Verslag Door inzicht te verkrijgen in de toegevoegde waarde van tijdelijk gebruik op stedelijke gebieden, kan het gebruik van tijdelijke initiatieven deel uitmaken van een stedelijke planning die uiteindelijk gericht is op verbetering en upgrading van gebieden in de stad. Maar wat bedoelen we eigenlijk met tijdelijk? Is dat niet het nieuwe permanent?
Tijdens de lezing ‘Temporality’ aan de TU Delft op 25 april presenteerde Silvie Bruijning (onlangs afgestudeerd bij de afdeling Management in the Built Environment TU Delft) haar onderzoek naar de toegevoegde waarde van tijdelijk gebruik voor stedelijke gebieden en deelde Jouke Sieswerda (architect bij ZUS Architecten) zijn ervaringen van de Test Site Rotterdam. Agnes Franzen (directeur Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling) koppelt met de studenten deze ervaringen en praktijkvoorbeelden aan de zogenaamde ‘Management Game’; binnen het onderwijs wordt de praktijk van een gebiedsontwikkelingsproces gesimuleerd. De studenten bedenken mogelijke tijdelijke invullingen voor het braakliggende terrein in het gebied Overhoeks in Amsterdam.
Optimalisatie toegevoegde waarde voor stedelijke omgeving
Bruijning begint haar presentatie met het beeld van de wereldberoemde Eiffeltoren in Parijs; gebouwd ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling van 1889 en oorspronkelijk gepland om na twintig jaar weer gesloopt te worden. Een bekend voorbeeld van hoe een in eerste instantie tijdelijk bedoelde interventie tot permanent symbool uitgroeit en een toegevoegde waarde levert voor de stedelijke omgeving. Het bepalen van deze waarde kent een sociale en een economische component. Bruijning gebruikt de volgende definitie van deze toevoegde waarde: "Als er een stijging van de waarde optreedt in de sociale en/of economische context, dan voegt de oorzaak – tijdelijk project/ontwikkeling - waarde toe aan de stedelijke omgeving”. Er is sprake van waarde stijging in de sociale context als tijdelijk gebruik een positieve identiteit, sociale cohesie en veiligheid creëert in de stedelijke omgeving. En we spreken van economische toegevoegde waarde als tijdelijk gebruik bijdraagt aan het sociaal-economisch welzijn, de positieve identiteit door economische diversiteit en een goed vestigingsklimaat voor bedrijvigheid.
De huidige economische context, Bruijning (2016)
‘De huidige economische context’
Indicatoren toegevoegde waarde en de relaties hiertussen, Bruijning (2016)
‘Indicatoren toegevoegde waarde en de relaties hiertussen’
Strategie voor optimalisatie toegevoegde waarde voor stedelijke omgeving, Bruijning (2016)
‘Strategie voor optimalisatie toegevoegde waarde voor de stedelijke omgeving’
Architectural activism
In haar onderzoek heeft Bruijning vijf cases onderzocht waaronder het voormalig leegstaande kantoorgebouw het Schieblock in Rotterdam; lange tijd een decor voor criminaliteit. De eigenaar wilde het gebouw slopen; tegelijkertijd is er in Rotterdam behoefte aan kleinere woon- en werkeenheden en verdichting van het bouwprogramma. Elma van Boxel en Kristian Koreman van architectenbureau ZUS zagen kansen voor herbestemming als bedrijfsverzamelgebouw.
Gekenmerkt door flexibiliteit in huurcontracten, zowel qua duur als qua prijsniveau, is het gebouw volledig verhuurd. Naast studio’s omvat het ook publieke functies, zoals een debat- en tentoonstellingsruimte. Mede door deze publieke functies in de plint werd de kwaliteit van de openbare ruimte verbeterd. Dit project is onderdeel van Test Site Rotterdam.
Architect Jouke Sieswerda van ZUS Architecten noemt het bureau office for making city; het is vooral veel doen en minder ontwerp. Al geeft Sieswerda aan dat ontwerp een krachtig middel is om het gesprek te voeren, om een reactie uit te lokken; ook wel architectural activism genoemd. Bovendien kun je het creëren van een goede businesscase ook zien als een vorm van ontwerp, voegt Sieswerda later toe.
Test Site Rotterdam is een voorbeeld van making city; geïnitieerd door ZUS in samenwerking met de IABR concentreert het zich op het Rotterdam Central District, aldus met name het gebied rond het Schieblock. Op de Test Site Rotterdam wordt geëxperimenteerd met strategieën om het hart van de stad te ontwikkelen middels alternatieve vormen van financiering en planning, en met nieuwe ontwerp benaderingen. Test Site Rotterdam vormt één van de aanjagers van de verdere ontwikkeling van dit centrale deel van de stad.
‘Vijf strategieën’
Vijf strategieën, ZUS Architecten
‘Door tijdelijk gebruik en geleidelijke ontwikkelingen ontstaat een meer gelaagde stad’
Door tijdelijk gebruik en geleidelijke ontwikkelingen ontstaat een meer gelaagde stad, ZUS Architecten
Vijf strategieën
Sieswerda geeft aan dat de aanpak in het Schieblock uiteraard niet een op een te kopiëren is op een andere plek. ZUS Architecten heeft vijf strategieën gedestilleerd die wel generiek zijn:
- Routing;
- Placemaking;
- Transformatie;
- Verdichting;
- Stimuleren van de lokale economie.
Eenmaal een goede spin-off, dan zorgt levendigheid weer voor meer levendigheid. Volgens Sieswerda is het hierbij van belang dat er een visie achter het bottom-up project ligt. Wat zijn de gezamenlijke doelen van de verschillende stakeholders en gebruikers? Er is een overkoepelend plan nodig om de ontwikkelingen bij elkaar te houden en ervoor te zorgen dat als de tijd van het tijdelijk gebruik verstreken is, er een gebied achterblijft waaraan waarde is toegevoegd. Juist door de combinatie van bottom-up en top-down ontstaat er een optimalisatie van toegevoegde waarde voor een stedelijke omgeving.
Foto bovenaan: muurschildering op Kunsthaus Tacheles in Berlijn, voormalig warenhuis
Cover: ‘How long is now’