Persoonlijk Sinds dit voorjaar is SKG een nieuwe directeur én een nieuwe hoogleraar rijker: Tom Daamen en Co Verdaas. Beiden willen gangbare opvattingen kritisch tegen het licht houden. “Ons vakgebied moet de nieuwe werkelijkheid doorgronden.”
Dit item verscheen eerder in de publicatie Gebiedsontwikkeling 2GO - zomereditie 2018
Wat verandert er met jullie aan het roer?
Co: Dat we de maatschappelijke context nog meer op waarde schatten en nog meer investeren in kennis, het fundament onder de toepasbaarheid. Ik zie het als een logische volgende fase voor de praktijkleerstoel. Ons werk moet dienstbaar zijn aan de agenda van onze leden. Verder moet het wetenschappelijk verantwoord en toepasbaar in de praktijk zijn. Als wij één van die drie poten niet voldoende aandacht geven, valt het bouwwerk om.
In wat voor kennis wil je investeren?
Co: We staan aan de vooravond van de energietransitie, circulair werken, nieuwe mobiliteit, bereikbaarheid. Wetenschap kan helpen om deze transities voor de praktijk hanteerbaar te maken. Een klassiek voorbeeld is 'bereikbaarheid & gebiedsontwikkeling’. De agenda’s van bouw en mobiliteit zijn niet op elkaar aangesloten. Daar komt de energietransitie nog bij, met haar vraag naar ruimte voor lokale, decentrale opwekking. Dan heb je een infrastructuur nodig die het geheel goed laat functioneren. Hoe zorg je dat ook die kosten gedekt worden in je project? We blijven daarbij te vaak in case studies hangen. Ik heb de behoefte om ook de fundamenten aan te raken. Niet vanuit de illusie dat er één oplossing komt, maar wel om meer inzichten te bieden en die te ontsluiten aan professionals, bestuurders en ontwikkelaars.
Tom: Als je een hefboom omhoog wilt krijgen, dan moet je niet ergens in het midden morrelen, maar aan het uiteinde staan. We zijn ervaren genoeg om te weten hoe langzaam een verandering zich daadwerkelijk voltrekt binnen ons polderende landje. Willen we aan de grote transities een forse bijdrage leveren, dan moeten we grote ambities hebben.
Co: Ik vind het daarom de verantwoordelijkheid van onze leerstoel om over impliciete aannames onder gebiedsontwikkeling na te denken. Hoe ziet de wereld eruit als die wegvallen? Denk je daar niet over na, dan overkomt het je. Juist ons vakgebied moet de nieuwe werkelijkheid doorgronden en mee helpen vormen. Dat roept weerstand op, maar daarvoor moet je niet wegduiken. Anders blijf je altijd in hetzelfde kringetje ronddraaien.
Wat is het belangrijkste dat de SKG in de ruim tien jaar van haar bestaan heeft bereikt?
Co: Gebiedsontwikkeling is, in al z'n complexiteit, nu in de volle breedte zichtbaar en op de kaart gezet. Ik kom uit de tijd waarin geografen de wereld beschreven en planologen hem maakten. Maar je kunt niet goed aan gebiedsontwikkeling doen zonder financiële, juridische en bestuurskundige kennis. De leerstoel vormt een verbinding tussen al die specialistische kennisdomeinen en de praktijk. Laat SKG die verbindende katalysator zijn.
Tom: Een voorbeeld is de introductie van de term ‘ontslakken’ voor de vele dingen die in de publieke sector vastlopen of te lang duren. Door dat woord realiseerde iedereen zich dat we het echt anders moeten doen, anders komt er niks meer van de grond. Die term is in 2013 door minister Blok uitgeroepen tot ‘woord van het jaar’.
Welke partners zouden jullie graag nog aan het platform verbinden?
Co: De toenemende complexiteit van gebiedsontwikkeling vraagt om andere typen kennis, en dus spelers. Een netwerkbedrijf of energieleverancier ligt voor de hand. Maar we gaan eerst met de huidige deelnemers praten om te achterhalen wat belangrijk is.
De leden van het SKG-platform moeten betalen. In de wetenschap wordt zoiets snel als vreemd gezien, terwijl het in het bedrijfsleven normaal is. Hoe zien jullie dat?
Co: Onze onafhankelijkheid is geborgd in de statuten. En betaling houdt ons scherp. Het is onze missie om wetenschappelijke kennis te ontsluiten en toepasbaar te maken, voor private en publieke partijen. Geven wij onze deelnemers geen meerwaarde, dan verliezen we draagvlak en financiering. En dat is maar goed ook.
Welke mogelijkheden zien jullie voor samenwerking met andere faculteiten en universiteiten?
Tom: Dat doen we in toenemende mate, zoals met de afdelingen Architectuur, Urbanism en Bouwtechnologie. Die samenwerking continueren we tot het niveau van NWO-voorstellen. Zowel NWO als TU Delft vroeg de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker om de maatschappelijke impact van onderzoek. En dat is nou precies iets waar wij goed in zijn.
Het zou mooi zijn ook iets te doen met andere universiteiten en kennisinstellingen, zoals het Planbureau voor de Leefomgeving. Onderzoeksvragen worden in toenemende mate interdisciplinair en intersectoraal, zoals de werelden van gebiedsontwikkeling en mobiliteit.
Co: Je moet altijd kijken waar welke kennis en ervaring zit, en nooit zeggen ‘dat doen wij wel binnen SKG’. Krijg je evident een beter product, advies of inzicht door samen te werken met wie dan ook, dan moet dat de drijfveer zijn. Zo kom je ook tot betere inzichten voor onze deelnemers.
Hoe is de rolverdeling tussen jullie beiden?
Co: Tom is ‘chef du bureau’ en verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het hele team. Tegelijkertijd heeft hij heel veel inhoudelijke bagage en een uitgebreid, complementair netwerk. Ik ben meer het gezicht naar buiten en draag de verantwoordelijkheid voor de resultaten.
Tom: Ik ben er om de condities te creëren die Co nodig heeft om te excelleren in waar hij voor aangekeken wordt: boegbeeld, inhoudelijke trekker, aanjager en eerste aanspreekpunt voor de deelnemers en de goegemeente van gebiedsontwikkeling.
Wat zijn jullie plannen met de SKG-deelnemers?
Co: Ons eerste voornemen is om alle deelnemers op te zoeken en mee te nemen naar de volgende fase. Ik wil ze het eerste jaar allemaal gesproken hebben. Mijn aanstelling is voor 5 jaar, dus het is goed om met hen een gedeelde richting te krijgen. En zij moeten weten dat als ze ergens mee zitten, de lijnen open zijn, en ze niet een jaar hoeven te wachten tot de ledenvergadering.
Wat is in deze functie de verandering die je wilt realiseren in de komende 5 jaar?
Co: Ik wil het vakgebied echt de volgende fase in helpen en zo richting geven aan het handelen van overheden en ontwikkelaars in de nieuwe werkelijkheid. Dus helpen aannames over het eigen vakgebied van de afgelopen 50 jaar tegen het licht te houden, nieuwe maatschappelijke opdrachten te omarmen en die met gedegen onderbouwde kennis toepasbaar te maken in de praktijk. Neem de binaire discussie over binnenstedelijk verdichten versus bouwen in het groen. Het doel van verdichten dient zeer legitieme doelen, zoals milieuoverlast en congestie voorkomen. Maar wat als die doelen wegvallen? Misschien kun je dan meer ontspannen met je ruimte omgaan, terwijl je nog steeds je doelen voor duurzaamheid en biodiversiteit dient. Zo kunnen we ook internationaal een gidsland blijven.
Je hoort hierbij m'n aarzeling, want ik ben heel beducht om te worden weggezet als ‘oh, dus ook die Verdaas heeft zijn ziel verkocht aan de mensen die in het groen willen bouwen’. Dat is niet mijn drive. Mijn drive is kritisch nadenken over de aannames die jarenlang goed hebben gewerkt.
Tom: Kortom, we willen onze kennis van gebiedsontwikkeling verdiepen. Werken aan wetenschappelijke publicaties en begeleiden van promovendi horen daarbij, omdat we ook de vorming van jonge mensen goed op poten willen zetten. Tegelijkertijd is het tijdens hoogconjunctuur erg aantrekkelijk voor afgestudeerden om aan de slag te gaan in het vastgoed. De juiste mensen aan ons binden is daarom een punt van aandacht. Gelukkig bieden wij als SKG aan hen een unieke plek.
‘tom daamen’
Tom Daamen
Leeftijd: 40
Woonplaats: Haarlem (Noord-Holland)
Gezinssamenstelling: Gehuwd, drie dochters
Opleiding: Gepromoveerd tot doctor in stedelijke gebiedsontwikkeling
Loopbaan: Universitair hoofddocent en sectieleider Urban Development Management TU Delft, programmaleiding Master City Developer, zelfstandig adviseur
Hobby’s: wijn, basketbal, reizen, uit eten met familie en vrienden
Opmerkelijk: “Ik had altijd bewondering voor hoe mijn voorganger, Agnes Franzen, het als directeur bij SKG deed.”
‘Co Verdaas’
Co Verdaas
Leeftijd: 51
Woonplaats: Beuningen (Gelderland)
Gezinssamenstelling: Samenwonend
Opleiding: Gepromoveerd tot doctor in de beleidswetenschappen/planologie
Loopbaan: Teamleider strategie en projecten gemeente Zwolle, manager woondiensten SWZ, directeur bedrijfskunde avondopleiding Radboud Universiteit, lid Tweede Kamer, Gedeputeerde, Staatssecretaris, adviseur Over Morgen, voorzitter Mijnraad, lid Raad Leefomgeving en Infrastructuur
Hobby’s: koken, wijn, sport, muziek maken
Opmerkelijk: “Vanaf de dag dat de leerstoel in het leven is geroepen, liet ik de gedachte weleens toe dat, mocht Friso de Zeeuw ooit met pensioen gaan, dit wel iets voor mij was.”
Cover: ‘tom en co 2’