Onderzoek In de 17 NOVEX-gebieden liggen er meer uitdagingen op gebiedsontwikkelaars te wachten dan louter het bouwen van genoeg woningen. De inzet moet zijn leefbare stadsdelen te maken, met genoeg sociale en maatschappelijke voorzieningen. Maar hoe? Dat is de vraag die werd beantwoord tijdens de tweede Community of Practice Grootschalige Woningbouwgebieden.
Een historische kans om door heel Nederland een enorme impuls te geven aan binnenstedelijke gebieden. Zo omschrijft Hettie Politiek, directeur programma 17 Grootschalige Woningbouwgebieden, de opgave die er voor gebiedsontwikkelaars in de 17 NOVEX-gebieden ligt te wachten in het voorwoord van het Werkboek Sociale Duurzaamheid, dat vorige week verscheen. Het werkboek is een verslag van de tweede bijeenkomst van de Community of Practice Grootschalige Woningbouwgebieden (CoP) van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Met dit samenwerkingsverband willen het Rijk en alle andere partners uit de 17 grootschalige woningbouwgebieden van elkaar leren om zo tot de “complete en duurzame wijken van de toekomst te komen.”
De komende twee jaar wordt een aantal bijeenkomsten georganiseerd om tot handelingsperspectieven te komen voor de obstakels waar de professionals in deze gebieden op stuiten. De complexiteit van (binnenstedelijke) stationsgebieden was het onderwerp van de eerste bijeenkomst, die in april plaatsvond. Uit het verslag dat is gemaakt van die dag blijkt dat een van de belangrijke wensen van de betrokken partijen is dat een landelijk gesprek over gebiedsontwikkeling rond de stations zou helpen om deze opgaven aan te kunnen pakken. Een andere wens is dat er een gezamenlijk opgesteld verhaal wordt gemaakt over de waarden van binnenstedelijke verdichting voor de langere termijn.
Powerteam
Vorige week verscheen het werkboek over sociale duurzaamheid, het onderwerp dat werd behandeld tijdens de tweede bijeenkomst van deze nieuwe community. Volgens de deelnemers zijn er namelijk nog veel vragen die over dit thema beantwoord moeten worden voordat die complete gebieden er ook daadwerkelijk komen. Hoe plannen gemeenten de juiste hoeveelheden vierkante meters voor maatschappelijke voorzieningen en ontmoeting in de gemengde, compacte gebiedsontwikkeling? En hoe doen ze dat als ze de grond niet zelf in handen hebben? Welke instrumenten zijn er om het wel voor elkaar te krijgen? Hoe programmeren en financieren partijen de maatschappelijke voorzieningen en de bemensing ervan? En hoe garanderen ze voldoende werkgelegenheid nabij?
Om de duurzame, toekomstbestendige woongemeenschappen in deze 17 gebieden ook daadwerkelijk te kunnen realiseren, is door de betrokken partijen een groot aantal acties geformuleerd die dat proces moeten ondersteunen. Er zijn drie acties die volgens de CoP het meest urgent zijn én ook door partijen binnen het samenwerkingsverband kunnen worden opgepakt. De eerste is anders omgaan met het Didam-arrest voor sociaalmaatschappelijke voorzieningen. Vorige maand verscheen de tweede uitspraak van de Hoge Raad in de Didamkwestie.
Volgens de deelnemers belemmert het Didam-arrest de mogelijkheden voor de vestiging van gewenste sociale voorzieningen zoals een huisarts. Zij stellen dat inkopers en juridische afdelingen van gemeenten sterk verdeeld zijn over de aanbestedingsregels voor maatschappelijk vastgoed. “Er is een powerteam nodig met disciplines uit alle overheidslagen. Het moet geen landelijke Poolse landdag worden, maar een team met mandaat en daadkracht dat een sterke gezamenlijke lobby kan voeren en kan agenderen.”
Middellange termijn
De tweede actie is een extra investeringsimpuls van het Rijk op het gebied van sociale duurzaamheid. Er bestaan nu volgens de deelnemers te weinig geïntegreerde exploitatiemodellen van maatschappelijke organisaties op wijkniveau. “Er zijn middelen nodig om investeringen te kunnen doen in maatschappelijke voorzieningen (vastgoed en bemensing) en om gemeenschappelijke ruimten in wooncomplexen te krijgen en de bemensing mede te bekostigen.” Over de hoe-vraag is nog geen knoop doorgehakt, maar er zijn wel veel voorstellen op tafel gekomen. Van een co-financieringsafspraak met gemeenten voor maatschappelijke voorzieningen tot een regeling om de onrendabele top op maatschappelijk vastgoed te kunnen financieren. Ook wordt gedacht aan cofinanciering met gemeenten en woningcorporaties voor het regelen van betaalbare bedrijfsruimtes.
‘Haven Rotterdam’ door Aerovista Luchtfotografie (bron: Shutterstock)
De derde urgente actie is het verbreden van de rol en het in positie brengen van woningcorporaties (zoals dat het geval was voordat de corporaties door minister Blok in het hok werden gejaagd). “Corporaties moeten een scherpere verantwoordelijkheid krijgen in de mede-realisatie van betaalbare ruimte voor werk en maatschappelijk vastgoed, zeker gezien de grote aantallen betaalbare woningen die zij in de Grootschalige Woningbouwgebieden gaan realiseren.” Daarnaast zijn er ook een groot aantal acties voor de middellange termijn opgesteld. Voorbeelden zijn het opzetten van een landelijk innovatieprogramma ‘Samen Slim’ en het ontwikkelen van gezamenlijke referentie-, normen- en spelregelkaders voor maatschappelijke voorzieningen in de volle breedte. Ook wordt gewezen op het verzamelen van goede voorbeelden van nieuwe woonvormen (zoals woongroepen en wooncoöperaties) zodat deze naar alle grootschalige woningbouwgebieden kunnen worden opgeschaald.
Lees het volledige rapport op de website van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.
Cover: ‘Almere. Nederland’ door Pavlo Glazkov (bron: Shutterstock)