintig jaar onderweg, reden voor de auteurs van SUPERWEST om de balans op te maken. Recensent Kees de Graaf leest dat veel fysieke doelen zijn gehaald, maar constateert ook dat de sociale kant weerbarstig blijkt.
Met ‘SUPERWEST, Vernieuwing van de Amsterdamse Tuinsteden’ wordt weer eens de balans opgemaakt van de wijkvernieuwing die al decennialang gaande is in Amsterdam Nieuw-West. De overall-cijfers zijn indrukwekkend – met onder meer een forse verdichtingsslag – maar de auteurs kraken ook kritische noten. En dat is ook niet zo gek, want de vernieuwing van de naoorlogse stad is en blijft een zeer complexe opgave.
Stadsdeel op de schop
‘SUPERWEST’ is niet het eerste boek over de aanpak van Nieuw-West en het zal ook zeker niet het laatste zijn. Per slot van rekening hebben we het hier over een van de grootste stedelijke vernieuwingsgebieden van Nederland. Een compleet stadsdeel met de omvang van een middelgrote stad gaat op de schop en dat proces is nog niet ten einde. Eerder verschenen bijvoorbeeld Nieuw Nieuw-West (2010) en twee studies van Ivan Nio, Arnold Reijndorp, Wouter Veldhuis en anderen (Atlas Westelijke Tuinsteden Amsterdam, 2008 en Nieuw-West: parkstad of stadswijk, 2016). Het is een onderwerp dat de vakwereld nog wel even bezig zal houden.
Laat onverlet dat het Van Eesterenmuseum dit jaar het initiatief heeft genomen tot een breed samengestelde manifestatie over twee decennia stadsdeelvernieuwing. De expositie in het museum is nog tot 18 december te zien en daarnaast worden tal van activiteiten georganiseerd. Het begeleidende boek SUPERWEST laat het ontzagwekkende aantal van 297 projecten zien dat tussen 2000 en 2021 is gerealiseerd en legt daarbij een accent op 22 projecten die een prijs hebben gewonnen – van architectuurprijzen tot en met SKG-awards. Een slimme methode, aangezien zo iets van intersubjectiviteit wordt ingebouwd in de projectenkeuze.
Het Osdorpplein in 1964, met plint en luifel en op de achtergrond de galerijflats.
‘Osddorpplein 1964’ door Stadsarchief Amsterdam (bron: Uitgeverij Thoth)
Aan de projectenoverzichten gaan beschouwingen vooraf van stedenbouwkundige Maurits de Hoog, sociaalgeograaf Ivan Nio, architectuurhistoricus Anouk de Wit, stedenbouwkundige Hein Coumou en architect Flora Nycolaas. Dat alles door uitgeverij Thoth samengebracht in een prettig handzaam boekwerk, dat makkelijk mee kan in de fietstas (voor wie Nieuw-West zelf wil gaan verkennen). Fotograaf Luuk Kramer maakte de beelden (hij deed dat eerder onder meer voor Nieuw Nieuw-West), MUST produceerde de fraaie kaarten.
Indrukwekkende cijfers
Wie alleen de bijdrage van Maurits de Hoog (hij werkte van 1996 tot 2000 bij de gemeente Amsterdam) leest, zou daaruit op kunnen maken dat het louter rozengeur en maneschijn is in Nieuw-West (zou daar de titel van het boek ook vandaan komen?). De cijfers zijn ook met recht indrukwekkend, met een bevolkingsgroei van ruim 35.000 personen en een groei van de woningvoorraad met maar liefst ruim 16.000 woningen. Een forse verdichting dus, die met name in de zone die tegen het centrum van Amsterdam aanligt – tussen de ringweg A10 en de metrolijn – is geland.
Dit is daarmee ook het meest stedelijke deel van Nieuw-West geworden en heeft de grens van de binnenstad doen opschuiven – deze ligt nu tegen de genoemde metrolijn aan. Maar ook in andere buurten is flink bijgebouwd. Bijzonder daarbij is dat het sloopprogramma in de loop van de tijd fors is beperkt; de ‘netto’ verdichting had dus nog veel hoger kunnen uitpakken.
De Hoog concludeert dat de leefbaarheid in Nieuw-West er flink op vooruit is gegaan, hoewel de daartoe gehanteerde Leefbaarometer van het ministerie van BZK niet onomstreden is. Stadsgeograaf Cody Hochstenbach betoonde zich in 2020 op Twitter zeer kritisch over de onderliggende meetmethoden en algoritmen, die etniciteit als negatieve indicator gebruiken om de leefbaarheid te voorspellen.
Zo landt tegenwoordig de nieuwbouw op straat. Eveneens op het Osdorpplein.
‘Osdorpplein 2022’ door Hein Coumou (bron: Uitgeverij Thoth)
De vraag die zich dan opdringt, is: hoe pakt dit in de woongebieden uit, op het schaalniveau van de dagelijkse beleving van nieuwe en zittende inwoners? Wat merken zij van de nieuwe menging? Onderzoeker Ivan Nio voerde daartoe 35 gesprekken met buurtbewoners en komt daarmee tot een beeld met meer nuance. Hij concludeert dat de effecten van de stedelijke vernieuwing op diverse vlakken positief zijn. Denk onder meer aan een gevarieerder aanbod aan woningen. Er zijn meer gemengde buurten ontstaan. Tegelijkertijd ontstaan er ook nieuwe sociale scheidslijnen, volgens Nio ‘blijkt cohesie van bewoners die sterk van elkaar verschillen een lastig haalbaar ideaal’.
In de hoofstukken die volgen, blijkt eens te meer hoe complex het ‘sleutelen’ aan een bestaand naoorlogs woongebied is. Zeker bij een gebied dat zó precies in elkaar is gezet als de Westelijke Tuinsteden. Anouk de Wit laat zien dat de waardering voor het bestaande de afgelopen jaren fors is gegroeid en dat erfgoed steeds meer volwaardig lijkt te worden meegenomen in planprocessen. Hein Coumou en Flora Nycolaas richten zich respectievelijk op de gebouwtypologieën en de openbare ruimte en geven aan welke uiteenlopende oplossingen daar worden gehanteerd. Ook daar klinken de thema’s van menging, collectiviteit en in- en uitsluiting in door.
Weinig lessen
Wat helaas mist in SUPERWEST is een analyse van het opdrachtgeverschap en de processen van vastgoed- en gebiedsontwikkeling die hier de afgelopen decennia hebben plaatsgevonden. Hoe hebben de gemeente, corporaties en marktpartijen hun projecten gerealiseerd, welke ontwikkelingen hebben hierin plaatsgevonden en welke lessen zijn geleerd? Voor een deel komt dit terug in de beschrijvingen van de 22 prijswinnende projecten; soms klinkt hierin door hoe partijen te werk zijn gegaan. De meeste aandacht gaat echter toch vaak uit naar het gebouwde resultaat en het ontwerp daarvan. Gevolg is ook dat er weinig lessons learned worden getrokken voor de toekomst van de stedelijke vernieuwing – in algemene zin en zeker ook voor Nieuw-West.
Sociale duurzaamheid
Het is wellicht iets voor een nadere analyse, want Nieuw-West zal ongetwijfeld onderwerp van studie blijven. Niet in de laatste plaats om te zien hoe de verstedelijkingsopgave van de hoofdstad ook in Nieuw-West neer zal slaan. Niet alleen in termen van ‘product’ (gaan we bijvoorbeeld naast de vele appartementen ook andere woonvormen zien, bijvoorbeeld ontwikkeld door groepen bewoners zelf?) maar ook qua proces. Wie mag waarover meepraten? En hoe profiteren ook de zittende bewoners van de vernieuwing? Is er naast een ruimtelijke impact ook sprake van maatschappelijke waarde en sociale duurzaamheid? Het is voer voor nader onderzoek, om emeritus-hoogleraar Hugo Priemus maar eens te citeren.
‘3D omslag boek SUPERWEST’ (bron: Uitgeverij Thoth)
Interessante documentaire van de Amsterdamse stadszender AT5 over Nieuw-West. Rijksadviseur Wouter Veldhuis valt al direct met de deur in huis over het woonprogramma en de voorzieningen.
Cover: ‘Staalmanpark’ door Ivan Nio (bron: Uitgeverij Thoth)