Onderzoek Gemeenten kunnen met de nieuwe Menukaart Hitte van het ministerie VRO en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) op lokale schaal aan de slag met het bestrijden van hitte in de gebouwde omgeving. Met een stresstest en werksessies maken gemeenten zelf een concreet plan. Hoe gaat dit precies in zijn werk?
De zomer lijkt ver weg, maar de aanpak van hitte is in volle gang. Met de nieuwe Menukaart Hitte hebben het advies- en ingenieursbureau TAUW, Klimaatverbond Nederland en adviesbureau &flux in opdracht van het ministerie van VRO en de RVO een methodiek ontwikkeld die gemeenten van A tot Z helpt bij het bestrijden van hitte. De Menukaart Hitte formuleert aan de hand van de thema’s gezondheid, gebied en gebouw zeer concrete oplossingen en handelsperspectieven. Op deze ‘menukaart’ staan verschillende onderwerpen, risico’s en oplossingen waar de gemeente uit kan kiezen.
Denk aan het afnemende woongenot in gebouwen door de hitte, minder opbrengsten voor winkeliers door thuisblijvende klanten of het gevaar voor kwetsbare doelgroepen.
Er bestaan al veel methodes voor het in kaart brengen en bestrijden van hitte, zoals de ‘Staat van je Straat’-tool van Sweco waarin per straat de klimaatrisico’s worden getoond. Of het ‘Framework for Climate Adaptive Buildings’ van Dutch Green Building Council, waarbij met omgevingsscores en gebouwscores een klimaatscore per gebouw kan worden verleend. Over dit framework schreef Gebiedsontwikkeling.nu afgelopen juni. Maar met deze nieuwe menukaart en methode kunnen gemeenten makkelijker een integraal plan maken voor specifieke doelgroepen, type voorzieningen of gebouwen.
Stresstest
Gemeenten kunnen samen met TAUW een hittestresstest uitvoeren om in de gehele gemeente op zeer lokale schaal de risico’s van hitte in kaart te brengen. Deze test kan inzicht geven welke aanpak van de menukaart hitte het meest urgent is. Anders dan bij de Klimaateffectatlas, waarbij de verschillende kaarten apart van elkaar te zien zijn, combineert de hittestresstest verschillende criteria in relatie tot Gebied, Gebouw & Gezondheid. De gemeente kan zelf op voorhand bepalen welke criteria en indicatoren zij mee wil nemen in de berekening. Vervolgens worden de risico’s binnen deze criteria als het ware bij elkaar opgeteld, om zo tot een uiteindelijke hitterisicoscore te komen. Deze test werkt voor bestaande gebieden. Voor nieuwe gebiedsontwikkelingen is er de Maatlat Klimaatadaptief Gebouwde Omgeving.
Uiteindelijk brengen specifieke indicatoren met ingevoegde data het risiconiveau in kaart, aan de hand van de drie categorieën. Bij de categorie gezondheid tellen bijvoorbeeld leeftijd, eenzaamheid of beperkingen mee en bij de categorie gebouwen gaat het bijvoorbeeld om het energielabel, de hoeveelheid zon die binnenkomt of de oriëntatie van de voorgevel ten opzichte van de zon. Per indicator wordt een drempelwaarde bepaald vanaf welk punt er een risico geldt. De ‘optelsom’ van al die risico’s is uiteindelijk zichtbaar op de kaart. De data die bij deze berekening gebruikt wordt, is vaak al beschikbaar bij de gemeenten of via de Klimaateffectatlas. Gemeenten kunnen ook zelf data genereren, bijvoorbeeld door te berekenen hoeveel schaduw er in een gebied of gebouw is gedurende de zonne-uren.
‘Overzicht beslisboom bij de categorie gebouw in de stresstest.’ (bron: TAUW)
Gemeenten hebben op deze manier in één oogopslag een overzicht van de door hen onderzochte risico’s. Door data van gebouwen te combineren met data van bijvoorbeeld leeftijdscategorieën, ontstaat een beter afgewogen indicatie. Dit kan tot op buurt- of postcodeniveau specifiek. Volgens Monique de Groot – Reichwein, strategisch adviseur klimaatadaptatie bij TAUW, bieden deze data een sterke aanleiding voor actie en bieden ze een handelingsperspectief: “Als je weet dat in een hete buurt sociale huurwoningen staan die ’s zomers ook nog eens erg heet worden en daar ook nog doelgroepen wonen die kwetsbaar zijn, dan kan je als gemeente daarover in gesprek met een woningcorporatie. Zij kunne bijvoorbeeld zonweringen plaatsen of gericht inzetten op vergroening van de wijk voor woningen met weinig buitenruimte zodat er openbare schaduwplekken ontstaan.”
Aan de slag
Na de stresstest is er werk aan de winkel. Met de menukaart bepalen gemeenten eerst aan welke risico’s zij willen werken. TAUW en Klimaatverbond ontwikkelden de afgelopen jaren een traject van werksessies waarmee zij gemeenten stap voor stap begeleiden in het maken van een actieplan. In deze sessies komen eerst experts (vanuit verschillende domeinen binnen de gemeente) en externe partners (zoals zorginstellingen of het waterschap) samen om tot integrale stappen te komen. Vervolgens worden zij door middel van een serious game uitgedaagd om elkaars rollen en verantwoordelijkheden beter te begrijpen voor een betere integrale blik op hitterisico’s. Aan het eind van deze workshop werken zij toe naar een prioritering van onderwerpen waarmee zij aan de slag willen. In de tweede workshop wordt het plan uitgewerkt in concrete deelplannen waarmee ambtenaren bij managers of bestuurders kunnen aankloppen.
‘Het hitterisico per gebouw in Utrecht West. Rood betekent een hoog risico, groen een laag risico.’ (bron: TAUW)
Zo werken zij bijvoorbeeld toe naar een uitvoeringsplan bij de aanpak van woningen en omgevingen met een hoog hitterisico, kan er een juridisch kader vastgesteld worden om knelpunten in de uitvoering aan te pakken of bereiden zij een publiekscampagne voor. Vervolgens worden met een integraal ‘actieplan hitte’ de strategie, rollen en financiële aanpak bepaald. Uiteindelijk werkt met dit hele proces de gemeente toe naar een uitvoerbaar hitteplan.
Beter inzichtelijk
Nu moeten gemeenten de stresstest, menukaart en werksessies nog zelf opvragen en bekostigen. Maar het team is bezig met het breder delen van de methodiek in heel Nederland. Volgens Edwin van der Strate, business leader bij TAUW en tevens de coördinator van het traject, is de interesse in de aanpak ook onder provincies gegroeid. Hiermee hoopt het team dat het opstellen van een actieplan een gedeelde inspanning wordt van gemeenten en provincies, waarbij de (financiële) verantwoordelijkheid niet enkel bij de gemeenten ligt.
Volgens Van der Strate heeft de kaart veel potentie voor toekomstige gebiedsontwikkelingen: “Aangezien we in Nederland veel inzetten op verdichting, is het belangrijk te weten waar de knelpunten liggen op het gebied van hitte in de bestaande wijk. Zo voorkomen we verdere hitterisico’s in de toekomst.” Waar in het verleden gemeenten slechts het inzicht hadden waar de hitte het hevigst was, worden met de huidige aanpak ook factoren als de kwetsbaarheid van doelgroepen of de afstand tot het groen meegewogen. Zo wordt het algehele risico op integrale manier beter inzichtelijk.
Code rood
Afgelopen zomer heeft het team van TAUW een groep ‘hitteadviseurs’ opgeleid vanuit verschillende disciplines die door gemeenten benaderd kunnen worden voor het creëren van een integraal actieplan. En tien gemeenten namen vorig jaar al deel aan de pilot ter voorbereiding van de menukaart en om de effectiviteit van het programma te testen. Zij gaven aan dat de aanpak beter hun ‘blinde vlekken’ blootlegt en door de samenwerking tussen verschillende domeinen, zouden projecten sneller van de grond komen. Zo realiseerde de gemeente Arnhem in de pilot het project Code Rood, een online programma over de gevolgen van hitte op gezondheid in de stad. Tegelijkertijd wees de feedback ook uit: meer aandacht zou kunnen gaan naar hitte op de werkvloer en de effecten voor werknemers. Daarnaast is de vraag bij de stresstesten: wie of wat bepaalt de drempelwaarde voor een ‘hoog risico’ en hoe worden deze risico’s daadwerkelijk in de gebouwde omgeving ervaren?
Cover: ‘Winkelstraat in Venlo’ door Petr Pohudka (bron: Shutterstock)