Verslag Veel wijkaanpakken worden nog steeds top-down aangestuurd. Begrijpelijk, maar ze kunnen ook ten koste gaan van bestaande en waardevolle initiatieven in de wijk. Vier praktijkvoorbeelden brengen de samenwerking en het maatwerk op het laagste schaalniveau in beeld.
De brede wijkaanpak is terug van weggeweest. Vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) zijn landelijk 20 gebieden (wijken, delen van steden) geselecteerd. Daar is structurele en meerjarige aandacht nodig om de leefbaarheid te verbeteren. Tegelijkertijd zien we dat er in die gebieden, in een periode van afwezigheid van landelijk wijkbeleid, allerlei sociale verbanden, bewonersinitiatieven en (semi-)professionele activiteiten zijn ontstaan die grote waarde hebben. Uit vier steden (waarvan drie NPLV-focusgebieden) deelden onlangs wijkprofessionals voorbeelden uit hun praktijk. Zij gaven tevens vijf belangrijke lessen mee.
Voorbeeld 1: werk vanuit de ABCD-traditie
Han van Geel, wijkregisseur Zutphen heeft ruime ervaring met de ABCD-werktraditie en de impact daarvan op gemeentelijke organisaties. De kern van deze aanpak is dat bewoners centraal staan: het werken in de wijk begint en gebeurt met hen. Dit vraagt om een andere mindset voor gemeenten en professionals, die gewend zijn om problemen centraal te stellen in plaats van kansen. Het besef moet doordringen dat bewoners een samenhangende leefwereld hebben, terwijl de gemeentelijke organisatie opgedeeld is in sectoren, budgetten en afdelingen.
In plaats van “wat gaan we als gemeente voor de wijk(bewoners) doen” is bij ABCD het uitgangspunt “hoe kun je als gemeente het werken vanuit de assets (wat kunnen, doen en willen de bewoners) van een gemeenschap (wijk, buurt) stimuleren”. Een paar voorbeelden:
‘Luchtfoto van Noordveen in Zutphen’ door Maarten Zeehandelaar (bron: Shutterstock)
- Leer de kracht in te zien van de ‘kleine talenten’. Werken vanuit de ‘assets’ van bewoners brengt dingen in beweging. Als gemeente of professional is het van belang, die assets te herkennen en aansluiting te zoeken bij de wijkbewoners.
- Gemeenschapsontwikkeling: van kwetsbaar naar veerkrachtig!
In Overstegen (Doetinchem) wordt de ABCD ingezet om de gemeenschap in de wijk te versterken – door als gemeente en woningcorporaties in gesprek te gaan met bewoners en dingen samen met bewoners te doen – in plaats van voor hen.
- Een campagne: vier het potentieel van jouw buurt, wijk of dorp!
In Zutphen is in 2002 gestart is met een ‘week van de wijk’ in de wijk Noordveen waarin de talenten van bewoners centraal staan. Ooit gestart op initiatief van bewoners en de gemeente, maar inmiddels hebben de bewoners zich deze week helemaal eigen gemaakt.
‘Woonwijk in Breda’ door BearFotos (bron: Shutterstock)
Voorbeeld 2: het belang van echte participatie in “Verbeter Breda”
In Breda krijgen bewoners veel ruimte om mee te denken binnen ‘Verbeter Breda’, de lokale invulling van het NPLV. Hiervoor zijn diverse platforms opgezet, zoals de wijkraad, het wijkplatform, de kerngroep wijkplan en het Pact Verbeter Breda. Maar instrumenten alleen zijn niet genoeg. Jetze van der Ham (strategisch adviseur wijkzaken gemeente Breda en voorzitter van het Landelijk platform buurt- en wijkgericht werken) en collega Alina Sayd (aanjager Verbeter Breda) benadrukken: “Wij zoeken de plekken op waar bewoners al samenkomen. We gaan daar zelf ook aan het werk, zo leren we en ontdekken we vooral veel zelf.” Genoemde uitdagingen hierbij zijn:
- De ‘participatie-elite’ neemt vaak de leiding, terwijl de diversiteit van de wijk ontbreekt.
- Voelen mensen zich welkom? Voor sommigen is er een grote kloof tussen de overheid en hun dagelijks leven, door uiteenlopende redenen zoals wantrouwen of andere interesses.
De ervaring in Breda laat zien dat bewonersbetrokkenheid maatwerk is. Grote vraagstukken zijn soms aan de overheid en instanties, maar zonder de sociale basis van de buurt kom je er niet. Sterker nog: samenwerking met de buurt maakt meer mogelijk dan wat professionele partijen alleen kunnen. Maatwerk en samenwerking met de wijk zijn cruciaal in ‘Verbeter Breda’.
‘De straat Volta Galvani in Woensel, Eindhoven’ door Lea Rae (bron: Shutterstock)
Voorbeeld 3: Van Woensel West naar Woensel Zuid (Eindhoven)
Woensel West is een wijk waar, toen het NPLV (Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid) opkwam, al volop lokale initiatieven en activiteiten plaatsvonden. Yvonne van Mierlo-Arts, toen voorzitter van Buurtonderneming Woensel-West, was betrokken bij de eerste stappen in een buurt die vóór 2009 nog als no-go area bekendstond vanwege prostitutie, drugs en onveiligheid. De oprichting van Buurtonderneming Woensel-West in 2009 bracht een omslag teweeg, met de focus op ‘Emancipatie in een ander decor’. De aanpak richtte zich op het versterken van de sociale basis door problemen bij bewoners achter de voordeur aan te pakken. Samenwerking op wijkniveau was daarbij cruciaal, waarbij bewoners werden gevraagd: “Wat heb je nodig?”, in plaats van een standaardoplossing van bovenaf op te leggen.
Van Mierlo-Arts benadrukt hoe het aanvankelijke wederzijdse wantrouwen, tussen de wijk en het NPLV, een uitdaging vormde. Het gevoel was dat dit top-down programma hun zou vertellen hoe het moest, terwijl zij al jaren lokaal verankerd waren. Tegelijkertijd zag men vanuit het NPLV een kans om dingen echt anders aan te pakken.
De lange voorbereidingstijd van het NPLV, met de eerste bijeenkomst eind 2020 en de vaststelling van het uitvoeringsprogramma pas in 2024, werd eerst gezien als bureaucratisch oponthoud. Terugkijkend, heeft deze vertraging juist ruimte geboden om Woensel West goed te integreren binnen het bredere Pact Woensel Zuid (met 17 wijken, waaronder Woensel West) en zorgde het ervoor dat de activiteiten in de wijk niet overschaduwd werd door een grootschalig programma.
‘Woonwijk in Den Haag’ door ColorMaker (bron: Shutterstock)
Voorbeeld 4: Community building in Den Haag Zuidwest
Saskia de Vin is community builder in de Haagse wijk Moerwijk – onderdeel van het NPLV-focusgebied Den Haag Zuidwest. Zij laat zien hoe de gemeente effectief kan samenwerken met wijkbewoners ‘van onderop’. Ze is door de gemeente aangesteld om te werken aan een duurzame en aantrekkelijke leefomgeving, waarbij haar aanpak draait om betrokkenheid, transparantie en oprechte interesse in de bewoners. De Vin benadrukt echter dat deze waarden alleen niet genoeg zijn. Ze gebruikt concrete strategieën en tools, zoals de buurtagenda en voortdurende participatie, om de gemeenschap te versterken en de kloof tussen bewoners en instituties te overbruggen. Haar aanpak is gericht op vier kernpunten:
- Versterken van sociale cohesie.
- Zichtbaar maken van ‘onzichtbare’ bewoners.
- Het verkleinen van de afstand tussen bewoners en instituties.
- De wijk aantrekkelijk maken (“Maak het sexy”).
- De sleutel tot succes is klein beginnen en organisch groeien, zodat betrokkenheid en participatie duurzaam worden. Een kernteam – bestaande uit actieve bewoners, professionals en ambtenaren – zorgt voor continue verbinding met de gemeenschap en houdt de wijkdynamiek levendig.
Vijf lessen uit de praktijk van de wijkaanpak
- Stem van bewoners horen. Het is essentieel om de stem van bewoners centraal te stellen in alle fases van de wijkaanpak. Dit betekent meer dan alleen luisteren; het vereist een actieve betrokkenheid en ruimte voor bewoners om eigenaarschap te nemen. Dit bevordert niet alleen de betrokkenheid, maar helpt ook bij het vinden van praktische en effectieve oplossingen die echt aansluiten bij de behoeften en wensen van de wijk. Experimenteren en leren van fouten moet hierbij worden aangemoedigd.
- Initiatieven vanuit de wijk opzoeken. Gemeenten en professionals moeten actief op zoek gaan naar initiatieven vanuit de wijk en niet alleen top-down problemen oplossen. Dit houdt in dat je ook ruimte geeft aan wijkinitiatieven en community builders de vrijheid en het mandaat geeft om vanuit de wijk te werken. Het succes van wijkinitiatieven hangt vaak af van hoe goed deze initiatieven kunnen integreren met bestaande en nieuwe gemeentelijke plannen.
- Inzetten op gelijkwaardige samenwerking. Succesvolle samenwerking begint met gelijkwaardigheid tussen bewoners, gemeente en professionals. Naast de kennis die professionals hebben is het cruciaal om te weten te komen wat bewoners drijft; het is in de wijkaanpak onmisbaar om de stem van bewoners te horen en hun input serieus te nemen. Werk samen als partners en zorg ervoor dat de gelijkwaardigheid ook daadwerkelijk wordt weerspiegeld in de uitvoering.
- Tijd en ruimte investeren. Gemeenten en professionals moeten leren om een stap terug te doen en goed te luisteren naar wat bewoners en andere stakeholders echt willen en kunnen. Deze “investering in tijd” betaalt zich terug in effectievere en duurzamere resultaten. De focus moet verschuiven van tijdsdruk naar de waarde van gedegen betrokkenheid en begrip.
- Verbinding met de sociale basis zoeken. Het succes van een wijkaanpak hangt af van de verbinding met de sociale basis en bestaande initiatieven. Het investeren in het begrijpen en integreren van de bestaande sociale structuren en initiatieven is cruciaal voor de duurzaamheid en effectiviteit van de aanpak.
Deze praktijkvoorbeelden en lessen werden gedeeld tijdens het webinar 'Wijkaanpak en wijkgericht werken verbinden aan de sociale basis in de wijk', georganiseerd door Platform31. Daar werd bekeken aan de hand van praktijkvoorbeelden, hoe een landelijk programma als het NPLV (georganiseerd 'van bovenaf') kan aansluiten op wat er al in de wijk gebeurt. Begrippen als 'ruimte geven aan' en 'op gelijkwaardige basis samenwerken met' komen in elk voorbeeld terug.
Cover: ‘Luchtfoto van Urk, Flevoland’ door Fokke Baarssen (bron: Shutterstock)