Nieuws Rotterdam is zich aan het herbezinnen op de manier waarop zij aan stadsontwikkeling doet. Sinds het uitbreken van de crisis in 2008 zijn de condities waaronder stedelijke projecten tot stand moeten komen fundamenteel gewijzigd. Nieuwe verhoudingen tussen partijen geven – met name door een weggevallen vastgoedvraag en -financiering – vorm aan een nieuw speelveld. Om publieke belangen te kunnen blijven borgen is het voor de gemeente van groot belang om in dat nieuwe speelveld een stevige positie te veroveren. Zij moet daarvoor haar werkwijze aanpassen aan wat door velen wordt getypeerd als een ‘nieuwe realiteit’. Het gemeentelijk vermogen om te sturen in de ontwikkeling van de stad moet worden herdacht.
Afwegen en verbinden in de nieuwe realiteit van stedelijke gebiedsontwikkeling
In februari 2011 is binnen de gemeente Rotterdam het cluster Stadsontwikkeling gevormd. Naast het Ontwikkelingsbedrijf (OBR) en de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting zal medio 2012 ook Gemeentewerken opgaan in dit nieuwe cluster, welke in 2015 tevens flink (27%) zal zijn afgeslankt. De al langer gewenste fusie van de gemeentelijke diensten in Rotterdam is door de bezuinigingen die volgden op de financiële crisis en economische recessie in een stroomversnelling geraakt. In 2010 is €195 miljoen afgeschreven op de gemeentelijke grondexploitatieportefeuille (totaal €2 miljard). In het Meerjarige Investeringsprogramma (MIP) is tot en met 2014 een voorlopig tekort geconstateerd van €94 miljoen. Vijfentachtig procent van de huidige projecten zijn naar verwachting niet sluitend, hetgeen de reserves en het verdienvermogen van het Rotterdamse grondbedrijf zwaar heeft aangetast.
De situatie in Rotterdam is niet uniek. Vele Nederlandse gemeenten hebben een zware bezuinigingsoperatie achter de rug, of zullen deze nog moeten ondergaan. Voor al deze gemeenten, en zeker voor groeisteden waar de mogelijkheden tot uitbreiding gering zijn, is het voeren van louter actief grondbeleid verleden tijd. Het zwaartepunt zal ook in Rotterdam verschuiven naar een ‘faciliterend’ stedelijk ontwikkelingsbeleid, of, zoals op dit moment populair is te zeggen: ‘van de stad maken, naar de stad zijn’.
In Rotterdam zal gezocht blijven worden naar gebiedsgerichte ontwikkelstrategieën. Het stedelijk gebied blijft immers bij uitstek het schaalniveau waarop integrale oplossingen via een fusie van publieke en private belangen gerealiseerd kunnen worden. De wijze waarop de gemeente hier een rol in speelt zal echter drastisch veranderen. Samen met de TU Delft is de afgelopen twee jaar onderzoek verricht naar de wijze waarop de gemeente in de nieuwe realiteit een waardevolle bijdrage kan (blijven) leveren aan de ontwikkeling van de stad. Dit essay is daarvan een resultaat.
Cover: ‘2013.01.03_Sturen op waarde in Rotterdam_660px’