Casus Het Haagse VLOT architecten onderzocht eerder dit jaar hoe je met flexwoningen niet alleen een noodoplossing, maar vooral een volwaardige gebiedsontwikkeling realiseert. De gemeente Haarlem had direct oren naar deze methode en dus werden de lessen meteen toegepast in de praktijk.
Waarom kiezen gemeenten en ontwikkelaars bij gebiedsontwikkelingen met flexwoningen voor het schakeren van dezelfde, standaard woonmodules in plaats van voor de hoogst mogelijke kwaliteit? Het antwoord op die vraag is de rode draad van het Woonkwaliteitsplan voor flexwoningen, dat VLOT architecten eerder dit jaar presenteerde als onderdeel van het Young Innovators programma van het College van Rijksadviseurs (CRa). In het onderzoek laten architecten Stefan de Vos en Jeroen Lemans zien wat in hun ogen wél de juiste keuzes zijn en hoe professionals die met flexwonen aan de slag moeten de juiste keuzes kunnen maken.
“De ontwikkeling van flexwoningen wordt nu vaak nog niet als een serieus en volwaardig project gezien,” vertelde Stefan de Vos van VLOT architecten eerder dit jaar op Gebiedsontwikkeling.nu. “Je ziet dat er door een gebrek aan aandacht en niet de juiste keuzes maken enorm veel kansen blijven liggen. Een tijdelijke ontwikkeling verdient dezelfde aandacht als een permanente. Want zo'n ontwikkeling staat er nu snel, maar heeft niet de kwaliteit om er tien jaar te kunnen staan. Als je aan het begin iets meer tijd neemt en bewuste keuzes maakt, kan dat wel. Dan kunnen die woningen tien jaar of zelfs langer blijven staan.”
Meekijken en ervaring opdoen
Het is een visie die blijkbaar ook aanslaat bij andere professionals, want een half jaar na het verschijnen van het onderzoek is de eerste ontwikkeling volgens de filosofie van VLOT al gerealiseerd. In de gemeente Haarlem ontstond vorig jaar het plan om voor 215 Oekraïense vluchtelingen tijdelijke huisvesting te realiseren voor een periode van vijf jaar. Op een industrieel terrein dat ingeklemd ligt tussen een treinspoor, een N-weg en de parkeerplaats van de IKEA moeten de tijdelijke woningen verrijzen.
‘Stefan de Vos (l) en Jeroen Lemans’ (bron: VLOT architecten)
Opvallend is dat de architecten al ver voordat hun onderzoek was afgerond, werden benaderd door de gemeente. “De projectmanager die in Haarlem verantwoordelijk was voor het huisvesten van Oekraïense vluchtelingen kenden wij van een ander project,” vertelt Jeroen Lemans. “En wij wilden hem daarom interviewen voor ons onderzoek om te kijken hoe hij naar het vraagstuk keek en waar hij tegenaan liep. Maar toen we hem benaderden zei hij: ‘Ik ben alles zelf aan het regelen, misschien kunnen jullie al meekijken en ervaring opdoen?’. Zodoende zijn we betrokken geraakt.”
Vergroenen en verzachten
Een uitgelezen kans om de bevindingen uit het onderzoek te testen en een concrete toepassing te geven. Zo omschrijft het tweetal de mogelijkheid die in Haarlem ontstaat. Want in de praktijk betekent meekijken en ervaring opdoen al snel de leiding hebben over de ontwikkeling. Want het plan dat er op dat moment ligt, komt nauwelijks overeen met de lessen die de architecten dan al hebben geleerd. Lemans: “Het waren ongeveer zestig modules in de eenvoudige, traditionele opstelling. De ingewikkelde locatie is echter beperkt beïnvloedbaar. De opstelling en positie van de ontsluiting correspondeerden niet met de complexiteit van de locatie en daarmee was de woonkwaliteit volgens ons ondermaats.”
‘Overzicht flexwonen Haarlem.jpg’ door VLOT architecten (bron: Anna Odulinska)
“Naar ons idee was dat ons belangrijkste doel: juist die woonkwaliteit creëren waar we de mogelijkheid hebben om die kwaliteit te beïnvloeden. Dat hebben we gedaan door een hofje te maken. Alle woningen zijn naar binnen gedraaid, naar de binnentuin gericht. Ook alle verblijfsruimtes komen uit op die binnenzijde. Op die manier creëer je de meeste levendigheid en stimuleren we sociale cohesie. We hebben geen invloed op de industriële omgeving, dus zijn alle woningen georiënteerd op het onderdeel waar we wel invloed op hadden.”
‘VLOT architecten Haarlem.jpg’ door VLOT architecten (bron: Anna Odulinska)
Dat betekent dat de binnentuin half omsloten is ontworpen (‘wel beschutting maar geen afzondering’), op de hoeken van de kavel zijn openingen gelaten voor ‘visuele en fysieke verbindingen met de omgeving’ en er zijn veel hoogteverschillen op het terrein. “De gebouwen zijn bijvoorbeeld wat hoger geplaatst ten opzichte van het maaiveld. In het midden van het terrein is een wadi gemaakt die weer lager ligt dan het maaiveld. Bij hevige regenval fungeert dit deel van het terrein als waterbuffer. Bij droog weer kan op deze plek gespeeld worden.”
‘Circulaire huiskamer.jpg’ door VLOT architecten (bron: Anna Odulinska)
Verder zijn de lessen die het tweetal heeft geleerd tijdens het onderzoekstraject zo veel mogelijk teruggekomen. Zo zijn de galerijen niet de verplichte 85 centimeter breed, maar 1,5 meter zodat het niet alleen de manier is om naar de woningen te komen maar ook als ontmoetings- en verblijfsplaats kan functioneren. Op het terrein is veel aandacht voor groen. De bouwblokken hebben een getrapte opzet in plattegrond en in bouwhoogte om de standaard uitstraling van de flexwoningen te breken.
‘Circulaire huiskamer in Haarlem.jpg’ door VLOT architecten (bron: Anna Odulinska)
En verder is, ondanks het tijdelijke karakter, aan alle details gedacht in de vormgeving. Van de lampen bij de voordeuren tot de huisnummers en van zo breed mogelijke ramen in de woningen tot het hekwerk in de openbare ruimte. “Zo hebben we geprobeerd de levendigheid voornamelijk in het binnengebied te realiseren. De gebouwen hebben een zacht, vriendelijk karakter door het materiaal- en kleurgebruik. En doordat we met de gemeente tijdelijk groen hebben kunnen aanleggen, hebben we het gebied ook op die manier kunnen verzachten.”
Trots
Naast de 86 woningen van 24 en 48 vierkante meter is de circulaire huiskamer de aandachtstrekker van de ontwikkeling. “Door een haalbaarheidsstudie voor een andere opvanglocatie wisten we dat er een gymzaal op de slooplijst van de gemeente stond. Wij hebben bekeken of we het elementen uit het gebouw konden hergebruiken voor de woonkamer. Zo ontstond het idee om het circulair te bouwen. We hebben de staalconstructie, de vloerbalken en de kozijnen voor een groot deel kunnen hergebruiken. We hebben daarnaast binnen ons netwerk gezocht naar tweedehandsmaterialen, van leveranciers tot kringloopwinkels.” Deze keuze had wel invloed op het ontwerpproces. “Dat is zeer flexibel geweest, je weet tenslotte niet welke materialen je kan gebruiken. Maar ik denk dat het gelukt is om een sfeervolle ruimte te creëren die warm aanvoelt en dat de huiskamer kan functioneren als multifunctioneel gebouw.”
‘Flexwoningen naast de IKEA in Haarlem.jpg’ door VLOT architecten (bron: Anna Odulinska)
Lemans kijkt met trots terug op het ontwikkelproces. In iets meer dan zes maanden zijn de woningen en de openbare ruimte gerealiseerd en in de maanden daarna is ook de huiskamer afgebouwd. “Het was een heel snel proces, dat had voordelen en nadelen. Het voordeel was dat wij het vertrouwen kregen en daardoor knopen konden doorhakken waar normaal gesproken lang over vergaderd was met andere partijen. Door de snelheid is er ook zeker nog ruimte voor verbetering. De locatie had idealiter meer aansluiting kunnen hebben met andere woonwijken, we hadden de installaties een betere positie kunnen geven en we hadden ook meer variatie in de oppervlaktes willen toevoegen. Ook hadden de materialen nog duurzamer gekund en was het mooi geweest als we nog groene daken hadden kunnen realiseren.”
‘Flexwoningen naast de IKEA in Haarlem.jpg’ door VLOT architecten (bron: Anna Odulinska)
Maar bovenal is Lemans trots op en enthousiast over de ontwikkeling. “De kleurstelling, de vormgeving. We hebben veel natuurlijke materialen kunnen gebruiken en veel groen kunnen toevoegen. En het voelt niet groots aan als je er loopt. Ik denk dat het echt wel gelukt is om iets aantrekkelijks te maken.” Ook de gemeente en bewoners zijn volgens hem enthousiast. Het project van Lemans en De Vos is nu het voorbeeld voor andere tijdelijke ontwikkelingen in de gemeente. “En we hopen dat andere gemeenten ook geïnteresseerd zijn en zien wat er kan.”
Cover: ‘Flexwoningen Haarlem’ door VLOT Architecten (bron: Anna Odulinska)