Casus In een gebiedsontwikkeling van grote omvang werd het stationsgebied van Assen onder handen genomen, waarbij ruimtelijke problemen zijn aangepakt. Nu is ook het stationsgebouw van een nieuw aanzicht voorzien, vertelt Jeroen de Willigen, creatief directeur van De Zwarte Hond. "De route naar de binnenstad is voor treinreizigers aantrekkelijker en meer zichtbaar, maar de twee andere ingangen van het station zijn óók volwaardig."
Dit artikel verscheen eerder op stadszaken.nl
Een doorreisstation tussen Zwolle en Groningen in plaats van een eindbestemming. Dat klinkt hard, maar het station van Assen, in het noordoosten van het land, was voor treinreizigers niet uitnodigend. "Als je uit de trein stapt, moet je het gevoel hebben dat je er bent, dat je in het hart van een levendige stad terechtkomt", stelt Jeroen de Willigen, creatief directeur van De Zwarte Hond, ontwerpbureau voor architectuur en stedenbouw.
Subtiel wijzen
Dat gevoel riep het gedateerde en gesloten stationsgebouw van Assen uit 1989 niet op. Treinreizigers hadden vanuit het station ook geen zicht op al het moois dat Assen te bieden heeft. "Assen is een jonge stad die verrast. De stad zit op cultureel gebied bijvoorbeeld met het Drents Museum en een groot theatercomplex in de lift. Daarnaast is groen, met het gebied van de Drentsche Aa, ook een onderscheidende kwaliteit", weet De Willigen.
De jongste stedelijke aanwinst is het stationsgebouw, een ontwerp van De Zwarte Hond en Powerhouse Company. De samenwerkende bureaus kregen in 2014 de opdracht van de gemeente om een transparant en uitnodigend station te ontwerpen. Hun gezamenlijke ontwerp, ontwikkeld in samenspraak met de Nederlandse Spoorwegen, resulteerde in een een bouwkundig icoon in het hart van de stad.
Kenmerkend is het driehoekige houten dak van 3000 vierkante meter. Dat betekent sowieso een primeur: Assen is het enige station met een volledig houten overkapping. Wel zijn in het midden van het dak ramen verwerkt voor de lichtinval. Het construct rijst op naar het zuidwesten, in de richting van het centrum. Daarmee worden treinreizigers subtiel de weg naar het hart van de stad gewezen. Maar tegelijkertijd markeren de drie hoeken ook de verschillende in- en uitgangen van en naar het stationsgebouw.
Bereikbaarheid
De vernieuwing van het stationsgebouw is de kroon op een langlopende gebiedsontwikkeling, in 2007 op gang gekomen vanwege de discussie over het toenemende autoverkeer in de stad. Een voornaam issue was de vraag of de ringweg, die voor driekwart om de stad liep, doorgetrokken moest worden. Daarmee zou de ‘Rondweg’ ook letterlijk een rondweg om Assen worden. "Wij vonden dat geen goed idee. Daarmee zou de stad opgesloten worden in de eigen ring, en ook de groene verbinding met de Drentsche Aa zou in dit scenario verloren gaan", schetst De Willigen.
Maar tegelijkertijd had de hoofdstad van Drenthe wel een fors bereikbaarheidsprobleem. Door bevolkingsgroei en verdichting werd de ontsluiting van en naar de stad steeds problematischer. Bovendien was in Assen circa 200 miljoen euro beschikbaar, voornamelijk rijksgeld uit de zogenoemde pot met Zuiderzeegelden. Dit geld kreeg het ‘noorden’ als compensatie voor het niet doorgaan van de snelle spoorverbinding van West- naar Noord-Nederland.
"Het doortrekken van de Rondweg was op zich niet eens een gekke gedachte, maar in onze visie zou daarmee alleen het infrastructurele probleem aangepakt worden, het zou de aantrekkelijkheid binnen in de stad niet vergroten", stelt De Willigen. Toenmalig wethouder Jaap Kuin had zich alleen destijds naar buiten toe uitgesproken voor het doortrekken van de rondweg. "Ik heb hem in een gesprek verteld hoe ik naar de ontwikkeling van de stad keek. Met andere keuzes voorzag ik een nieuwe stedelijke context voor Assen."
Pontificaal
Want niet alleen de stadsontsluiting was hardnekkig, ook in de kern stapelden de ruimtelijke problemen zich op. Pijnpunt was de Overcingellaan, een belangrijke toegangsweg die vlak langs het station loopt en het oostelijk stadsdeel met de rest van de stad verbindt. Auto’s, bussen, fietsen en voetgangers zaten elkaar in de weg en zorgden voor onveilige situaties.
Daarnaast zaten er aan het treinstation in de oude situatie nog twee pijnpunten. Het busstation stond pontificaal op het stationsplein. De Willigen: "Dat droeg indirect bij aan het doorreisstation dat Assen was. De bussen zorgden ervoor dat reizigers geen zicht op de binnenstad hadden." En ook op de achterzijde van het treinstation was het nodige af te dingen. "De achterkant grenst aan het oosten van de stad, in sociaal en economisch opzicht niet de sterkste wijk. Doordat de mensen uit de wijk letterlijk op de achterkant van het station uitkeken, was indirect ook het signaal dat die wijkbewoners kregen: je hoort er niet echt bij."
Ruim baan
De Willigen deelde deze inzichten met toenmalig wethouder Kuin, die daarop besloot om terug te komen op zijn eerder ingenomen standpunt. Dat bleek de opmaat naar de FlorijnAs, het masterplan om de stad beter bereikbaar en aantrekkelijker te maken. De Zwarte Hond werkte eerst de masterstudie uit, waarna het bureau ook nog opdrachten voor het stedenbouwkundige plan voor vernieuwing van het stationsgebied (in samenwerking met Movares) en de vernieuwing van het stationsgebouw (Powerhouse Company) verwierf.
De vernieuwing van het stationsgebied was het meest ingrijpend in de openbare ruimte, met onder meer de bouw van een nieuwe perrontunnel voor voetgangers, de vernieuwing van de fietstunnel, de inrichting van een nieuw busstation, de aanleg van een autotunnel in de Overcingellaan en de herinrichting van de openbare ruimte. "Het stationsgebied was in de oude situatie vooral georiënteerd op gemotoriseerd verkeer, met allerlei onveilige situaties van dien. In het nieuwe ontwerp krijgen fietsers en voetgangers ruim baan. Dat is een belangrijk verschil."
Door verplaatsing van het busstation is ook de voorkant van het station grotendeels verkeersluw geworden én met bomen vergroend, waardoor het aantrekkelijker is om in de openbare ruimte te verblijven. "In combinatie met het nieuwe stationsgebouw is dat verder uitgewerkt. De route naar de binnenstad is voor treinreizigers aantrekkelijker en meer zichtbaarder, maar de twee andere ingangen van het station zijn óók volwaardig. Er is daarmee ook in ruimtelijk opzicht een duidelijke verbinding gelegd tussen het oosten en de rest van de stad."
Wethouder Harmke Vlieg verwacht dat Assen in de komende 15 jaar richting de 80.000 inwoners zal groeien. Nu telt de stad circa 70.000 inwoners. "Dankzij de FlorijnAs kunnen we die groei op het vlak van wonen, werken, leefbaarheid en bereikbaarheid aan."
Cover: Ineke Lammers
Cover: ‘Station Assen - Ineke Lammers (2021)’