2014.06.04_Van eerste overheid_180

Van eerste overheid naar eerst de burger

4 juni 2014

5 minuten

Onderzoek De publieke zaak is niet langer het monopolie van de overheid – zij is in toenemende mate een zaak van de samenleving zelf. Dat is de conclusie die de Denktank van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met dit eerste Jaarbericht over het voetlicht brengt.

VNG Jaarbericht - Over maatschappelijke initiatieven die de lokale overheid uitdagen

Maatschappelijke initiatieven kunnen uiteenlopende vormen aannemen. Men kan ze ook als doe-democratie, als sociaal ondernemerschap of als het streven naar actief burgerschap aanduiden. Belangrijk is dat het niet langer gaat om een ontwikkeling die eraan zit te komen, maar om een realiteit die we overal om ons heen aantreffen. Sinds het begin van deze eeuw kwamen er vele duizenden maatschappelijke initiatieven van de grond met als gevolg dat de samenleving in alle gemeenten een ingrijpende verandering ondergaat. De overheid, het bedrijfsleven en het middenveld zijn niet langer de enigen die het samenleven vormgeven. Er zijn talloze individuele bewoners, cliënten, studenten, patiënten, vaders, moeders, vrijwilligers, jongere en oudere burgers opgestaan om kwesties die zij voor de kwaliteit van hun leven belangrijk vinden met en voor elkaar te regelen. Steeds meer (groepen) individuen nemen de verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de samenleving als geheel. Of het nu gaat om een digitaal wijkplatform voor de buurt (Mijnbuurtje), inspanningen om de interactie tussen gemeenteraad en burgers te verbeteren (Het nieuwe samenwerken), het opzetten van een wijkonderneming (Kruiskamp Onderneemt) of het doorbreken van een taboe en het aanpakken van de verslavingsproblematiek bij jongeren (Moedige Moeders), steeds gaat het om initiatieven die vanuit de samenleving zelf zijn ontstaan, die door individuele bewoners werden opgezet, die op de steun van gelijkgestemden burgers kunnen rekenen en die een door henzelf ervaren probleem aanpakken. Ze vragen geen toestemming, ze verantwoorden zich niet in de politieke arena en ze bewegen zich toch op een terrein dat we tot voor kort als het eigen domein van de gemeente opvatten en waarover gemeentelijke bestuurders zich in hun raden en colleges moesten verantwoorden.

De Denktank is ervan overtuigd dat het vinden van een nieuwe verhouding tot deze maatschappelijke initiatieven om een andere rol van de gemeenten vraagt dan zij gewoonlijk aan de dag te leggen. Klassieke reacties van ambtenaren, college- en raadsleden op ontwikkelingen die buiten plaatshebben – en die vandaag de dag nog steeds gemeengoed zijn – tasten de geloofwaardigheid van de plaatselijke overheid in hoog tempo aan. Denkwijzen en uitdrukkingen als ‘Dit past niet in het collegebeleid’, ‘Dit wil de wethouder niet’, ‘Dit krijgen we nooit door de raad’, ‘Dit schept een precedent en dan is het hek van de dam’, ‘Wij hebben nu even andere prioriteiten’, ‘Het politiek primaat ligt nog altijd bij de raad’, ‘Daar gaan burgers dus niet over’ of ‘Dit is wel erg complex voor burgers zelf om op te pakken’ zijn inmiddels achterhaald. Indien de initiatiefnemers een taboe doorbreken, past het de gemeente om daar in ieder geval voor open te staan (en niet de eventuele imagoschade voor de gemeente centraal te stellen). Indien initiatiefnemers de ondernemende wijkbewoners bij elkaar brengen om zo het ondernemerschap in een wijk te versterken, dan moet de gemeente dat verwelkomen (en niet de vraag centraal te stellen of er garanties zijn dat alle buurtbewoners echt meedoen). Indien initiatiefnemers en vertegenwoordigers van de gemeente (zoals ambtenaren, bestuurders of politici) met elkaar afspraken maken, dan past het de gemeente om die na te komen (en geen voorrang te verlenen aan de beleidsprioriteiten van dat moment).

Het ene maatschappelijke initiatief is uiteraard het andere niet. Bovendien komen initiatiefnemers vaak met diverse vragen en in uiteenlopende omstandigheden met hun gemeente in aanraking. De ene keer zijn ze op zoek naar partners of partijen met bepaalde kwaliteiten, de andere keer zijn ze op zoek naar een gebouw of een ruimte om samen activiteiten te ontwikkelen en weer een andere keer is er afstemming vereist tussen hun eigen activiteiten en datgene wat de gemeente doet. Daarom ziet de Denktank een nieuwe taak voor de Nederlandse gemeenten weggelegd. Zij zullen de komende jaren voor de opgave komen te staan om improvisatie tot een kernkwaliteit van hun handelen te maken. Dit betekent niet dat de gemeenten voortaan alle wensen en voorstellen van initiatiefnemers kritiekloos dienen te omarmen. Maar het vereist wel een andere interpretatie van wat de gemeente is. Als plaatselijke overheid zal de gemeente zich niet langer kunnen opstellen als een extern orgaan dat boven de samenleving staat. Zij moet zich veeleer ontwikkelen tot een vehikel van de samenleving met behulp waarvan de samenleving in zichzelf investeert.

De Denktank van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten werd in 2012 opgericht om gemeenten te adviseren over thema’s die op de langere termijn voor gemeenten relevant lijken. Zij moet in haar denken over de toekomst dus voorop lopen. Daarom doet de Denktank in dit Jaarbericht verslag van het onderzoek dat ze naar een dergelijk thema heeft gedaan. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat de bloei van maatschappelijke initiatieven niet alleen nu maar ook in de toekomst een bijzonder relevant onderwerp is. Het onderzoek is in 2013 uitgevoerd. Het laat zien dat de samenleving door de opkomst van maatschappelijke initiatieven reeds op dit moment gewijzigd is en dat we pas aan het begin van een nieuwe golf van dergelijke initiatieven staan. Het vormt daarmee een onderwerp dat bij ons blijft. Het omvat veel meer dan een kortstondige hype of een reactie op bepaalde bezuinigingen van de overheid. De initiatieven komen voort uit een autonome ontwikkeling die nog lang zal doorwerken en die voor het functioneren van de overheid verstrekkende gevolgen heeft. Waarom dat zo is, leest u verder in dit rapport.

Dit Jaarbericht beschrijft en begrijpt de maatschappelijke initiatieven vanuit hun kern. Het begint dan ook bij de initiatiefnemers, hun persoon, hun ervaringen, hun ambities en hun beeld van de andere samenleving waar ze naar toe willen. Van daaruit analyseert het Jaarbericht de volgers en de partners in de omgeving die aan dat streven meewerken. Het is vanuit de maatschappelijke initiatieven en vanuit de mensen die het vormgeven dat we over de rol van gemeenten moeten nadenken. Voor een andere volgorde is geen toekomst weggelegd.


Cover: ‘2014.06.04_Van eerste overheid_180’



Meest recent

Hattem, Netherlands door Paul Klein NL (bron: Shutterstock)

Klimaatadaptief én goed verzekerd bouwen in tijden van toenemende klimaatrisico’s

Welke rol spelen verzekeraars bij het klimaatadaptief bouwen in gebiedsontwikkelingen? Vylon Ooms, beleidsadviseur bij het Verbond van Verzekeraars, vertelt hoe moedige keuzes voor een toekomstbestendig Nederland kunnen zorgen.

Analyse

3 december 2024

Almere. Nederland door Pavlo Glazkov (bron: Shutterstock)

Van NOVEX-gebieden leefbare stadsdelen maken, dan helpt samen leren

In de NOVEX-gebieden is het bouwen van genoeg woningen lang niet de enige uitdaging voor gebiedsontwikkelaars. De inzet moet zijn leefbare stadsdelen te maken, met genoeg sociale en maatschappelijke voorzieningen. Maar hoe?

Onderzoek

2 december 2024

Haan & Laan door Esther Dijkstra (bron: estherdijkstra.com)

Goes Noordoost: wat vinden Haan & Laan er eigenlijk van?

Haan & Laan recenseren Nederlandse gebiedsontwikkelingen. Mooie plannen genoeg, maar hoe pakken ze in werkelijkheid uit? In deze aflevering Goes Noordoost met bijzondere aandacht voor de wijken Noordhoek en Mannee, waar de dichtheid wel heel laag is.

Casus

29 november 2024