Verslag De afgelopen negen jaar bracht ik door in het bedrijfsleven en was ik bezig met gebieds- en projectontwikkeling. Met een verleden in de ruimtelijke ontwikkeling vanuit een publieke rol. Terug in de publieke sector – nu als burgemeester van Tilburg – schrijf ik dit essay. Uit zorg voor de toekomst van onze steden en uit zorg ook voor de negatieve effecten van een stagnerende stedelijke ontwikkeling. Vanuit de waarneming dat er duidelijk sprake is van stagnatie bij gebiedsontwikkeling en dat die stagnatie niet alleen conjunctureel van aard is, maar ook structureel.
Een strategische agenda voor een meer uitvoeringsgerichte praktijk voor gebiedsontwikkeling.
En uit zorg dat die stagnatie uiteindelijk ten koste zal gaan van het behoud en de ontwikkeling van vitale stedelijke centra. Centra die we nodig hebben om de stad als emancipatiemachine en motor voor de vernieuwing van onze economie gaande te houden. Met deze bijdrage los ik ook een toezegging in aan Chris Kuijpers (dg Ruimte, ministerie van Infrastructuur en Milieu) om vanuit mijn ervaringen – noem het borderlinegedrag – op het grensvlak van publieke en private sector mijn opvattingen ten beste te geven over de toekomst van gebiedsontwikkeling.
1. Gebiedsontwikkeling
Vanaf het begin van de ‘nieuwe’ eeuw heeft het ministerie van VROM sterk op gebiedsontwikkeling als vorm van (meer) uitvoeringsgericht ruimtelijk inrichtingsbeleid ingezet, min of meer als een breuk met de traditionele toelatingsplanologie. Uitvoeringsgericht ruimtelijk inrichtingsbeleid was er natuurlijk altijd wel – denk aan het stadsvernieuwings- en het landinrichtingsbeleid –, maar bij gebiedsontwikkeling werd dit als algemeen concept neergezet en werd het integrale karakter van de aanpak vooropgesteld. Gebiedsontwikkeling werd als aanpak gepropageerd voor de verstedelijkingsopgave, maar ook voor de groen/blauwe opgaven buiten de stedelijke gebieden. De focus op duurzaamheid gaf vervolgens een extra dimensie aan deze aanpak: duurzame gebiedsontwikkeling werd het motto en vanuit dit perspectief werd begonnen met de uitvoering van de grote nationale en regionale opgaven voortvloeiend uit de Nota Ruimte. Gebiedsontwikkeling werd ook een gedeelde ambitie tussen overheden en de grotere marktpartijen. Marktpartijen deden mee aan het maken van gebiedsconcepten en kochten grond. Veelal – maar niet altijd – in overleg met de betrokken overheden.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_wet en regelgeving_0_1000px’