Verslag Op 10 april jl. vierde de Master City Developer (MCD) opleiding haar 10-jarig jubileum met een congres in de Jaarbeurs in Utrecht. Een moment om te vieren, maar ook om vooruit te kijken naar het komende decennium. Programmadirecteur Geurt van Randeraat: “In de jaren ’90 is de stadsontwikkeling enorm veranderd, toen de opgaves steeds groter en complexer werden. Nu staat de rol van gebiedsontwikkelaar door de crisis opnieuw onder druk. De vraagstukken stapelen zich op. Durven we nog een visie te formuleren? Wat voor coalities, vaardigheden en leiderschap hebben we nodig? En welke strategieën, welke businessmodellen?”
Het congres is opgedeeld in twee delen. In de ochtend lezingen van John Worthington en Daan Roosegaarde met aansluitend een debat. In de middag sessies in kleinere groepen langs drie lijnen: nieuw leiderschap, nieuw perspectief en nieuwe strategieën.
Rethink the city
“We staan voor een aantal grote uitdagingen. De economie verandert en vernieuwt. Wereldwijd zet de verstedelijking door. In opkomende landen wordt veel gebouwd, in gevestigde landen wordt veel vernieuwd. Technologie krijgt een steeds grotere rol. Duurzaamheid is een belangrijk thema geworden; niet in de vorm van het afvinken van criterialijstjes, maar als holistische benadering.”
John Worthington is de eerste keynote speaker op het MCD-congres. Hij is medeoprichter van het bureau DEGW (nu: Spatial Agency) en directeur van de Academy of Urbanism. In die rol doet hij al jaren onderzoek naar de stad en de manier waarop we aan de stad werken.
“De opgave is om een nieuw soort stad te maken vanuit een nieuw paradigma. Cement en stenen zijn minder belangrijk. Het gaat om de ruimere beleving van places, inclusief de voorzieningen. Architecten ontwerpen ruimtes, maar pas het gebruik van de ruimte maakt het tot een place. De nieuwe stad is een organisch, open systeem. Het is een product van de civic society en komt door samenwerking tot stad. Daarom moet een aantal barrières doorbroken worden. De juridisering van de stedenbouw, de adversarial culture, met regelgeving en inzet van advocaten, is zo’n barrière.”
Rethink is voor John Worthington een sleutelwoord. Het opnieuw bekijken van een probleem en het kiezen van een nieuw perspectief staan voor hem centraal. Zo kan het belang van de gedeelde ruimte, van publieke ruimte, opnieuw bekeken worden. De stad kan worden gezien als driedimensionale matrix van stromen met een diffuse overgang tussen publiek en privaat.
“Er zijn verschillende strategieën om de stad te transformeren. De Academy of Urbanism gebruikt bijvoorbeeld de UniverCity: een verzameling van formele, informele en virtuele netwerken die aan de stad werken en kennis uitwisselen. Een tweede strategie is om de stad zelf als learning platform te zien. Het bureau Urban Narrative initieert in London tijdelijke projecten. Deze projecten generen interactie waaruit duidelijk wordt wat de stad nodig heeft. Sommige projecten eindigen, anderen krijgen permanente plaats.”
Bron: Urban Narrative
‘The Art of Making Cities - Afbeelding 1’
Hans de Jonge: “Stadontwikkeling verandert van top-down naar collaboratief. Maar veranderen de financiële systemen ook?”
John Worthington: “Placemaking is veel belangrijker. Eerst moeten de mensen komen, de investeringen volgen dan wel.”
Fuck Google Earth
Onverwacht stuit Daan Roosegaarde bij de bakker op een tegeltje met de spreuk: ‘Zij wilde de wereld zien, hij installeerde Google Earth’. De spreuk laat zien hoe het virtuele domein zich opdringt. Het landschap vervlakt tot een beeld, tot een scherm.
Daan Roosegaarde maakt interactieve kunst. Techno-poëzie, zo noemt hij het zelf. Installaties die reageren op mensen. Door het virtuele domein, de mens en het landschap te verbinden ontstaat een nieuw levendig landschap
Bron: Studio Roosegaarde
‘The Art of Making Cities - Afbeelding 2’
Dune werd in eerste instantie in de Maastunnel in Rotterdam gebouwd. De installatie reageert met lichtgevende fibers op voorbijgangers en verhoogt het gevoel van veiligheid. Al snel wordt het een populaire locatie voor bruidsfoto’s. Zo ontstaat een verhaal buiten het idee van de ontwerper.
Bron: Studio Roosegaarde
‘The Art of Making Cities - Afbeelding 3’
Marbles zijn interactieve stenen op een plein in Almere. Ze zijn ultiem vandalismebestendig, verlichten het plein en prikkelen buurtbewoners tot ontmoeting. Door het veelvuldig aanraken van de stenen blijven ze eigenlijk vanzelf schoon.
De projecten van Daan Roosegaarde zijn gevarieerd. Pleinen, kerken, snelwegen of windmolens: Roosegaarde lijkt overal een inventief product voor te hebben. Hij klinkt vastberaden. Een hippie met een businessplan, zo omschrijft hij zichzelf. “Soft en hard capital moeten verbonden worden. Dromen moeten een duurzame betekenis krijgen. Door de mens en het landschap te verbinden ontstaat interactie en een nieuwe levendigheid, die veel verder gaat dan het platte beeldscherm. Fuck Google Earth.”
Hans de Jonge: “Je werkt aan design-led innovation. Hoe ga je om met opdrachtgevers die alleen maar tegenwerpingen hebben? En hoe doe je de implementatie van je projecten? Is crowdfunding voor jou een optie?”
Daan Roosegaarde: “We hebben een stoel die bij ‘ja, maar…’ een stroomstoot geeft. Opdrachtgevers zijn altijd bang dat ze op die stoel zitten. We proberen weg te komen van een mening, we zijn veel meer geïnteresseerd in een voorstel. Bij de implementatie ben ik half dominee, half ondernemer en verkoop vaak een full package; een kunstobject inclusief het onderhoud. Crowdfunding doen we als maatschappij al: dat heet belasting. Ik ben meer geïnteresseerd in de betrokkenheid van de buurt als het kunstwerk er staat. Zo krijgt kunst een duurzame consequentie.”
Toekomstdebat
o.l.v. Hans de Jonge met sidekick Geurt van Randeraat
Met: Friso de Zeeuw, Praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe Markten Bouwfonds Ontwikkeling, Erwin van der Krabben, Hoogleraar Vastgoed- en locatieontwikkeling Radboud Universiteit Nijmegen, Boris Hocks, Eigenaar/Urban Designer POSAD en Frank Uffen, Marketing and Partnerships City Living - The Student Hotel.
Hans de Jonge
: “Vertel waar je mee bezig bent en hoe dat zich verhoudt tot wat we vanochtend gehoord hebben.”
Frank Uffen: “Wij hebben met The Student Hotel een nieuwe markt gecreëerd. Onze klanten komen vooral uit de nieuwe economieën. Een opleiding is voor hen een statussymbool vergelijkbaar met een iPhone. Daar past ons woonconcept bij.”
Hans de Jonge: “Eigenlijk een klassiek businessconcept.”
Boris Hocks: “Mij sprak het verhaal van Daan Roosegaarde aan. Het is voor mij duidelijk dat hij lokaal waarde creëert. Maar hoe kun je het groter uitrollen? Je kunt niet op elk plein een kunstobject neerzetten. Wij werken meer aan een wijkaanpak, waarbij bijvoorbeeld het onderhoudsbudget gebruikt wordt voor andere ingrepen die de wijk kunnen aanjagen.”
Erwin van der Krabben: “Er is naast Roosegaardes ingrepen inderdaad een grotere gebiedsontwikkeling nodig.”
Friso de Zeeuw: “Je hoeft niet overal op te schalen en niet overal is een plan nodig. Door een holistische aanpak wordt het complexer, terwijl het misschien meer nodig is om het proces lichter te maken; te ontslakken. De hoepel waar investeerders door moeten springen wordt dan groter.”
Erwin van der Krabben: “De gemeente moet een project altijd faciliteren. Soms is dat actief, soms passief. Enabling kan een goede manier zijn voor bottom-up ontwikkeling.”
Frank Uffen: “The Student Hotel wordt vaak benaderd als anchor-tenant voor dat soort ontwikkelingen. Dat willen we echter helemaal niet. Voor ons is een sterke community heel belangrijk. We creëren schaarste zodat mensen er graag in willen. De gemeente moet goed begrijpen wat het probleem is.”
Friso de Zeeuw: “Het levert een paradox op; enerzijds meer marktwerking, anderzijds schaarste creëren. De rolverdeling in gebiedsontwikkeling maakt eigenlijk niet uit. Er is geen vast stramien. Wie geld of een initiatief heeft leidt.”
Uit de zaal wordt aangevuld: “Het debat draait weer om de organisatie van de ruimtelijke ordening. Maar daar gaat het toch helemaal niet om?! Het gaat om de economie!”
Hans de Jonge: “Hebben jullie elk één les die we moeten onthouden?”
Erwin van der Krabben: “Creëer een systeem dat maatschappelijke waardes zelf in stand houdt. Nobelprijswinnares Elinor Ostrom heeft daar een geweldig boek over geschreven, getiteld Governing the commons.”
Boris Hocks: “Accepteer tijdelijkheid en opvallende initiatieven.”
Friso de Zeeuw: “Blijf kritisch en onderscheidt niches en voodoo. Laat het boerenverstand terugkeren. Fuck the boxes (oftewel: doorbreek sectorale beleidsschotten).”
Frank Uffen: “Lees Malcom Gladwell’s boek The tipping point om te begrijpen wat werkelijke verandering beïnvloedt.”
Presentaties
Zie voor de presentaties de website van MCD
Zie ook: - De sessieverslagen, video en overige berichten op de themapagina 'The Art of Making Cities'
Cover: ‘2013.04.02_MCD-congres the art of making cities_680’