Nieuws Het zijn turbulente tijden voor gebiedsontwikkeling. Oude werkwijzen zijn vastgelopen en nieuwe aanpakken zijn nog in ontwikkeling. ‘Gouden tijden voor voo- doopriesters’, volgens praktijkhoogleraar De Zeeuw. Hij waarschuwt voor allerlei paradigmawisselingen die worden geopperd, en wijst erop dat we de traditionele rollen van ontwikkelaar, belegger en financier niet zomaar mogen wegdenken (De Zeeuw, 2011).
Een reeks van publicaties heeft inmiddels het licht gezien waarin acties (Praktijkleerstoel, 2011), verdienmogelijkheden (Van Rooy, 2011) en principes (Puylaert en Werksma, 2011) al dan niet voorzien van praktijkvoorbeelden worden opgesomd om richting te geven aan gebiedsontwikkeling in de nieuwe realiteit. Veel van deze aanbevelingen zijn generiek van aard of zoomen juist in op een bepaald specifiek aspect. Zo ontstaat als vanzelf het beeld van een bonte verzameling van rijpe en groene gedachten; soms gericht op het bieden van nieuw houvast voor wegzakken- de projecten, soms op het zetten van een stip op de horizon als lonkend perspectief, vaak ingrijpend op een onderdeel van het gebiedsontwikkelingsproces en zelden een gehele afbeelding gevend hiervan.
Dit artikel poogt orde in de wirwar van vernieuwing te scheppen en heeft tot doel inzicht te geven in en richting te geven aan het ontwikkelingspad van de aanpak van gebiedsontwikkeling. Het vertrekpunt voor de beschrijving van de verandering in de aanpak is een disciplinair raamwerk aan de hand waarvan al enige jaren het vak gebiedsontwikkeling wordt gedoceerd aan de Amsterdam School of Real Estate (ASRE) en de Master City Developer (MCD). Tevens wordt gebruik gemaakt van drie buitenlandse casussen om stadia in de verandering van gebiedsontwikkeling te illustreren, te weten Hamburg HafenCity, 22@Barcelona en King’s Cross in Londen.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_ontwerp en proces_0_1000px’