2015.04.20_Suburbanisatie nog steeds belangrijk_660

Suburbanisatie nog steeds belangrijk!

20 april 2015

3 minuten

Nieuws Uit onverdachte hoek verscheen heel recent een studie die een weerwoord geeft op de onmetelijke stroom aan berichten dat alle woningbouw in het binnenstedelijke gebied moet en kan worden opgevangen. Belangrijke boodschap:

“Mensen die gaan samenwonen, verhuizen veelal over opmerkelijk grote afstanden, maar als er vervolgens kinderen van komen blijft men doorgaans in de stadsregio en wordt vooral verhuisd van de stad naar een grotere woning in een omliggende suburbane gemeente, het klassieke patroon van de stadsgewestelijke roltrap. Die suburbanisatie betreft voor een deel beginnende gezinnen. Maar voor een groter deel bestaande gezinnen met opgroeiende kinderen”.

Op zeer degelijke en zeer gedetailleerde wijze worden heel nauwkeurig patronen van verhuizingen en relaties in kaart gebracht, zowel van ondernemingen als privépersonen. Dat alles leidt tot een analyse van deze patronen en verwachtingen voor de ruimtelijke gevolgen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in opdracht van het Ministerie van BZK en zou een bijdrage moeten zijn aan de discussie over de opgaven van het meso-niveau. Wat kort door de bocht: wat moeten we in dit licht aan met de provincie? Concrete “structuur-antwoorden” daarover zijn in de studie niet te vinden. Gelukkig maar, want dooddoeners zijn er op dat gebied al genoeg. Professor Dr. P. Tordoir en Regioplan, samen verantwoordelijk voor de studie wijzen op de veelheid van schalen, schetsen de interventienoodzaak op diverse schalen en laten het antwoord op de vraag of de huidige provincies dat aankunnen, over aan een vervolgonderzoek.

Maar door dit onderzoek ligt er een schat aan materiaal op tafel die in een veelheid van figuren in beeld brengt hoe de diverse stromen en patronen in Nederland zich ontwikkelen. Uitgesplitst naar stedelijke gebieden, stadsagglomeraties en de interacties tussen die steden en agglomeraties. Uitgesplitst ook naar productiewerk, informatiewerk en verzorgend werk. Met elk hun specifieke kenmerken ten opzichte van de stad. Er wordt een begrijpelijke maar voor het eerst ook onderbouwde samenhang in kaart gebracht die het patroon laat zien dat werken in productiewerk verschuift naar het perifere zuiden en oosten van het land. Dat de interacties bij kantoorwerk zich meer in agglomeratieverband afspelen en de verzorgende sector zich lokaal manifesteert. Maar ook hoe daarin hoogopgeleiden en mbo’ers zich anders manifesteren. En tenslotte dat dat ook naar levensfase weer tot andere uitkomsten leidt.

De meeste verhuizingen van bedrijven en veel verhuizingen van mensen vinden binnen dagelijkse systemen plaats, bijvoorbeeld van een centrumstad naar een randgemeente.

Ook Tordoir en Regioplan zien de trek van met name jongeren naar de stad. Maar ze wijzen ook op andere ontwikkelingen:

“Het belang van de interstedelijke verhuisstromen voor vooral de jongere en hoger opgeleide groepen laat niet onverlet dat voor andere groepen, waaronder veel gezinnen, verhuizingen zich vooral binnen stadsgewestelijke kaders afspelen. In stadsgewestelijke kaders is en blijft sprake van sterke samenhang in dagelijkse markten voor arbeid en voorzieningen (zie de mobiliteitskaarten) en speelt de klassieke migratie van stad naar suburb nog altijd een grote rol.”

1 Verhuizingen van baan of werkplek van personen, 2006-2012. Stromen (minimum 2000 werkplekhuizingen) en gemeentelijke saldi. Klik voor groot.

De schrijvers benadrukken dat zowel (Nederlandse) bedrijven als personen zich veelal binnen hun stadsgewest verplaatsen. Verplaatsing van het hoofdkantoor van Philips naar Amsterdam is een grote uitzondering. Het overgrote deel van de verplaatsing van bedrijven vindt plaats in stadsregionaal verband, van de centrale stad naar een suburbane gemeente of andersom. Maar dat geldt ook voor de verplaatsing van huishoudens. Als de grote sprong van een jongere naar de stad eenmaal heeft plaatsgevonden, is er daarna een zekere honkvastheid binnen de grenzen van het stadsgewest.

“Die suburbanisatie betreft voor een deel beginnende gezinnen maar voor een groter deel bestaande gezinnen met opgroeiende kinderen. Als de kinderen na verloop van de jaren uiteindelijk het huis uitvliegen en de empty nesters gaan verhuizen – wat slechts een minderheid overigens doet; de meeste ouders blijven wonen in de gezinswoning waar de uithuizige kinderen makkelijk kunnen logeren – doen ze dat in verreweg de meeste gevallen naar de eigen ‘centrumstad’. Aldus blijft het stadsgewest waar de gemiddelde jongvolwassen Nederlander na de opleiding en het vinden van een levenspartner eenmaal is neergestreken voor de meesten de primaire leefomgeving voor zowel het verdere gezinsleven als de oude dag.”

Een fris tegengeluid, goed beargumenteerd tegen alle evangelisten die bij voortduring beweren dat de stad de oplossing is voor alles. Belangrijk materiaal ook voor alle provinciebestuurders die bezig zijn met het formeren van nieuw college van GS en/of begin staan van een nieuwe beleidsperiode.


Cover: ‘2015.04.20_Suburbanisatie nog steeds belangrijk_660’


Portret - Jos Feijtel

Door Jos Feijtel

Adviseur versnelling woningbouw


Meest recent

Luchtfoto van wijk in Alphen aan den Rijn door Robin Dessens (bron: Shutterstock)

Vijf inzichten om tot de gewenste voorzieningen voor leefbare en vitale wijken te komen

De vraag is niet alleen waar we alle woningen bouwen, maar ook hoe we de leefbaarheid, vitaliteit en het bijbehorende voorzieningenniveau in wijken borgen. Over dit onderwerp organiseerde de Kring van Adviseurs van de SKG een verdiepingssessie.

Verslag

22 november 2024

GO Weekoverzicht 21 november door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin bleek dat het einde van de Didam-saga nog niet in zicht is

Wil je helemaal bij zijn bij de (gebieds)ontwikkelingen van deze week? Dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Er is een nieuw hoofdstuk in de Didam-saga en de waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg.

Weekoverzicht

21 november 2024

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024