Onderzoek De transitie van traditionele aardgasketels naar collectieve warmtesystemen is aan het versnellen in Nederland. Dat is de conclusie van het Nationaal Warmtenet Trendrapport 2021. Er zijn meer aanbieders dan ooit, de gebruikers zijn over het algemeen tevreden en de toekomst ziet er rooskleurig uit. Toch moeten er nog wel wat hordes genomen worden om alle verwachtingen waar te kunnen maken.
Ruim 434.000 Nederlandse woningen zijn inmiddels aangesloten op een warmtenet, maar dat is slechts het begin. Dat is de rode draad van het Nationaal Warmtenet Trendrapport 2021, dat eind vorig jaar verscheen. De verwachtingen zijn hooggespannen. In 2030 moet het aantal warmtenetten verdubbeld zijn naar 600 en hebben bijna 900.000 woningen de transitie gemaakt van de aardgasketel naar zo’n collectief systeem waarmee meerdere woningen en gebouwen verwarmd en/of gekoeld kunnen worden.
Voldoende duurzame bronnen
Het rapport spreekt de verwachting uit dat in 2050 duurzame warmtenetten kunnen voorzien in 75 procent van de Nederlandse warmtevraag. Bijkomend voordeel voor een snellere transitie naar warmtenetten is het prijskaartje voor de afnemers, zeggen de onderzoekers. De warmtetarieven bleven lang gelijk oplopen met de aardgastarieven voor consumenten (inclusief belastingen), maar inmiddels zijn ze onder die prijs gedoken.
De auteurs van het rapport erkennen wel dat het rendement van warmtenetten, mede door de hoge kosten bij ingebruikname, vaak een momentopname is. In het begin van de cyclus wegen de kosten dan ook niet op tegen de baten. Daarom pleiten de onderzoekers om het rendement van een warmtenet over de gehele levensduur te bekijken.
De manier waarop de transitie vorm krijgt, zal in de loop der jaren wel gaan veranderen. De komende tien jaar spelen volgens de experts vooral traditionele hoogrendementsketels en hybridewarmtepompen een belangrijke rol. Tussen 2030 en 2050 is het de beurt aan elektrische warmtepompen en waterstof. “De toenemende efficiëntie van warmtenetten zorgt ervoor dat er, ook op de lange termijn, voldoende duurzame bronnen zijn om aan de warmtevraag van woningen en andere gebouwen te voldoen”, zegt voorzitter Erik Stronk van Stichting Warmtenetwerk.
Hordes
De vooruitzichten zijn dus goed, maar om die verwachtingen waar te maken moeten er in de nabije toekomst nog wel wat hordes genomen worden. “Het trendrapport geeft aan dat onze grootste uitdagingen voor de warmtetransitie liggen in het uitbreiden van het draagvlak onder bewoners, de lokale beschikbaarheid van een geschikte duurzame warmtebron en de inpassing van de warmteleidingen in de bestaande infrastructuur”, aldus Stronk. Vooral de participatie van bewoners blijkt in de praktijk ook niet altijd even transparant te zijn.
Tegelijkertijd zijn experts nog lang niet altijd overtuigd van de effectiviteit van (alle) warmtenetten. Zo zijn nieuwbouwwoningen zo goed geïsoleerd (en hebben zij dusdanig weinig warmte nodig), dat er veel meer aansluitingen nodig zijn om het warmtenet rendabel te maken. Dat is ook de reden waarom in het Trendrapport de verwachting is opgenomen dat ondanks de stijging van het aantal woningen dat wordt aangesloten op een warmtenet, de gemiddelde geleverde warmte per woning blijft dalen.
Het Nationaal Warmtenet Trendrapport 2021 van Stichting Warmtenetwerk/Dutch New Energy Research is hier te vinden.
Cover: ‘Warmtenetten aanleg -> Gravenwegpad Alkmaar, bouwput HVC" (CC BY 2.0) by Regionaal Archief Alkmaar’ door Richard Lowe (bron: Flickr) onder CC BY 2.0, uitsnede van origineel