2 november 2014
2 minuten
Nieuws De Nederlandse stedelijke watersystemen kunnen de gevolgen van klimaatverandering niet meer aan. Fransje Hooimeijer (Urbanism) bespreekt in haar boek de relatie tussen beschikbare technologie, natuurlijke omstandigheden en stadsontwerp.
In Nederland heeft klimaatverandering geleid tot frequentere en hevigere regen, waardoor er vaker overstromingen voorkomen. Water en de strijd ertegen spelen al eeuwen een grote rol in Nederland, maar sinds de industriële revolutie zijn de stedelijke watersystemen heel inflexibel geworden, zodat ze de nieuwe omstandigheden niet meer aankunnen. Ondanks de lange traditie van bouwen op vochtige en zachte bodems is er weinig systematisch onderzoek gedaan naar het proces van het bouw- en woonrijp maken, en de relatie daarvan tot stedelijke ontwikkeling en stadsontwerp.
Deze kwestie komt in dit boek aan de orde. Hierbij wordt in een kader van zeven fases de relatie onderzocht tussen de beschikbare technologie, de omgang met de natuurlijke omstandigheden en het stadsontwerp. Tot de industriële revolutie vormden de bouwmethoden, de manier waarop de stad kon worden gevormd, de basis voor stadsontwerp. De tegenwoordige technologie heeft het echter mogelijk gemaakt om juist van het stadsontwerp uit te gaan, waardoor de verbinding met het natuurlijke systeem van het landschap verloren is gegaan. Wanneer we het hydrologische systeem begrijpen en ons verdiepen in wat de meest geschikte methoden zijn om land bouw- en woonrijp te maken, kunnen we stadsontwerp weer verbinden met het natuurlijke systeem.
Fransje Hooimeijer is universitair docent bij de leerstoel Environmental Design and Technology, waar ze onderzoek uitvoert aan technische systemen van stedelijke ontwikkeling en deze kennis overdraagt aan masterstudenten Stedenbouwkunde.
Cover: ‘2014.10.24_The Making of Polder Cities_660px’