2013.07.18_RijswijkBuiten

Triple A in de zorg, over identiteit en zorgvoorzieningen RijswijkBuiten

18 juli 2013

8 minuten

Persoonlijk In de zorg wordt decentralisatie steeds verder doorgevoerd. De centrale overheid draagt de verantwoordelijkheid voor zowel zorgaanbod als vastgoed over aan zorginstellingen, verzekeraars en gemeenten. Zo krijgen gemeenten bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid voor de langdurige zorg voor ouderen. Die ouderen moeten zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Dat vraagt om een integrale, gebiedsgerichte aanpak.

Interview met Jan Brugman, directeur Programmabureau RijswijkBuiten

Hoe gaat een locatie als RijswijkBuiten, die op een vrijgekomen tuinbouwgebied wordt gerealiseerd, om met deze ontwikkelingen in de zorg? Daarover gaan we in gesprek met Jan Brugman, directeur van het Programmabureau RijswijkBuiten.

Identiteit

‘Onderzoek naar wat mensen belangrijk vinden in een wijk wijst uit dat identiteit op nummer een staat. Identiteit is een hele belangrijke drager voor de ontwikkeling van een wijk. De vraag is dan, wanneer ga je daaraan werken en met wie ga je dat organiseren? Identiteit leg je niet zomaar even op, dat moet groeien en ontstaan.’, aldus Jan Brugman. Zo vindt nu al overleg plaats met het bestuur van een brede school. Vroeger kreeg de school gewoon een bouwlocatie aangewezen waar ze dan een school gingen bouwen. Nu wordt aan de voorkant gesproken over het type school en hoe die school in kan spelen op het bijzondere karakter van RijswijkBuiten. ‘Hoe kan de school het bestaande groen in de wijk en de ideeën over de buitenruimte optimaal benutten? Een school is een belangrijke voorziening, zeker voor de gezinnen die je wilt aantrekken. Iedereen denkt altijd dat jonge mensen die samenwonen graag in de binnenstad willen wonen, maar dat is maar ten dele waar. Hier komen veel jonge stellen wonen. Heel veel met typische middenberoepen, zoals onderwijzers, agenten, IT-medewerkers en verpleegkundigen. Dat is een jonge groep die het prettig vindt om zich hier te vestigen en die de identiteit van deze wijk gaan bepalen. Maar het valt niet mee om die identiteit vervolgens daadwerkelijk beet te pakken en te helpen ontwikkelen.’

Het gebied kent nog twee pijlers die de identiteit van de locatie bepalen, de sociale werkvoorziening - waar elke dag 120 mensen werken - en de Oranjevereniging Sion. Op de Provada hebben de gemeente Rijswijk, ontwikkelpartner Dura Vermeer, de sociale werkvoorziening en het lokale ROC Haagbouw een akkoord ondertekend over de inzet van de sociale werkvoorziening en leerlingen van het ROC bij de totstandkoming van de wijk. Medewerkers van de sociale werkplaats gaan hagen aanplanten, huizen bezemschoon maken en een bloemstuk plaatsen bij oplevering en ze doen de catering bij evenementen, zoals recent bij de eerste paal. En bijvoorbeeld de tuinhekken van de eerste woningen worden gemaakt door bouwvakkers in opleiding. De plaatselijke Oranjevereniging bestaat dit jaar 85 jaar en is opgericht door glastuinbouwers uit Den Hoorn en Sion en viert elk jaar op 31 augustus nog steeds de geboortedag van koningin Wilhelmina. Die glastuinbouwbedrijven zijn vertrokken, maar de vereniging bestaat nog steeds. We zijn in overleg getreden met die verenging over hun voortbestaan als deel van de ziel van dit gebied. We proberen de sociale cohesie die er al is, van de bestaande bewoners, te koppelen aan de nieuwe bewoners in deze wijk.’

Zorgvoorzieningen

‘De zorg was nog een onderbelicht aspect in onze opgave. Voorzieningen zoals een apotheek en een arts melden zich vanzelf. Maar ik doel op ontwikkelingen zoals de vergrijzing. Rijswijk behoort tot de meest vergrijsde gemeenten van Nederland en zal dat de komende tien jaar zeker nog blijven. Kun je daar dan nu al rekening mee houden in de opzet van je wijk? En hoe ziet dat, met alle maatregelen die zijn getroffen ten aanzien van indicaties en mensen die nu niet meer in een zorginstelling terecht kunnen, er dan concreet uit?’ Ook richting de zorg was het gebruikelijk om een plek aan te wijzen in het plangebied voor een deel intramurale en een deel extramurale zorg en de realisatie verder af te wachten. Maar voldoet dat nog wel aan de behoefte? Jan Brugman: ‘We hebben toen even een stapje terug gedaan. Want sinds de visie uit 2009, hoe globaal die ook was, is de wereld gewoon teveel veranderd. We zijn met zoveel mogelijk zorginstellingen in deze omgeving in gesprek gegaan. Grotere zorgaanbieders in deze regio, maar ook kleinere zorgaanbieders voor met name gehandicaptenzorg en dagopvang. Het beeld van de grote zorgaanbieders was dat het bouwen van grote zorginstellingen niet meer van deze tijd is. Ze zeiden ons, zorg eerst dat je drie basale voorzieningen voor elkaar krijgt in je wijk: een supermarkt, een apotheek en een arts (de zogenaamde triple A). Ouderen die zelfstandig kunnen wonen, komen dan vanzelf in zo’n wijk wonen. Want die weten dat ze, als dat nodig is, bij hun om de hoek voor hun dagelijkse benodigdheden terecht kunnen. Ook hebben we aan ze gevraagd hoe het zorgaanbod er feitelijk uit gaat zien. Alle zorginstellingen gaven aan dat ze op het moment dat hier de eerste woning wordt opgeleverd, de zorg kunnen aanbieden die de betrokkene nodig heeft. Die instellingen zijn mobiel ingesteld en werken met alarmsystemen die mensen bij zich dragen. ‘Ze kunnen ter plekke elke zorg bieden die iemand maar wenst, daarvoor hoef je niet meer in een zorginstelling te worden opgenomen. We hebben het dan niet over de zware verpleeggevallen van indicatie 4, 5 en hoger. Maar tot aan die indicatie kan de zorg prima in de wijk, aan huis, geleverd worden.’ Je moet overigens wel zorgen voor een heel goed trefpunt in de wijk, zodat ouderen weten dat op loopafstand zo’n trefpunt met zorg aanwezig is zodra ze dat nodig hebben. Het gaat er vooral om dat ouderen zich niet eenzaam voelen. Eenzaamheid is in feite de grootste vijand, zeggen alle zorginstellingen. Men is heel erg aan het inspelen op mogelijkheden om de zorg anders te organiseren, zoals het bij elkaar brengen van de brede school en de zorgvoorzieningen. Brugman: ´Is daar bijvoorbeeld kruisbestuiving mogelijk? Door gemeenschappelijk gebruik te maken van kwaliteiten en ruimtes, maar ook horeca, een winkel of iets dergelijks te delen? Met name de kleinere organisaties, die bijvoorbeeld de gehandicaptenzorg doen, willen graag hun dagopgang organiseren in een van die lokale faciliteiten zoals een brede school. Meer hebben zij ook niet nodig.´

Visieontwikkeling zorginstellingen

Wat Brugman verrast heeft van al die semioverheidinstellingen, is dat ze geen gemeenschappelijk gedragen visie hebben. En wat hem ook opviel, is dat ze elkaar onderling niet veel ontmoeten. ‘Er is geen overkoepelende organisatie of afstemming in de regio.’ Brugman: ‘Wel constateren we dat ze zich allemaal richten op kleinschaligheid en mobiliteit. Ik heb ze ook gevraagd of ze elkaar als concurrenten beschouwen, maar zo zien ze dat niet. Dat maakt het ook voor de gemeente lastig, want hoe leg je uit dat je met de ene partij in zee gaat en met de andere niet? Moet je als gemeente dan een aanbesteding gaan volgen? Ik ben er inmiddels achter dat het zo niet werkt.’ Wat verder opvalt is dat ze weliswaar hun mening over de ideale omstandigheden geven, maar voor de realisatie toch afhankelijk zijn van een ontwikkelaar en een belegger. ‘Zelf hebben ze het geld niet om te investeren. Diverse pensioenfondsen zijn momenteel bezig om zorgfondsen op te richten, om letterlijk te gaan investeren in de zorg.’

Verkenning

‘Je moet als overheid uitkijken te veel te willen sturen welke zorginstelling zich hier vestigt. Voor een deel is dat een commercieel proces. We hebben onze ontwikkelpartner Dura Vermeer en VolkerWessels de opdracht gegeven om namens de gemeente in beeld te brengen op welke wijze het vestigen van een zorgpartij in RijswijkBuiten moet worden georganiseerd. Die zorgvoorzieningen worden geïntegreerd op de plek waar ook de brede school komt. ‘We hebben aan alle zorginstellingen gevraagd waar ze zich het liefst zouden vestigen. Wij hadden gedacht op de voormalige kloosterterrein, lekker rustig aan het water. Maar wat blijkt? Ze willen allemaal liever aan de Beatrixlaan, bij het verkeersknooppunt. Dat is een doorgaande weg en dat betekent leven in de brouwerij. En je kan ook nog eens op het park uitkijken. Wij denken altijd dat oudere mensen een plek als een oase van rust willen, maar dat is zeer betrekkelijk.’

´Ik heb niet de illusie dat ik de samenleving kan organiseren. Ik heb gemerkt dat wanneer je je kwetsbaar opstelt, partijen zich heel erg gemotiveerd en geprikkeld voelen om het beste van zichzelf te laten zien. De zorginstellingen waren zonder uitzondering heel erg verguld met het idee dat ze aan de voorkant werden uitgenodigd om een beeld te geven van dit gebied. Dat zijn ze helemaal niet gewend. Het kost je alleen maar tijd. En die investering in tijd gaat zich straks gewoon uitbetalen.’

RijswijkBuiten in een notendop

RijswijkBuiten is een geheel door de gemeente geëxploiteerd plangebied. Hier is sprake van een grootstedelijke opgave, die in verhouding tot de stedelijkheid van Rijswijk een grote opgave is. Niettemin kiest dit gemeentebestuur ervoor om hun taakstelling en verantwoordelijkheid binnen de regio waar te maken. De locatie was van oudsher een glastuinbouwgebied. Eigenlijk is hier sprake van een soort restplanologie, de glastuinbouw had geen toekomst meer. Het was deel van een groot, aaneengesloten glastuinbouwgebied (Westland), maar lag inmiddels geïsoleerd en ingeklemd tussen allerlei stedelijke gebieden, zoals Ypenburg, Rijswijk, Wateringseveld, Delft, een rioolwaterzuiveringsinstallatie en de DSM fabriek. Aan de rand van het gebied, tegen de A4, liggen twee grote landschapsparken op voormalige vuilstorten. Die parken zijn nu volgroeid en vormen een welkome aanwinst voor het plangebied. Gekozen is voor een profiel van hoofdzakelijk woningbouw, gebruikmakend van het bestaande groen. In zo’n 10, 12 jaar tijd zullen ongeveer 3.000 woningen gerealiseerd worden. Dat proces verloopt heel zorgvuldig - en neemt wellicht nog wat meer tijd in beslag - met een goed antennegevoel voor de huidige markt- en woonwenssituatie. RijswijkBuiten wordt een zeer duurzame wijk, die alleen al in energieprestatie uitblinkt door zeer energiezuinige woningen. Hier worden vooral grondgebonden woningen gebouwd, want het profiel van Rijswijk - maar ook van Delft - is die van gestapelde woningbouw (70 procent hoogbouw, waarvan 60 procent in de sociale huursector en bijna allemaal net na-oorlogse flatportiekwoningen). Vanuit wooncarrièreperspectief is dit een logische aanvulling binnen deze regio: een overwegend suburbaan karakter, met hier en daar wat bijzonderheden.

Dit interview vond plaats als gesprek tussen Jan Brugman, Erik van Marissing (Verwey-Jonker Instituut) en Agnes Franzen (TU Delft) op het Programmabureau RijswijkBuiten.


Cover: ‘2013.07.18_RijswijkBuiten’


Portret - Jeroen Mensink

Door Jeroen Mensink

Architect/eigenaar bij JAM* architecten


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024