Verslag Er is veel gaande in de wereld van energietransitie voor de gebouwde omgeving van Nederland. Sinds mijn verslag in mei 2016 van het jaarcongres Warmtenetwerk 2016 zijn we een nationale Energieagenda, de aangenomen motie ‘Van Tongeren’, de eerste rondes ‘Warmtetafels’ en de Green Deal ‘Aardgasvrije wijken’ verder. Op 9 maart jl. was een seminar van Warmtenetwerk waar een Deense delegatie bij aanwezig was om elkaars warmtenet ontwikkelingen te vergelijken. Hoog tijd voor de stand van zaken in Nederland. Zit er schot in de zaak? En wat kunnen we leren van de Denen?
Verslag seminar Warmtenetwerk & DBDH 9 maart 2017
In warmteland alleen zit weinig schot in de zaak. Ik hoorde veelal dezelfde verhalen, lessen en projecten als vorig jaar. De bredere energietransitie voor de gebouwde omgeving staat gelukkig wel in beweging. Eerste even terug naar vorig jaar.
Ontwikkelingen vorig jaar tot nu
Uit mijn vorige verslag van het jaarcongres Warmtenetwerk 2016 werd duidelijk dat het Ministerie van Economische Zaken (EZ) een stevige boodschap moet neerzetten in de aanloop naar, en tijdens, de Warmtetafel rondes. Boodschap 1: op enkele locaties na moeten alle gasnetten definitief in 2035 uit gefaseerd zijn. Boodschap 2: bij nieuwbouw mag per definitie geen gas infrastructuur meer worden aangelegd. Is dit gebeurd?Ja en nee. We zijn op weg. De energieagenda geeft aan dat in beginsel geen nieuwe gasinfrastructuur meer wordt aangelegd in nieuwbouwwijken. Ook zal de aansluitplicht voor gas in de Gaswet worden vervangen door een breder aansluitrecht op een energie-infrastructuur voor verwarming. De aangenomen motie ‘Van Tongeren’ in november 2016 voor de afschaffing van de aansluitplicht op gas is hierin een eerste stap. De zojuist ondertekende Green Deal aardgasvrij wijken geeft ook een positief signaal af. De warmtetafels zijn bezig (zie hieronder), maar nog niet klaar. Het gaat dus inderdaad echt gebeuren, hetzij gefaseerd.
Warmtetafels
Om dit uitfaseringsproces in te richten zijn de warmtetafels tot leven geroepen, gesponsord door verschillende bedrijven en instanties. Na verschillende rondes het afgelopen jaar zijn er de volgende interessante resultaten.Warmtetafel 1
- Integrale afweging van warmte-opties
Deze werkgroep is
bezig met het opstellen van een afwegingskader ten aanzien van de in
te zetten maatregelen per gebied en de opties voor besluitvorming van
de te maken afweging. Concrete resultaten kunnen we in juni 2017
verwachten.
Warmtetafel 2
- Aantrekkelijkheid collectieve warmtelevering
Uit
klantonderzoek blijkt dat de ‘Sense of Urgency’ ontbreekt, maar
dat men wel gewillig is mee te gaan in de transitie als er naar
gevraagd wordt. Zorgen zijn de kosten, comfort en gedoe en overlast.
Belangrijke aanbeveling is het ontwikkelen van een gezamenlijke
boodschap en communicatiestrategie voor gerichte doelgroepen en
kanalen. Een uitgewerkte strategie kunnen we in juni 2017 verwachten.
Warmtetafel 3
- Een sluitende business case warmteprojecten
Duidelijk
bevinding hier is dat er veel initiatieven zijn om warmtenetten te
ontwikkelen, maar de onderzochte business cases hebben veelal
financiële ondersteuning nodig om gerealiseerd te kunnen worden.
Belangrijke aanbevelingen zijn (1) het ontwikkelen van een nationale
financierings- en investeringsstrategie voor een hoofdinfrastructuur
voor warmte en (2) het uitdragen van een heldere visie op het
uitfaseren van aardgas, met een einddatum en een stapsgewijze
verhoging van de gasprijs via de energiebelasting.
Warmtetafel 4
– Transitie naar open warmtenetten
Deze nieuwe warmtetafel
zal in juni 2017 voor het eerst met resultaten komen en richt zich
specifiek op het marktmodel.
Grote les van de Denen
Op het recente seminar van Warmtenetwerk in
samenwerking met DBDH steekt
de Business Development Manager Morten Duedahl namens DBDH van wal.
De volgende zaken vielen op.
Ten eerste zijn de Denen
ambitieus. Zo gaat Kopenhagen voor een volledig CO2-neutrale
stad (incl. vervoer en industrie) in 2025. Ten tweede benoemt hij het
non-for-profit business model, waarin de beheerders en exploitanten
van de netten allen non-for-profit zijn. De stelling van de business
development manager: “uiteindelijk levert het winst op voor de
aannemers en leveranciers”. Ten derde, en dit is in Nederland een
belangrijk discussiepunt, maken ze gebruik van een monopolie positie
voor de warmtelevering. Zonder problemen. Het kan dus wel.
Ten slotte, en laten we hier gezien de komende cruciale periode in Nederland vooral lering uit trekken, is de energiebelasting op gas relatief aan warmte en elektriciteit erg hoog, wordt CO2-uitstoot op brandstof ook flink belast, terwijl biomassa geen energiebelasting kent.
Cover foto: Jorrit Lousberg
Cover: ‘warmtenet’