Opinie Gebiedsontwikkeling is een vak dat graag met modellen en strategieën werkt. Zeker sinds de recente crisis. Op zich begrijpelijk, want als het ene model of die ene strategie niet (meer) werkt gooi je het over een andere boeg met iets dat hopelijk wel werkt. Op basis van flink wat jaren ervaring in de gebiedsontwikkeling betwijfel ik sterk of dat denken in modellen ons wel echt verder heeft gebracht. Volgens mij is die benadering te schematisch en technocratisch en moeten we het veel meer zoeken in sturing in de gebiedsontwikkeling op basis van de juiste competenties.
Gebiedsontwikkelend Nederland startte al snel na het invallen van de crisis met een zoektocht naar nieuwe verdienmodellen die later, misschien op enkele uitzonderingen na, beter de benaming ‘beperk het verlies’-model hadden kunnen krijgen. Gebiedsontwikkeling 2.0, 3.0 en organische gebiedsontwikkeling waren onderwerp van talrijke artikelen en rapporten die verschenen omdat de traditionele vorm van gebiedsontwikkeling niet meer functioneerde. Mij valt op dat de zoektocht naar deze nieuwe strategieën de laatste tijd een beetje stil is gevallen. Er wordt flink geëxperimenteerd, geïnspireerd, geïmproviseerd, gefaciliteerd, verbonden, samengewerkt en los gelaten. Maar een succesvolle nieuwe strategie die volledig op eigen benen staat, heb ik nog niet kunnen ontdekken. Op zich ook niet vreemd. Experimenten mogen mislukken en innovaties kennen een ‘valley of death’.
Nieuwe strategieën voor gebiedsontwikkeling vragen om innovatie van het management van gebiedsontwikkeling. Bij de traditionele vorm van gebiedsontwikkeling was vooral sprake van projectmanagement. In de complexere variant van deze vorm was vaak ook nog een gezonde dosis procesmanagementvaardigheid nodig. Deze sturingsvormen zijn echter niet voldoende voor een strategie die gebaseerd is op faciliteren, loslaten, leggen van verbindingen en onzekerheid. Voor deze vorm van gebiedsontwikkeling is naast netwerkmanagement ook een sturingsvorm noodzakelijk die het mogelijk maakt om te gaan met die onzekerheid.
Sturing van onzekerheid
De sturing van onzekerheid is lastig, maar toch beslist noodzakelijk bij ruimtelijke interventies in de stad. Dat heeft de crisis wel aangetoond. Hoe slim plannen ook in elkaar lijken te zitten. De toekomst van plannen hangt voor een groot deel af van economische ontwikkelingen op Europees en mondiaal niveau. In deze ben ik dan ook pleitbezorger van ‘paradoxaal management’ waarbij doelgerichtheid, ruimte voor vernieuwing en variatie worden gecombineerd. Als project- en procesmanagers zijn we gewend tegenstellingen zo snel mogelijk op te lossen, maar misschien moeten we wel leren om de waarde van tegenstellingen te zien en ze juist op te roepen. Voor een zelfbouwproject waar ik nu aan werk in Zaanstad hebben we een kavelpaspoort ontwikkeld dat er nu totaal anders uitziet dan de eerste versies. Niet omdat we zelf meer kennis kregen, maar omdat we partijen die we vroeger als ‘lastig’ zouden hebben gezien, hebben opgezocht en geprikkeld om hun visie te geven.
Netwerkmanagement
Die benadering maakt dat netwerkmanagement aan belang wint bij gebiedsontwikkeling. Samenwerking die waarde oplevert voor de betreffende partijen is niet eenvoudig. Belangen en percepties zijn vaak verschillend. Netwerken en leren netwerken is daarom nodig om ondanks die verschillende belangen en percepties tot samenwerking in gebiedsontwikkeling te kunnen komen. Het succesvol toepassen van de genoemde sturingsvormen vraagt een andere houding en gedrag van de betrokkenen. Andere competenties zijn dan ook noodzakelijk. Competenties als leervermogen, netwerkvaardigheid, transparantie, klantgerichtheid en ondernemendheid zijn op basis van mijn MCD-scriptie ‘Competenties en gebiedsontwikkeling’ (2013) naar mijn oordeel noodzakelijk bij een andere werkwijze in de gebiedsontwikkeling. Het werkt dus niet meer om van het ene systeem simpelweg over te schakelen op een ander. De zoektocht naar een nieuwe vorm van gebiedsontwikkeling is tegelijkertijd een zoektocht naar de toepassing van een ander management, waarbij ook andere competenties horen. Misschien hebben de partijen die actief zijn in gebiedsontwikkeling dit over het hoofd gezien. Pas als deze partijen hiervan bewust zijn en er ook naar handelen is het mogelijk dat nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling kunnen ontstaan. Een grote uitdaging, want het vraagt dat mensen die nu actief zijn in de gebiedsontwikkeling zich bijscholen op voor hen vaak nieuwe terreinen en dat de bestaande opleidingen hun curricula hierop moeten aanpassen.
Cover: ‘2014.10.06_Van andere modellen naar andere mensen?_660px’